5 tips voor het schrijven van een ultrakort verhaal

Het schrijven van een héél, héél kort verhaal is best pittig. Dat ontdekken de mensen in onze Facebookgroep Schrijven Magazine: Ultrakorte Verhalen elke dag weer. Maar zo moeilijk als het is, zo leerzaam is het. Want je ontdekt pas écht hoe sterk woorden zijn als je het met heel weinig moet doen. We geven je, in de Week van het Korte Verhaal, 5 tips voor het schrijven van een ultrakort verhaal.

1.     Een krachtige openingszin

Je hebt maar weinig worden, dus geen tijd om met een rustige opbouw je lezer het verhaal in te trekken. De eerste zin moet daarom gelijk een knallende binnenkomer zijn en de sfeer schetsen. In welke situatie bevinden we ons? Wie is de hoofdpersoon? Waar zijn we? Wees to-the-point. Nog beter is een openingszin die zowel bovenstaande doet als een emotie creëert.

2.     Laat vulstof achterwege

Er is geen plek voor vulstof zoals (lange) omgevingsbeschrijvingen, onnodige bijpersonages, of ‘lege’ dialoog. Iedere klap moet raak zijn. Focus je enkel op het lijntje dat je verhaal volgt en zet je oogkleppen op. Alle onnodige toevoegingen zorgen voor vertraging, afleiding en leggen bovendien beslag op je kostbare woorden. Je verhaal heeft één plot, kort en krachtig.

3.     Schrappen, schrappen, schrappen

Schrijven is schrappen, maar dat geldt nog honderd keer meer voor ultrakorte verhalen. Vind je het lastig om ‘vanuit het niks’ te schrijven? Begin dan met een langer verhaal, bijvoorbeeld van één A4’tje lang. Een ultrakort verhaal heeft geen vast woordenaantal – wij houden vaak <99 aan, maar er zijn ook ultrakorte verhalen van 5 woorden of 150 woorden. Kies voor jezelf hoeveel woorden jij wil aanhouden. In de meeste gevallen geldt: hoe korter, hoe uitdagender. Start met je lange verhaal en ga aan het schrappen. Welke passages laten het plot niet verder ontwikkelen? Welke details en bijvoeglijke naamwoorden kunnen er weg? Kill your darlings. In het begin zal het een beetje pijn doen, maar het is verbazingwekkend hoeveel er nog van je verhaal overeind blijft als je hem zorgvuldig uitkleedt.

4.     Je verhaal moet rond zijn

Een knaller van een openingszin is belangrijk, maar hoe je verhaal eindigt speelt ook een grote rol bij het succes van je ultrakorte verhaal. Er hoeft natuurlijk geen happy end te zitten aan je verhaal, maar de lezer moet niet denken: en toen? Je begint, je vertelt, maakt emotionele impact en je stopt. Klaar. Met je beperkte woordenaantal moet de lezer het gevoel hebben een complete roman gelezen te hebben. De woorden die je niet gebruikt hebt, kan hij zelf invullen. Tegelijkertijd moet je niet proberen er een te groot verhaal te proppen: je kan geen heel universum in 100 woorden vatten.

5.     Niet uitleggen

Jaja, show don’t tell, we weten het nu wel. Maar bij ultrakorte verhalen geldt dit nog meer dan in gewone verhalen. Blijf in beweging, focus op de actie. Met uitleggen en lange beschrijvingen haal je al het tempo uit je verhaal en in dit geval is er zeker geen plek voor. Laat zien wat er gebeurt, met zo min mogelijk woorden.

Oefenen met deze tips? Word lid van de Facebookgroep Schrijven Magazine:  Ultrakorte Verhalen.

Door Marije Catsburg