De observerende schrijver: Ik zie… gewenning

Observeren is een belangrijke vaardigheid van schrijvers. Maar met alleen iets opmerken ben je er nog niet. Je moet ook weet hebben van associaties die bij je waarnemingen opkomen en hoe je daar een mooie verhaalopzet mee kan maken of clichés kan voorkomen. Deze week in de serie: ‘De observerende schrijver’: Ik zie... gewenning.     

Als je iets voor de eerste keer ziet, of net nieuw hebt gekocht, is dat nieuwe erg leuk, speciaal, mooi of spannend. Maar na verloop van tijd gaat die nieuwigheid weg. Dan is de kans groot dat het even gewoontjes wordt als zoveel dingen in het leven. Of dat nu een nieuwe broek, een mooi uitzicht of een interessante nieuwe hobby is, de eerste ‘glans van nieuwigheid’ gaat er na een bepaalde tijd van af. In dit artikel schrijf ik niet over dat andere uiterste, de sleur. Het gaat over dat moment dat het speciale gewoon wordt of geworden is. 

De eerste nieuwe kriebels

Als iets nieuw en leuk is, dan krijg je daar fijne kriebels van: “Ja, déze broek staat me echt goed!” “Wauw, even genieten van dit unieke uitzicht, hoor!”
Als eerst komt er besef: je merkt op dat het nieuwe iets heeft wat al het andere dat je hebt of kent niet heeft. Van de perfecte pasvorm tot een uitzicht op een vulkaan met een meer ertussen. 
Vervolgens komt een moment van ‘acuut genieten’. Je voelt je niet meer dik in deze nieuwe broek, of je gaat elke hoek van die prachtige kathedraal eens beter bekijken. “Hé kijk, daar zijn engelen te zien en daar juist waterspuwers!”

In de ‘nieuwe kriebelfase’ kan je zonder limiet genieten van dat wat het nieuwe je brengt. Al is het maar omdat je steeds iets nieuws ontdekt, zoals aan de andere kant van de kathedraal.

Vertrouwde herkenning

Als je al bekender met iets bent, is iets niet meer nieuw, maar wel vertrouwd. “Ik ga in die hoek staan voor het beste uitzicht op het meer.’”
“Ik weet precies waar ik mijn favoriete engel op de kathedraal kan vinden.” De verwondering is er nog steeds, maar het nieuwe is er wel van af.

Gewenning

Dan is daar het moment waarop die fijne broek weer net zo vervelend zit als alle andere, of je niet eens meer kijkt naar de details van de kathedraal en er misschien zelfs aan voorbij loopt. Het is gewoon geworden. Niet per se vervelend of stom, maar je bent er aan gewend geraakt.
Precies die reden dat Japanners die in de buurt wonen van Mount Fuji wonen, daar niet meer warm of koud worden of lokale Amerikaanse forenzen niet meer uit het raampje van de trein kijken zodra die een gletsjervulkaan passeert.

Gewenning zien gebeuren—het verhaaltempo

Koop iets nieuws wat je leuk vindt en speciaal is. Of ga eens naar een deel van de stad waar je normaalgesproken niet komt en ga daar dagelijks, of wekelijks, een blokje om: maak van iets nieuws een gewoonte. Houd een klein dagboekje bij waarin je opschrijft wat en waarom je iets nog steeds of niet meer speciaal vindt. Zo zie je gewenning ontstaan.  

Dat observatievermogen is handig voor het bewaken van het tempo van een tekst en de beleving van je hoofdpersonages. Ook zij raken aan zaken gewend. Waar zij eerst nog ondersteboven zijn dat ze in een kasteel studeren, zijn ze halverwege het studiejaar meer bezig met mopperen over de aankomende examens dan met de historie en pracht van het slot.

In het begin zal je dus veel sfeeromschrijving en details van dat kasteel schrijven, waar het daarna op de achtergrond raakt en het plot meer de ruimte krijgt. Als je het moment van gewenning (beter) kan bepalen, kan je niet alleen vloeiender van onderwerp veranderen, maar ook de observaties en belevingen van je personage meenemen. Zo leert je lezer je personage op een natuurlijke manier beter kennen.

Over de auteur

Nadine van de Sande is freelanceschrijfster. Op verhaalentaal.blog post ze wekelijks een uitgebreide tip voor creatief schrijven. Daarnaast doceert ze een cursus autobiografisch schrijven bij de Ondernemersschool. Als manuscriptredactrice en schrijfcoach helpt ze schrijvers het beste uit hun werk te halen.