Afbeelding

oma

Foto: Pexels

UKV's van de week: Oh Maatje en Westerbork

Iedere week lichten wij vijf ultrakorte verhalen uit die ons deze week zijn opgevallen. Dit zijn de verhalen van deze week. Wil jij ook een ultrakort verhaal schrijven? Doe mee in onze Facebookgroep.


Mechtilde Meijer – Oh Maatje

4 maart

Op het grote scherm ziet hij zichzelf met haar op de wildwaterbaan in De Efteling. Ze noemde hem Joepie m’n snoepie en schaterde als hij erop rijmde. Hij noemde haar soms Oma Croma, naar het goudkleurige pakje dat altijd op het aanrecht lag als zij de “hakteballen” braadde, die ze samen gedraaid hadden.
Maatjes waren ze, door dik en dun. Haar reeks troetelnaampjes was eindeloos: apekoppie, motormondje en later Legoprins, choco-ridder en “hakteballen”-mannetje.
Hij hoort ze in zijn hoofd als de kist zakt.
In gedachten ziet hij haar salueren en grijnst. Gekke oma.
Hij slikt. Wat een klotedag.

Erica van Dooren – Weggelopen

6 maart

‘Help even met de sokken,’ sommeert Babette haar dochter. 
Zuchtend houdt Amber vier vrijgezelle sokken omhoog. ‘Hoe kan dat mama?’
‘Dat komt omdat ze weglopen.’
‘Weglopen?’ Amber trekt haar neus op. ‘Stinken mijn voeten zo erg?’
‘Dan waren ze er wel allebei vandoor gegaan.’
Babette tilt de stofzuiger Ambers kamer binnen en opent de ramen. Goh… wat kunnen pubers toch stinken.
Ze plugt de stekker van de stofzuiger in de wandcontactdoos en de zuigende lucht doet zijn dankbare werk. De borstel vindt zijn weg onder het bed. Plop, plop, plop, plop.
Een AMBER Alert is vandaag niet nodig.

Maaike van der Stap – De nacht

9 maart

Mijn lichaam voelt loom, ik adem langzaam mijn hoofd leeg, de ontspanning lonkt. Langzaam komt hij dichterbij, zijn hand streelt liefdevol mijn vermoeide lijf.
Dan begint het. Nee, denk ik, alsjeblieft niet vannacht. Mijn lichaam protesteert, alsof duizenden naalden tegelijk mijn huid doorboren. Houd alsjeblieft op! Iets anders is er niet meer, er is alleen nog dat. Boosheid, nee haat, maakt zich van mij meester. Ga weg, ga alsjeblieft weg! 
Mijn por raakt hem in zijn ziel. Degene die ik het meest lief heb, vermengd met hetgeen ik niet verdragen kan.
Oh lief, waarom snurk je zo?

Marijcke Cauwe – Levensles

9 maart

In mijn jeugd kwam er wel eens een ver familielid op bezoek. Hij was een vrolijke man en het was heel gezellig, maar ik voelde altijd een zekere spanning.
Na zijn zelfmoord werd mij het begrip ‘homo’ uitgelegd.
In mijn volwassenheid gaf ik les aan volwassenen. 
Een mooie, jonge man vertelde mij dat hij homo was.
Ik, stomme trut, nog heel onwetend op dit gebied, zei: “Ach, wat jammer.”
“Waarom?”, vroeg hij lachend.
“Zo’n leuke man als jij zou een vrouw zo gelukkig kunnen maken!”
“Wel, nu maak ik een man gelukkig!’”
Ik had mijn lesje geleerd.

Gino Dekeyzer – Westerbork

10 maart

Het is 6 april 1943. In een volgestouwde goederenwagon hangt mijn dochtertje, elf jaar oud, tegen me aan.
‘Zullen daar ook andere kinderen zijn?’ vraagt ze met grijze ogen.
Een spanning waarop je viool kunt spelen, snijdt me messcherp. Doorheen kieren sprokkel ik moed.
‘Ja, er zullen ook andere kinderen zijn,’ zeg ik maar ik zie ballonnen op een prikkeldraad.
Op het perron staat onze buurman. Hij leerde haar nog lezen, sprak over Peter Pan en peperkoeken huisjes. Nu staat hij bleek aan de andere kant, verstopt in een lange, zwarte jas. Hij zet op een lijst twee kruisjes.