UKV’s van de week: Niets en baken

Iedere week zetten wij vijf ultrakorte verhalen in de schijnwerpers. Wil jij ook een ultrakort verhaal schrijven? Doe mee in onze Facebookgroep.


Marcel Pullen – Niets

19 september

Had ik het geweten, was ik dan thuisgebleven? Me niet laten verleiden door de lonkende vulkaan met z’n ronde, groenglooiende flanken en z’n rokende krater? ‘Kom, bestijg me.’ Verlangens gingen met me op de loop. Vage beloftes van vreemde verten, een zucht naar uitzichten die erom vragen in beelden gevangen te worden.

Wist ik veel, dat vulkanen zich het liefst met wolken omsluieren. Ik balanceer, glibber en glij. Ik tast en dwaal, ik struikel, ik stoot en blesseer. Maar voel, ik leef. De gure, mistige piek in niets het verwachte hoogtepunt, het dal erachter slechts beloken panorama, verholen pracht.

Ronald Leeuwerink – Niets (bij de koffie)

20 september  

Toen de crematieplechtigheid achter de rug was schuifelde iedereen richting het restaurant. Onder het genot van een kopje koffie, normaliter vergezeld van iets eetbaars, werd er ‘gezellig’ nagepraat.

De uitvaartleider meldde zich ook nog even en vroeg aan mijn broer: ‘En mijnheer, was alles naar wens?’
‘Ja hoor, alles was prima geregeld, alleen de cake was vandaag aan de droge kant.’
‘Oh, wat vind ik dat nou vervelend, was hij echt niet lekker?’
‘Ik heb geen flauw idee beste man, we hebben namelijk helemaal geen cake gezien. De kraai wilde eerst nog reageren, maar bedacht zich en verdween.

Remke Jansen – Nieuw contract

20 september

‘En? Is het groen, Truus?’
‘Wat is groen?’
‘De stroom.’
‘O ja, ik kijk even,’ zegt ze en knipt een lamp aan. Een oranjegele gloed verlicht de tafel.
‘Geel,’ zegt hij teleurgesteld.
‘Hè, hoe kan dat nou weer? Daar betalen we niet voor.’ Wrevelig pakt ze de map van de nieuwe energieleverancier. ‘Het zou groen moeten zijn, hier staat het.’ Haar wijsvinger duwt de letters bijna door het papier heen. ‘Kijk: groene stroom. Wacht, ik doe het licht uit en dan weer aan. Dat helpt soms. Let op ...’
‘Nee, hoor,’ zegt hij zuchtend. ‘We zijn weer eens opgelicht.’

Remke Jansen – Niets

20 september

O. Bij het aanmoedigen van de plant heb ik niet stilgestaan bij de kans op succes. Een beetje naïef, misschien. Aan een tomatenplant groeien, als het goed is, tomaten. Dat begrijp ik, maar wanneer heeft zich ooit een zaadje iets van mij aangetrokken? Al die boodschappen die ik bij Albert Heijn haalde teneinde een moestuintje aan te leggen, hebben gemaakt dat ik nu én zo goed als blut ben én een ongezellig stukje grond in de tuin heb staan, met treurige blaadjes en droeve kabouters. En nu toch ineens een tomaat. Ik ben geroerd. Om bijna niets.

Robert Beernink – Baken

22 september

In Londen schuifelt een schier eindeloze rij naar de eeuwenoude hal. Binnen bij de baar even halt, een reverence of buiging en zichtbare ontroering. De sfeer tijdens het urenlange wachten is sereen en beleefd, de mensen voelen zich onderling verbonden.
Na de verschrikkelijke vuurwerkramp in 2000 was de sfeer hier in de stad vergelijkbaar. Men gaf elkaar de ruimte, in het besef dat er hogere waarden bestaan dan het dagelijkse gekissebis.

Het instinctieve verlangen naar leiderschap, veiligheid en saamhorigheid heeft dan de overhand. Zolang de symbolen daarvan sterfelijk zijn, is dat helaas ook het geval voor oprispingen van wellevendheid.