Afbeelding

Beeld Marijn van Stralen

Writers Unlimited Hello Darkness Winternachten Festival Den Haag

Stine Jensen ging op zaterdag 16 januari in gesprek met Karl Ove Knausgård. Wat is er nog onbesproken gebleven over het Noorse literaire fenomeen Knausgård? Zelfs Knausgård is aan het einde van het promoten van zijn zes delige cyclus een beetje Knausgård-moe. Toch voelt hij zich ook schatplichtig aan het team van De Geus, dat hem sinds het uitkomen van Vader zo onvermoeibaar heeft geholpen een weg vrij te maken naar het grote publiek. Zes boeken verder wachten er honderden mensen geduldig op een handtekening en een oprechte blik.

Stine begint op de laatste pagina, not longer being a writer, wat is daarvan terecht gekomen? Die zin klopte daar, zegt Knausgård, hij wilde terug naar het leven. Hij ziet het als een literaire suïcide, als het personage Ziggy Stardust. Bowie bleef zich ontwikkelen, had verschillende personages. Hij bleef zichzelf opnieuw uitvinden, als een plaats op de kaart die aan evolutie en verandering onderhevig blijft. Karl Ove kan nu beter met het leven overweg dan aan het begin van zijn reeks, hij had een crisis, was rond de veertig. Zijn boeken zijn het resultaat van die crisis.

Over de eerste pagina’s van de reeks was zijn uitgever uiteindelijk enthousiast. Het is een soort manische confessie. Knausgård: Schrijven gaat over vrij zijn. Zijn boeken gaan over schaamte. Hij wilde onderzoeken wat schaamte is. Zijn boeken gaan over dergelijke mechanismen. Stine vraagt hem wat hij denkt van de generatie van zijn kinderen, een schaamteloze generatie. Hij juicht toe dat zij vrij zijn, maar vindt het vreemd dat waar er vroeger samen werd gezongen het nu om een individueel podium moment gaat. Te ver doorgeschoten individualisme kan verkeerd uitpakken en maakt kwetsbaar.

Knausgård werd in Zweden na het uitkomen van Vader weggezet als onmens. Na een interview in een talkshow klaarde de lucht en was er ruimte voor gesprek. Het bracht een debat tussen de verschillende generaties op gang. De reeks lijkt alle leeftijden en lagen van de bevolking te verbinden. Ook een 50-jarige inheemse vrouw uit Midden-Amerika herkent zich in de boeken.

Tijdens het schrijven van Vrouw stelde hij zichzelf de vraag of hij met de beschrijving van de bipolaire stoornis van zijn vrouw, de situatie voor haar niet enkel zou verergeren. Hij kreeg het met moeite op papier, het bleven versie op versie lege woorden. Uiteindelijk lukte het. Zijn vrouw, Linda, schrijft ook. Ze steunen elkaar, willen zich voldoende vrijmaken van het schrijven, om samen te zijn met hun vier kinderen.

In Vrouw heeft Knausgård het losgelaten de lezer te bedienen, hij voegt grote essayistische stukken toe. Hij heeft de indruk dat het zo ook werkelijk werkt, hij doet boodschappen en denkt ondertussen aan Celan. Zo is het zesde boek geschreven. Het gedeelte over Hitler heeft hij niet zozeer geschreven uit interesse voor de man, maar vooral uit fascinatie voor de omwenteling, het instorten van een orde. De dreiging van de instorting is actueel. Moraliteit blijft veranderen.

Door Amelie Frenken