Afbeelding
Foto: Pexels
Foto: Pexels
Tijdens een ruzie lopen de gemoederen hoog op. Bovendien denkt elk personage dat hij degene is die gelijk heeft. Hoe zorg je ervoor dat een ruzie kan uitmonden in een beter verhaalverloop? Oftewel: hoe zorg je ervoor dat je geen eindeloze welles-nietes-discussie neerpent?
Maak de volgende zin af: “Ik ben echt allergisch voor mensen die…” Mensen ergeren zich aan bepaalde uitgangspunten of karaktertrekken van anderen, dus doen personages dat ook. De kans is groot dat er iets gebeurd is dat die ‘allergie’ in gang heeft gezet, waardoor er nu ruzie is tussen je personages.
Jouw rijke, genadeloze personage komt oog in oog te staan met een uitkeringsgerechtigde: “Mensen moeten maar werken voor hun geld.” Of ouders zijn het er niet over eens hoe ze hun ongehoorzame kind moeten straffen: “Als jij haar nou wat harder had aangepakt, was dit nooit gebeurd. Jij en je softe aanpak ook altijd!”
Het is belangrijk dat je van beide partijen de allergie te weten komt, want dat kan je antwoord geven op een belangrijke vraag: Waarom is er überhaupt sprake van boosheid/ruzie?
Omdat beide personen (vanwege die bepaalde redenen) op dit moment in elkaars ‘allergiezone’ zitten.
“Ik pak onze dochter het liefst aan met de harde hand, ook al doe jij dat liever met de zachte hand.”
“Oké, dan ze krijgt een maand huisarrest.”
Dat lokt geen ruzie uit. Meestal is een ruzie het resultaat van een personage dat zich door de ander gedwongen voelt zijn normen en waarden op te geven, of zich geremd voelt in hoe ze als mens willen groeien.
Jij vindt dat je mensen altijd zacht aan moet pakken. Dan zal je je stekels opzetten als er gesuggereerd wordt dat er een flinke straf moet worden uitgedeeld. En als je dolgraag naar de universiteit wil om te gaan studeren (lees: intellectueel wil groeien) en iemand zegt dat je dat niet mag, is diegene eerder je vijand dan je vriend.
Bepaal bij een ruzie wat het is dat je personage zo graag wil verdedigen. Dan kun je zijn argumenten beter begrijpen (en dus beter opschrijven). Bovendien weet je dan ook hoe je personage grofweg op het tegenargument van de ander gaat reageren.
Je personage is tegen dierenbont vanuit de diepere overtuiging dat een mens geen andere levende wezens kwaad mag doen. Als ze dan te horen krijgt dat ze hypocriet is omdat ze andere mensen kwaad doet door ze een gevoel van ongemak te geven door een felle discussie aan te gaan, weet je dat daarmee olie op het vuur wordt gegooid.
Soms zijn de argumenten in een ruzie objectief gezien niet sterk, omdat de personages te druk bezig zijn hun eigen waarden te verdedigen of de ander ongelijk te geven. Maar je kan ook argumenten geven die je personage zodanig raken dat het hem aan het denken zet of iets in hem losmaakt.
Als de anti-dierenbontactiviste hoort: “Maar je eet nog vlees. Daarvoor worden dieren doodgemaakt en daar doe je ze kwaad mee.” dan zal ze daarover nadenken en misschien ook wel anders (moeten) gaan handelen. Dat kan het plot in gang zetten of veranderen: nu gaat het verhaal verder over hoe de activiste vegetariër wordt.
Nadine van de Sande is freelance copywriter en schrijfster. Op verhaalentaal.blog post ze wekelijks een uitgebreide tip voor creatief schrijven.
Ervaren redacteur Maria Genova deed voor Schrijven Online meer dan dertig manuscriptbeoordelingen. Lees haar tips in het komende nummer!
Topauteur Herman Koch geeft naar aanleiding van het verschijnen van zijn nieuwe boek advies aan jonge schrijvers. Meld je aan!
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.
Dit nummer niet missen? Neem vóór 24 januari 23:59 u. een abonnement dan ontvang je dit nummer!
Mariken Heitman geeft tips! Meld je aan en ontvang dit nummer.