Literair schrijven? Check deze aspecten

De vraag is vaak gesteld: wat is nu het verschil tussen lectuur en literatuur? Volgens de etymologie betekent literatuur: dat wat geschreven is, afgeleid van het Latijnse litterātūra, en dat weer van littera: letter. Lectuur is ontleend aan lectura: het lezen.

Volgens de woordherkomst zijn literatuur en lectuur dus twee handen op één buik: een van de schrijver en een van de lezer. In dit artikel behandelen we acht aspecten van literair schrijven. Bij elk aspect besteden we aandacht aan zowel de schrijver als de lezer.

1. De mens in het midden van het spectrum

In goede verhalen leren lezers personages kennen als echte mensen. Hun gedachtes, hun gevoelens, gedragingen en avonturen - niets wezenlijks blijft geheim. Schrijf daarom altijd vanuit menselijk oogpunt. Grote schrijvers, van Zola tot Jan Wolkers  en van A. F. Th. van der Heijden tot de Belgisch-Russische schrijver Aleksandr Skorobogatov, schrijven over mensen en wat ze meemaken. De cruciale meerwaarde van hun literatuur zit in de sociale context van hun personages - in méér mensen, dus, die gezamenlijk een cultuur vormen, of anderszins met elkaar verbonden zijn, zoals op historisch, politiek of demografisch vlak.

2. Diepte van gevoel

Gevoelens zijn altijd verbonden aan mensen. Zelfs als je personages dieren of objecten zijn, zul je ze menselijke gevoelens meegeven. Wees hier nooit oppervlakkig in. Wanneer je verhaal gaat over een dieptreurige gebeurtenis als het overlijden van een kind, kun je er vanuit gaan dat je lezers uit zichzelf daar al een gevoel bij hebben. Focus daarom minder op de gebeurtenis en meer op de psychologie van je personages. Laat ze op hun manier emotioneel reageren. Wees daar altijd consistent in, en je lezers zullen zich je personages als echte mensen herinneren.

3. Rijkdom van gedachte

In feite begint elk verhaal met een gedachte: aan iets concreets zoals een gebeurtenis of, meer abstract, aan iets wat je fantaseert. In je gedachten gebeurt er altijd iets. Als schrijver bouw je uit meerdere gedachtes een verhaal. Hoe rijker en gevarieerder je gedachtes, des te verfijnder de architectuur van je verhaal, des te subliemer het resultaat en des te meer je je lezer geeft, namelijk niet alleen een verhaal, maar ook een stukje van jezelf.

Rijkdom van gedachte ontwikkel je door open te staan voor veel ervaringen, door veel te luisteren naar wat andere mensen te zeggen hebben, en natuurlijk door veel te lezen.

4. Schoonheid van taal

Schoonheid is uiteraard een subjectief begrip en daarom geeft het jou als schrijver alle vrijheid om precies zó te schrijven als jij mooi vindt, passend in jouw verhaal. Schoon schrijven richt zich op taalgebruik dat een eenheid vormt met de inhoud van je verhaal (ook als het over lelijke gebeurtenissen gaat, of over lelijke personages). Het is daarom iets volkomen anders dan mooischrijverij. Met mooischrijverij komt je verhaal niet tot zijn recht en je vermoeit je lezer er alleen maar mee.

5. Plastisch schrijven

Plastiek is ontleend aan het Griekse plassoo en wil zeggen: ‘vormen’, meer specifiek: ‘modelleren, gieten’. Plastisch schrijven is dus vloeiend schrijven, niet star, niet cliché, maar gebruikmakend van woorden en beelden met een sterke zeggingskracht. Daarmee maak je je tekst aanschouwelijk. Plastisch schrijven is dus het hanteren van suggestief taalgebruik, waarmee je de lezer handvatten geeft om jouw waarheid in je verhaal te ontdekken en die mee te beleven.

6. Exacte en korte formuleringen

Goed proza, vond Poesjkin, een van Ruslands grootste schrijvers, heeft geen bloemrijke bewoordingen nodig. Wees dus niet gemakzuchtig bij het kiezen van je bewoordingen. Noem de moeizame manier van vooruit bewegen van je personage niet gewoon ‘lopen’, maar ‘sukkelen’ of ‘sloffen’; welk woord je ook kiest, noem het precies dát wat het is. Gebruik synoniemen niet simpelweg ‘voor de variatie’.

7. Dramatische spanning

Dramatische spanning bouw je op door in elke alinea een vraag op te werpen of een belofte te doen die het verhaal voortstuwt. Wanneer de stapeling van vragen en beloftes de climax bereikt, is het verhaal afgelopen en je lezer tevreden - of hoogst verontrust.

Je voert spanning op door het beantwoorden van de vragen c.q. het inlossen van de beloftes uit te stellen. Ook mag je je lezer gerust af en toe op het verkeerde been zetten - een zogenoemde rode haring toewerpen - maar voor de geloofwaardigheid van je verhaal, en van jou als schrijver, moeten aan het eind van het verhaal alle vragen beantwoord zijn en de beloftes waargemaakt. Tenzij je doelbewust naar een open eind toewerkt.

8. Geen angst om elitair te zijn

Wanneer je bovenstaande tips verwerkt in je verhalen, kom je dicht in de buurt van literair schrijven. Sommigen denken dat literaire boeken elitair zijn, uitsluitend geschikt voor een kleine groep hoogbegaafde mensen. Dat is niet zo. Literair schrijven is een ambacht, als elk ander. Je kunt je erin bekwamen. Met een specifieke woordkeus, een verhaalstructuur die gebouwd is op stevige fundamenten, een veelzijdige gedachte- en gevoelswereld, en menselijke, herkenbare motieven kun je een grote groep lezers - uit alle lagen van de bevolking - aan je binden. Laat dat het zijn waar je uiteindelijk voor schrijft: voor de voldoening van je lezers en van jezelf.

 Door Thérèse Major 

Thérèse Major is auteur en schrijfcoach. Haar werk verscheen bij o.a. de uitgeverijen Querido en Nieuw Amsterdam. Bij Schrijven Online verzorgt zij de cursus Literair proza schrijven, kun je dat leren? en Ieder kind kan verhalen schrijven. In de Taalwerkplaats Drenthe organiseert zij o.a. elke eerste zondag van de maand een Schrijverscafé.