UKV's van de week: Zweven en Illusoir

Iedere week zetten wij vijf ultrakorte verhalen in de schijnwerpers. Wil jij ook een ultrakort verhaal schrijven? Doe mee in onze Facebookgroep.


Robert Beernink - Afgeven

25 augustus

De acceptant van goederen in de tweedehandsspullenwinkel is kritisch, weet precies hoe brengers van afdankertjes gebreken pogen te maskeren.
‘Wij zijn meestal de laatste halte voor de stort, moeten wat we aannemen echter wel kunnen verkopen. U hebt geen idee wat aan beschadigde of zelfs gewoonweg vieze rommel wordt aangeleverd,’ bast hij, na een stoffen fauteuil met vale leuningen, afgekloven poten en met verdachte kringen bezoedeld zitvlak te hebben geweigerd.
Twee mensen verlaten zo onopvallend mogelijk de rij. De man voor mij staat te drentelen, raapt al zijn moed bij elkaar en stamelt: ‘Deze spiegel doet het nog uitstekend.’
(wel maar 10 vind ik leuks)

Willy Huisman - Vergane glorie

27 augustus

Haar gebit vol etensresten ligt op de salontafel. Toen haar vader zo oud was als zij nu, droeg hij zijn gebit vaak in zijn broekzak. Zelf kan ze ook maar niet wennen aan het ding. Nog erger is haar gehoorapparaat. Haar oren gaan er van jeuken en goed verstaan wat de mensen zeggen lukt nog steeds niet. Misschien moet ze weer eens naar die orenman. Maar hoe moet ze daar komen? Niemand heeft tijd. Geen mens weet wat het is, doof worden. Ze klimt in haar relaxfauteuil en pakt de afstandsbediening. The Bold and the Beautiful wachten op haar.

Jup Goffin - Lamp

27 augustus

Het was lampenkappionnenfeest
in het land van Lichterlaaie
en iedere bewoner liep met
zijn lampenkappion te zwaaien
Doch eentje zwierde iets te hard
met zijn lampenkappion
en was het feest ten einde
nog voordat het echt begon
Het vuur verspreidde zich heel snel
en brandde alles plat
Sindsdien is men in Lichterlaaie
lampenkappionnenfeestjes zat
Nu viert men met zwemvest aan
het waterballonnenfeest 
en krijgt iedereen gratis zwemles
die waterballonnen vreest

Nel Goudriaan - Zweven

29 augustus

Genadeloos brandt de felle zon op mijn oververhitte lijf. Zandkorrels branden tussen mijn tenen. De staalblauwe lucht steekt fel af tegen het witte zand. Ik lik met mijn tong langs mijn kurkdroge lippen. 
Moeizaam sjok ik voort. 
Vanuit het niets klinkt een stem: ‘Kom naar het koele water uit mijn bron.’ 
Voor mijn oog verschijnt een meer met daaromheen sinaasappel- en vijgenbomen. 
‘Eet en drink, er is genoeg.’ 
Met mijn laatste krachten ren ik naar de paradijselijke plek, maar de afstand wordt niet kleiner. 
‘Ik draag je.’ 
Mijn ogen vallen dicht. Ik zweef door de lucht. Hoger, steeds hoger.

Marijcke Cauwe - Illusoir

31 augustus

Marion wist het. Een stralende, jonge bruid. Talentvol, geliefd en bewonderd. Een beloftevolle toekomst aan haar voeten. Zelfzeker stapte ze in de rol van gelukkig getrouwde vrouw. Haar kon niets overkomen. Henri aanbad haar, had een goede baan en, zoals ze had ontdekt bij het kiezen van de meubelen, dezelfde smaak.
Ik wist het niet, volgens Marion. Ik was een grijze mus naast al haar pracht en praal.
Vandaag kwam ik haar tegen. Zeven jaar hadden hun sporen nagelaten. Haar ogen staan dof. Een eerste rimpel trekt zich al baan. Zij is alleen.
Henri is bij mij.