Afbeelding
Foto:Pexels
Foto:Pexels
Iedere week lichten wij vijf ultrakorte verhalen uit die ons deze week opvielen. Dit zijn de verhalen van deze week. Wil je ook meeschrijven? Word dan lid van onze Facebookgroep en laat je inspireren.
26 maart
Mamma lacht, al lachen haar ogen niet mee.
Pappa is er niet.
Gisteravond laat werd ik wakker van hun geschreeuw.
‘Ssssst, denk om Asko..’
IK hoorde mijn deur piepen, maar ik hield mijn ogen stijf dicht.
De buitendeur werd met een klap dichtgeslagen.
Pappa scheurde weg met gierende banden.
Vandaag ben ik jarig en mamma snijdt de taart aan.
Op de taart staan negen kaarsen en ik mag een wens doen.
IK blaas zo hard als ik kan.
Het lukt mij helaas niet om alle kaarsen uit te blazen.
‘Soms moet je een lange adem hebben...’ verzucht mamma.
31 maart
Het kiemt in mij
Het kiemt in mij. Antistoffen. Mijn eerste prik AstraZeneca. Wat pijn op de prikplek. Koorts als ik loop, werk of hoe dan ook me inspan. Moe ben ik, meer moe dan normaal. Temperatuur daalt weer snel, als ik uitrust. Het kiemt in mij. Antistoffen. Hopelijk blijven ze hangen in een geheugen. Het kiemt in mij. Mijn elleboog stoot in een onhandige beweging een bakje herinneringen van het dressoir. Zij vallen op de grond. Stuk voor stuk liggen ze daar, stuk. Ik stofzuig. Over zes weken een tweede prik. Het kiemt in mij. De wereld verandert.
27 maart
Ik ben mijn anker kwijt. Het raakt mij dieper dan ik verwacht. Het anker in de voortuin van mijn ouders hoorde bij onze familiegeschiedenis. Een herinnering aan de opa die ik nooit gekend heb. De opa die binnenschipper was. Het ligt er niet meer, vertelde mijn man. Ze hebben hem weggegeven. Mijn anker. Althans, zo voelde het, maar mijn echte anker raak ik binnenkort kwijt. Nog een paar weken vertelde de dokter. Mijn kussen is nat van de tranen. Mijn keel dichtgeknepen van radeloos verdriet. Straks moet ik weer sterk zijn. Dan ben ik het anker.
30 maart
‘Babs, ik heb hem gevonden!’
‘Wie?’
‘De Here, ik kwam hem tegen toen ik boodschappen ging doen.’
‘Oh John, ga zitten lieverd, dan bel ik de dokter.’
‘De dokter? Hij is kern gezond Babs, alleen een beetje verstrooid.’
‘Ik geloof best dat Hij geen dokter nodig heeft, maar ik bedoel voor jou, John.’
‘Wat klets je nou Babs? Zijn zoon heeft hem opgehaald toen ik hem belde.’
‘O gut, de Here én zijn Zoon? Lieverd toch.’
‘Inderdaad. Ik herkende hem van zijn foto in de krant. “Gezocht Paulus de Here. Paulus heeft in overspannen toestand zijn woning verlaten.”
26 maart
“Kan ik zeggen dat ik kankervrij ben”?
Coronatijd. Voor het eerst kon ik niet mee. Elke 13 weken controle. Ze was vrij te zeggen en vragen wat zij wilde. En dat was haar vraag.
Palliatief. Slechts een woord. Sinds 2 jaar verankerd in mijn geest. Maar wel mijn geest.
“ Helga, dat kunnen wij niet zeggen. Als jij, na 5 jaar nog vrij bent van........dan......”. “ Maar zoals ik nu kan beoordelen.....niet meegemaakt...”.
Ik denk palliatief. Zij naïef.
Zij is gelukkig.
Abonnees profiteren van extra voordelen.
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!
Door ervaren, professionele redacteuren. Goed én betaalbaar!