Afbeelding
Bron: Pixabay
Bron: Pixabay
Het kan moeilijk zijn om mensen in je omgeving te interviewen, zeker als het om familie gaat. Maar voor het schrijven van jouw familieverhaal moet je écht familieleden interviewen. Dat kan ongemakkelijk voelen of je krijgt maar geen antwoord op je vragen. Vorige week las je in deel 1 al vijf tips om dit handig aan te pakken, nu volgen er nog vijf.
Zeg het eerlijk als het gesprek afdwaalt van de hoofdlijn en kom zelf met een nieuw thema. Houd je lijstje met kernwoorden gereed en gebruik het als je even geen bruggetje naar een nieuw onderwerp weet. Denk eraan dat je als gespreksleider met familie praat, mensen met wie jij waarschijnlijk een persoonlijke relatie hebt. Wees dus niet al te afstandelijk, maak van het interview een echt gesprek. Reageer op de antwoorden die je krijgt. Onthoud wel dat jij de interviewer bent. Jij zal meer moeten luisteren dan praten: jij wilt dingen weten en niet andersom.
Begin het gesprek met algemene gegevens, specifieke jaartallen van wanneer iemand ging studeren of kinderen kreeg. Daarna kun je specifieke thema’s oppakken. Laat merken dat je luistert door met je hoofd te knikken of kort te reageren. Zo wek je vertrouwen. Als je familie vragen terugstelt, is het niet erg om antwoorden te geven. Als jij iets van jezelf deelt, zal je merken dat jouw familie zich ook meer openstelt om dingen met jou te delen. Werk steeds meer naar de thema’s toe waarvan je denkt dat een familielid hier minder makkelijk over praat dan over andere onderwerpen. Denk aan een ruzie of contactbreuk met een ander familielid. Wees niet bang om gevoelige vragen te stellen, anders krijg je niet de informatie die je nodig hebt.
Geef tijdens het gesprek over een ruzie of onaardige opmerking niet jouw mening erover. Probeer het vanuit een neutraal oogpunt te bekijken, zelfs als het over jouw ouders gaat. Zo voorkom je dat je jezelf in een familieruzie mengt of de ruzie nog erger maakt. Je hoort bij de ene eerst de ene kant van het verhaal. Je kan later naar de ander om zijn kant te horen. Daarna kan je beslissen of het voorval van belang is voor het verhaal. Zo ja, dan kan je het beste beide kanten vertellen zonder jouw eigen mening erin te verwerken.
Het is handig een notitieboekje bij je te hebben om aantekeningen te maken. Schrijf geen hele zinnen op, alleen kernwoorden. Zo kun je je aandacht op het gesprek houden. Als iemand iets heel mooi vertelt, kan je natuurlijk een hele zin als quote opschrijven. Dan mag je gerust even vragen of je familielid een paar seconden wil wachten. Wat ook fijn kan zijn, is om het gesprek met je mobieltje op te nemen, zeker als je het interview wandelend afneemt. Je kan je dan volledig focussen op het luisteren en de juiste vragen stellen. Vraag wel even van tevoren of iemand het oké vindt als je het gesprek opneemt.
Veel journalisten stellen de volgende vragen aan het einde van een interview: ‘Is er iets waarvan jij denkt dat het belangrijk is om te weten voor het verhaal, maar waarnaar ik niet gevraagd heb? Zo ja, wat?’ en: ‘Mag ik contact met je opnemen als me nog een vraag te binnen schiet?’ Door de eerste vraag te stellen geef je jouw familielid de ruimte om iets te vertellen wat hij of zij erg belangrijk vindt en waar jij zelf nooit op was gekomen. Dit kan iets opmerkelijks opleveren voor het familieverhaal. Uiteraard beslis jij wat je ermee doet. Door de laatste vraag te stellen, weet je of je in het vervolg nog bij iemand kan aankloppen als je nog een stukje informatie mist.
Door: Deborah de Meijer
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!
Abonnees profiteren van extra voordelen.