5 tips voor als je over een personage schrijft dat een angststoornis heeft

Wanneer je een personage met een angststoornis in je verhaal wilt verwerken, is het belangrijk om dit op een authentieke en respectvolle manier te doen. Angststoornissen kunnen verschillende vormen aannemen en hebben een grote impact op het dagelijks leven van mensen. Hier zijn vijf tips om je personage op een geloofwaardige manier vorm te geven.

1. Doe grondig onderzoek

Angststoornissen zijn complex en divers. Er zijn verschillende soorten, zoals sociale angst, gegeneraliseerde angststoornis, paniekstoornis en obsessieve-compulsieve stoornis (OCS). Lees betrouwbare bronnen, ervaringsverhalen en medische artikelen om een goed begrip te krijgen van wat de stoornis inhoudt. Documentaires en podcasts kunnen ook waardevolle inzichten bieden. Niet iedereen ervaart het hebben van een angststoornis hetzelfde, vandaar is verdiepen in de over ervaringen een verrijking van je werk als schrijver.

Arwin Ritstier, YouTuber en schrijver van het boek van
Gek van mezelf, deelt veel over de angsten die hij ervaart. Zowel in zijn boek als in de documentaire Leven met extreme angst waarin hij jarenlang beelden vastlegt over zijn angststoornis ervaringen. Hij was 9 jaar oud toen hij zijn eerste paniekaanval kreeg, op het podium tijdens de musical Oliver van Joop van den Ende in het Congresgebouw in Den Haag. Sindsdien worstelt hij met zijn angststoornis. Zijn boek Gek van mezelf geeft verder een kijkje in de denkpatronen en acties van Ritstier die te bang is om te leven en hoe hij leert leven.

2. Vermijd clichés

Personages met angststoornissen worden in fictie vaak neergezet als zwak, irrationeel of overdreven dramatisch. Dit doet geen recht aan de realiteit. Angststoornissen treffen mensen van alle leeftijden en achtergronden, en ze gaan vaak gepaard met veel moed en doorzettingsvermogen. Laat zien hoe je personage ondanks de angst toch functioneert en complex is. Aangezien mensen met een angststoornis verschillende leeftijden kunnen hebben, kun je een personage zo divers maken als je wil. Van leeftijd, gender, afkomst tot seksualiteit.

Een voorbeeld van een interessante verhaallijn zou kunnen zijn over een vrouw die opgegroeid is in het westen die een angststoornis ervaart en de reactie van haar oosterse ouders. In westerse culturen wordt angst vaak ervaren als bang zijn en vrezen. In oosterse culturen daarentegen, kan het eerder worden gezien als fysieke symptomen zoals hartkloppingen of duizeligheid. Iets wat makkelijker opgelost kan worden, wat bij een angststoornis niet het geval. Hoe zou de westerse vrouw zich voelen? Je kunt hierbij echt een achtergrond creëren voor je personage. Een persoon is namelijk nooit de diagnose, ze zijn veel meer dan dat. Dochter, moeder, zus of een beste vriendin. 

3. Beschrijf de fysieke en mentale symptomen

Angst is niet alleen een mentaal proces, maar heeft ook een fysieke impact. Denk aan hartkloppingen, zweten, duizeligheid, spierspanning en slaapproblemen. Beschrijf hoe de angst het lichaam van je personage beïnvloedt, zonder het te overdrijven. Dit helpt om de ervaring van iemand die een angststoornis heeft tastbaar te maken voor de lezer. 

4. Toon de interne dialoog

Een belangrijk aspect van angststoornissen is de interne strijd. Laat zien hoe het personage worstelt met irrationele gedachten, twijfel en zelfkritiek. Het weergeven van deze innerlijke stem maakt de angststoornis realistischer en biedt inzicht in hoe overweldigend de stoornis kan zijn.

5. Geef ruimte voor groei

Angststoornissen kunnen chronisch zijn, maar dat betekent niet dat er geen vooruitgang mogelijk is. Laat je personage copingmechanismen ontwikkelen, therapie volgen of steun vinden bij anderen. Dit zorgt voor een genuanceerd verhaal waarin het personage niet alleen slachtoffer is van de stoornis, maar ook veerkracht toont.