4 schrijftips van Renate Dorrestein

Tijdens het Schrijf dat boek congres van Villa Media gaf Renate Dorrestein vier schrijftips voor het creëren van levensechte personages.

Het streven

Ieder personage moet iets willen. Dit kan zowel iets groots als iets kleins zijn. Wanneer het personage iets wil bereiken, dan moeten er krachten zijn die dit tegenwerken. Dit kunnen obstakels in de buitenwereld zijn, maar ook innerlijke obstakels van het personage zelf. Dorrestein haalde William Faukner aan. Hij sprak over het menselijke hart dat in conflict is met zichzelf.   

Wees specifiek

Volgens Dorrestein moet je personage specifiek zijn. Hij moet iets hebben wat hem onderscheidt en tegelijkertijd moet hij herkenbaar zijn. Hierbij kan je gebruik maken van de zes basisemoties: vreugde, verdriet, angst, woede, verbazing en afschuw. Het kan ook helpen om allerlei kenmerken van je personage vooraf in kaart te brengen zoals de schrijfster Elisabeth George doet.

Perspectiefkeuze

De hoofdpersoon bepaalt het perspectief van je verhaal. Je kunt bijvoorbeeld schrijven vanuit de derde persoon of vanuit het ik-perspectief, al kun je hier vrij creatief in zijn. Zo heeft Dorrestein haar roman Het duister dat ons scheidt (2003) gedeeltelijk vanuit het wij-perspectief geschreven. Wees zorgvuldig met perspectief, want wisselingen kunnen al vlug voor verwarring zorgen bij de lezer.

Rol

Als voorbeeldpersonage haalde Dorrestein Sherlock Holmes van Arthur Conan Doyle aan. Holmes heeft allerlei eigenschappen en tegenstrijdigheden. Hij is hierdoor niet rolvast. Niemand is echter rolvast en uit je rol vallen, dat is juist interessant. Het maakt je verhaal namelijk verrassend. Het personage moet ook een geheim hebben om het menselijke aspect naar voren te brengen. Daarnaast is een geheim ook plot technisch handig: het zorgt voor spanning en met de plottwist kun je het geheim onthullen.