Afbeelding
Photo by Simon Berger from Pexels
Photo by Simon Berger from Pexels
Iedere week lichten wij vijf ultrakorte verhalen uit die ons deze week opvielen. Dit zijn de verhalen van deze week. Wil je ook meeschrijven? Word dan lid van onze Facebookgroep en laat je inspireren.
20 maart
Een bijna lege bus in coronatijd. Voorin één vrouw met een mondkapje, ikzelf halverwege, met een mondkapje.
Bij de laatste halte van het dorp stapt nog een man in. Hij doet zijn mondkapje voor en scharrelt, heel vreemd, achterwaarts de bus door. Als hij mij voorbijkomt vraag ik waar hij bang voor is. Het besmettingsgevaar lijkt me in deze bus niet erg groot.
Hij wijst naar voren. Op het glas naast de chauffeur zit een sticker met de tekst “Achteruitstappen”.
De man haalt verontschuldigend zijn schouders op en gaat zitten.
21 maart
Ik weet niet hoelang ik hier al lig. Het grindpad priemt me als een spijkerbed. Er sijpelt stroperig vocht uit mijn achterhoofd. Schaamteloze krekels tjirpen de nachtelijke stilte aan diggelen.
‘Winter, hoor je me?’ vraagt een meisje.
Ik hou mijn adem in.
‘Straks wordt het licht. Alles komt goed,’ zegt ze.
Haar doordringende geur van witte lelie bedwelmt me.
‘Ik ben het, Lente. Alles komt goed,’ herhaalt ze.
Met twee vingers voelt ze mijn hartslag in mijn keel. Haar vingers zijn zacht maar ze drukt iets te doortastend.
‘Alles komt goed,’ zegt ze voor een derde en laatste keer.
23 maart
Er wordt over de man met de lege ogen gefluisterd. Hij loopt lichtelijk voorover gebogen, mompelt wat.
Met angstogen vraagt het kind wat er met hem is.
'Lang geleden had hij moderne plannen voor ons dorp,' bij het woord 'moderne' maakt oma met beide wijsvingers twee korte bewegingen in de lucht.
'In plaats van laboratoriumvlees, zouden we bosgeiten gaan fokken, geen verplicht Monsantozaad meer kopen maar zelf zaad winnen uit wilde planten.
Voor ieder probleem had hij een lokale oplossing. De inwoners waren enthousiast. Toen de overheid ervan hoorde hebben ze hem opgepakt.'
Nu is hij weer teruggebracht.
23 maart
Het verschil tussen een bloem en onkruid is een oordeel.
Deze wijsheid gaat door mijn hoofd heen terwijl ik genadeloos één voor één uit de grond trek.
‘Sorry, jongens, hier komen andere planten: rozemarijn, tijm, lavendel, oleanders … Van jullie soort hebben we al zeker dertig exemplaren. Jullie worden ook zo groot, je kunt onmogelijk tien centimeter naast elkaar groeien, dat lukt sowieso niet …’
‘Tegen wie praat je?’ roept mijn man vanuit het terras.
‘Amandelboompjes. Niet te geloven, wat een levenskracht! Elke niet geoogste amandel komt er uit. Het is net onkruid.’
24 maart
Kennelijk zitten ze niet op iets te broeden. Op hoge poten staan ze daar, zij aan zij, hun blik mijn kant op. Alsof ze me verwacht hadden. Ik had gedacht ze druk in de weer te zien, genoeg te doen immers in deze tijd van het jaar. Maar nee, roerloos, wellicht genietend van een echte voorjaarsdag, laten ze de boel de boel. Hun wit met zwarte verenkleed steekt mooi af tegen het strakblauw van de lucht.
Dan verheft de grootste van de twee zich, kleppert en wiekt met wijde slagen het luchtruim in.
De ooievaars, ze zijn er weer!
Door ervaren, professionele redacteuren. Goed én betaalbaar!
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!
Abonnees profiteren van extra voordelen.
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.