Afbeelding

Bron Nationaal Archief

7 schrijftips van meesterverteller Roald Dahl

 Wereldwijd verkocht de Britse auteur van o.a. Matilda en de GVR naar schatting meer dan 200 miljoen boeken. In een fragment geeft meesterverteller Roald Dahl 7 tips over de kwaliteiten die een succesvolle schrijver zou moeten bezitten.

1. ‘Je moet een levendige fantasie hebben.’

2. ‘Je moet goed kunnen schrijven. En daarmee bedoel ik dat je in staat moet zijn een scène tot leven te laten komen in het hoofd van de lezer. Niet iedereen kan dit. Het is een gave: je hebt het of je hebt het niet.’

3. ‘Je moet uithoudingsvermogen hebben. Je moet bezig kunnen blijven met waar je mee bezig bent en nooit opgeven. Uur na uur, dag na dag, week na week en maand na maand.’

4. ‘Je moet een perfectionist zijn. Dat betekent dat je nooit tevreden moet zijn met wat je hebt geschreven, totdat je het opnieuw en opnieuw herschreven hebt. Maak het zo goed als je maar kan.’

5. ‘Je moet veel zelfdiscipline hebben. Als schrijver werk je alleen, niemand kan je ontslaan als je je werk niet doet, of je erop aanspreken als je slordig wordt.’

6. ‘Het helpt als je een goed gevoel voor humor hebt. Dit is niet essentieel als je voor volwassenen schrijft, maar wel als je voor kinderen schrijft.’

7. ‘Je moet een beetje bescheiden zijn. De schrijver die denkt dat zijn werk geweldig is, komt gauw in de problemen.’

Schrijfgewoontes
Roald Dahl schreef altijd op dezelfde plek en op dezelfde manier: in een oud schuurtje in zijn tuin dat was ingericht als schrijfatelier. Hier zat hij in een kapotte leunstoel, dag in dag uit, te werken aan zijn verhalen. Hij schreef altijd met potlood op geel lijntjespapier, op een schrijftafeltje dat rustte op de armleuningen van zijn stoel. Volgens zijn illustrator Quentin Blake schreef Dahl met de gordijnen dicht, zodat geen enkele afleiding van buitenaf hem zou storen tijdens zijn werk.
Een replica van dit schuurtje en zijn schrijfstoel zijn te vinden in het Roald Dahl Museum vlakbij Londen.
Ten slotte nog een inspirerende quote van Dahl over het schrijven van een boek:

‘Een boek schrijven is als het maken van een hele lange wandeling. Door valleien en langs bergen, en je krijgt het eerste uitzicht over de omgeving en dat schrijf je op. Je loopt een stukje verder; misschien een heuvel op, en als je naar beneden kijkt valt je weer iets anders op, wat je opschrijft. Zo ga je door, dag na dag. Je krijgt verschillende zichten op, uiteindelijk, hetzelfde landschap. De hoogste berg van de wandeling is natuurlijk het einde van het boek: het moet het mooiste uitzicht van de wandeling zijn, waarbij alles samenkomt en je alles overziet wat je gedaan hebt. Maar is het een heel langdurig en langzaam proces.’ 

Door Marije Catsburg