Afbeelding

zoen, romantiek, schrijven, UKV, schrijver, lezen

pixabay

UKV’s van de week: Zoen en teltic

In de groep Schrijven Magazine: Ultrakorte Verhalen dagen we schrijvers iedere dag uit om een ultrakort verhaal te schrijven: een heel verhaal in maximaal 99 woorden. Zowel voor beginnende als ervaren schrijvers is dit een fijne oefening om kort en krachtig een verhaal te kunnen vertellen. Iedere week zetten we er vijf in de spotlights als aanmoediging en waardering. Deze vijf vielen ons deze week op, vanwege hun originaliteit, verrassende wending, kwaliteit of spraakmakendheid.


Zoen – Vivian van Piggelen

2 oktober

Om half zes word ik wakker van de douche. Wat is dochterlief ineens matineus! Ik hoor de föhn en diverse spuitbussen. Als ik opsta zie ik dat haar kamer dicht is.
‘Wat doe je?’ vraag ik.
‘Ik heb zo les.’
‘Wil je koffie?’
Met de deur op een kier pakt ze de beker aan. Ze heeft haar nieuwe shirt aan, haartjes gekruld, rode lipjes.
‘Wat voor les?’ vraag ik.
‘Zoen-les,’ zegt ze.
Huh, bloemetjes en bijtjes?
‘Ben je verliefd?’
‘Sssst!’.
Ze kijkt strak naar haar beeldscherm. Zodra een jeugdige docent verschijnt, glimlacht ze.
Aha, zoom-les. Mijn nijvere bijtje.

Openingszin – Asko De Vries Robles

2 oktober

‘Heb jij de opening?’

‘Eh hoe bedoel je? Daar kan ik toch geen antwoord op geven, ik weet niet waar je op zinspeelt’

‘Verdorie, geef gewoon antwoord, dit is geen hogere wiskunde, nogmaals jij behoort ja ik heb de opening te zeggen, dan zeg ik dat ik zin heb. Dat is dan mijn openingszin.’

‘Ja ik heb de opening...’

Chantal gaat op mijn schoot zitten. Eerlijk gezegd gebeurt er bij mij weinig tot niets, hier had ik geen rekening mee gehouden. Mijn hartslag schiet omhoog.
Ze staat op en lacht ...
‘Heb jij het slot?, dan heb ik zin.’

Zoen – Elka Le Mair

29 september

Tijd voor oefening. Volgens school is hij enkel ‘leeslui’, verder niets.
Samen zitten we op de bank, de thee met koekje is op. Ik sla het boekje open en wijs een woordje aan. ‘Z-o-n-e’, hapert hij.
Kijk nog eens.’
‘Z-e-o-n’, zegt hij en kijkt strak voor zich uit.
‘Probeer het eens langzaam te spellen’, probeer ik.
‘Zzz-ooo-nnn-ee’.
Onbedoeld ontsnapt me een zucht. Hij duwt het boekje weg, snikt en veegt ruw in zijn ogen. Ik wil hem omarmen. Hij stribbelt tegen, geeft zich dan over. Ik knuffel hem. ‘Zoen’, zeg ik lachend. Een waterig lachje, door zijn tranen heen.

Zoen – Nel Goudriaan

28 september

‘Jij hebt gemakkelijk praten,’ snauwt de klapzoen tegen de nachtzoen.’
‘Hoezo?’
‘Ik lig al maandenlang opgesloten in deze kluis, jij hebt elke avond dienst bij getrouwde stellen.’
‘Rustig,’ maant de zuigzoen, ‘als er één te klagen heeft, ben ik het wel. Het hele datingcircuit ligt plat.’
‘Wat dacht je van mij?’ huilt de tongzoen. ‘Ik ben plotseling een bron van besmetting geworden.’
‘Ik heb het razend druk,’ lacht de luchtkus. Ik ben momenteel heel populair.’
‘Wat komt er van ons terecht, nu we verboden zijn?’ zucht de wangzoen.
‘Het komt allemaal goed, fluistert de vlinderkus, maar niemand hoort haar.

Een teltic – Tja Huizing

27 september

Waarom kan ik toch zo moeilijk in slaap vallen? Ik denk en denk terwijl ik helemaal niet wil denken.
‘Ga schapen tellen,’ opperde een vriendin.
Ze bracht me op een idee.
Vijfentwintig meter achter onze tuin ligt een drukke rijweg. Ik besluit om de tijd tussen de voertuigen te tellen.
Die varieert tussen zes en dertien tellen.
Opeens zitten er veertig tellen tussen. Er zal toch geen ongeluk gebeurd zijn?
Gelukkig niet, want daarna hoor ik twee auto’s met vijf tellen verschil voorbijkomen.
Daarom tel ik door.
Op een gegeven moment ben ik uitgeteld.
Morgen ga ik weer tellen.