Afbeelding

Boze vrouw met een telefoon in de hand

Photo by Nataliya Vaitkevich

UKV's van de week: Lijnen en Boos

Iedere week zetten wij vijf ultrakorte verhalen in de schijnwerpers. Wil jij ook een ultrakort verhaal schrijven? Doe mee in onze Facebookgroep.


Conny Hoogendoorn – Consult

4 september

‘Ik had je niet terugverwacht. Helpen de pijnstillers niet?’
Geroutineerd zet hij een klemmetje op haar wijsvinger en pakt de band van de bloeddrukmeter.
‘Jawel, die spit is bijna over, maar …’
‘Maar met dit wisselvallige weer speelt je reuma op? Hoe gaat het met je longen? Je krijgt nu best mooi adem, toch?’
Hij schuift haar mouw omhoog en schrikt.
‘Meisje toch, dat is een flinke allergische reactie. Wat een bulten!'
Tranen springen in haar ogen. Zijn ‘Jou blijft maar weinig bespaard’ klinkt immers zoveel warmer dan het zuchtend uitgesproken ‘U zou eens niet allergisch zijn’ van de doktersassistente.

Elka Le Mair - Lijnen

4 september

‘Poeh,’ zegt hij ’s ochtends bij het opstaan, hier moet wat af’ en slaat veelbetekenend op zijn buik. 
Rond elf uur neem ik een kop koffie met een koekje. 
‘Geen koek voor mij,’ zegt hij met een zuinig mondje.
’s Middags pakt hij thee en een chocolaatje. ‘Vooruit, één blokje boterkoek,’ zegt hij besmuikt.
’s Avonds om tien uur loopt hij naar de gangkast, komt terug met een fles wijn en een zak chips. Nestelt zich op de bank, schenkt in, scheurt open. 
‘Hè,’ slaakt hij met een tevreden zucht, ‘dáár was ik even aan toe.’

Jeroen van der Doef – Een avond aan zee

5 september

De zon daalt aan de horizon en tekent een dieprode gekartelde streep over het water. Het gouden uur sluipt binnen. Zand tussen mijn tenen, de gil van een kind, de diepe bas uit een muziekinstallatie, de geur van een barbecue: restanten van een zomerse dag die straks herinneringen zijn. Strandhuisjes staan wit afgetekend. In een deuropening staat een man, witte gekrulde haren, witte baard, getaand gezicht. Hij groet me. Op zee deinen lichten. De zon is bijna onder. Dit moment mag eeuwig duren. Dan breekt het beeld in scherven en verdrinkt. Zandkorreltje in mijn oog.

Luc Vos – Boos

5 september

Jouw bestelling is geleverd, schat ... Kom je dit weekend naar huis? Dan kan je het meenemen. Of moet ik het brengen?
Is er iets mis met het pakje? Mocht ik het niet bestellen?
Nee, hoezo?
Je bent er duidelijk niet blij mee
Waarom denk je dat?
Drie puntjes
Oh. Sorry. Je pakje is geleverd, schat.
Zie je wel dat je boos bent
Maar nee. Waarom?
Dat punt aan het einde van jouw zin zegt dat je het niet leuk vindt
Ik bel je.
Waarom pak je de telefoon niet op?
Ik praat niet met je als je boos bent
...

Annemieke Poirters Embrechts – Jaren 60

7 september

Ik strompel naar de telefooncel.
Als er nou maar niemand staat te bellen, ik heb geen tijd te verliezen.
Helaas, er staat iemand met de telefoon in haar hand.
Dichterbij gekomen zie ik haar dromerig kijken en bevallige bewegingen maken.
Ik tik tegen de deur.
Ze draait zich van me af, kirrend in de hoorn.
Ik krimp ineen en ram op de deur.
Geërgerd opent ze de deur op een kier.
‘Moet je plassen? Da’s verderop en kappen nou!’
‘Nee , stomme trut, optelefoneren, mijn vliezen zijn gebroken!’