Afbeelding

In de groep Schrijven Magazine: Ultrakorte Verhalen dagen we schrijvers iedere dag uit om een ultrakort verhaal te schrijven: een heel verhaal in maximaal 99 woorden. Zowel voor beginnende als ervaren schrijvers is dit een fijne oefening om kort en krachtig een verhaal te kunnen vertellen. Iedere week zetten we er vijf in de spotlights als aanmoediging en waardering. Deze vijf vielen ons deze week op, vanwege hun originaliteit, verrassende wending, kwaliteit of spraakmakendheid.
6 februari
“Aan taaafel!” klinkt het vanuit de keuken. “Wat eten we?” galmt het terug. “Kom en je kan het zelf zien! Begin maar vast, even een pleister zoeken.”
Rommelend in de keukenlade grinnikt Marie. Het was een leuk maar pittig ritme. En ze had gewonnen van die eigenwijs druppende kraan. Woest schudt Marie met één hand aan een plastic rolletje. Heh! verband zit altijd in van die onhandige verpakkingen.
In hetzelde ritme van de druppende kraan had ze de boerenkoolbladen aan stukken gehakt. Helaas hakte Marie íets te lang door en drupt het nu uit haar vingerloze hand.
‘Adem diep in en uit, laat alles los. Als er toch gedachten voorbijkomen: ze mógen er zijn. Als vogels vliegen ze voorbij. Jij bent in het hier en nu ...
Voel de ruimte die vrijkomt. Vul niets in, maar laat die ruimte er zijn. Adem in en adem uit. Houd de ogen gesloten en richt je aandacht op je buik. Voel de spanning en dan weer de ontspanning.’
Ik voel een lachkriebel omhoog komen, krampachtig probeer ik deze in toom te houden.
‘Alles mag er zijn. Alles is goed, niets is fout.’
Ik schaterlach, warm vocht sijpelt langs mijn benen.
3 februari
‘Hallo lieverd, de Amaryllis is nu 95 cm hoog. De knop wordt ietsje dikker,’ zegt opa op het antwoordapparaat. Hij houdt me nauwgezet op de hoogte: 36 cm, 54 cm, 76 cm, maar bloeien ho maar. Ik had hem de bol twee maanden geleden voor de kerst gegeven. Daarom bezoek ik hem nu met een bos instant rode tulpen, als vervanging. Het groene gevaarte staat midden op zijn salontafel, de steel gestut door zijn wandelstok en met touwtjes vastgebonden aan de kroonluchter erboven.
‘Haal toch weg opa, het wordt niks,’ zeg ik.
‘Ik heb de tijd,’ zegt opa.
De optimist.
3 frebruari
Buiten schemert het. De eerste stralen van het lantaarnlicht glippen door de gordijnen.
“Kun je iemand missen die nooit onderdeel van je leven is geweest?” Je hand trekt cirkels over mijn blote rug. Ik denk na en duw me dichter tegen je aan. Het dekbed kriebelt aan mijn tenen.
“Ja,” zeg ik, “van een illusie kun je best houden. Met papieren dromen kun je nog steeds een kaartenhuis bouwen, zolang je er zelf maar in gelooft.”
“Mooi,” zeg je en je vouwt je armen om me heen. “Dan ben ik blij dat ik je nog op tijd gevonden heb.”
6 februari
We werden verliefd in de lente. Daarna kwam de zomer en zij was mijn zon. Toen begon de herfst. We maakten steeds meer ruzie, waarover weet ik niet meer.
In november ging ik naar haar toe. Ze lag daar, als was het gewoon een droomloze slaap, maar het was een diepe coma. Ik weet niet meer hoe lang ik daar gezeten heb. Ik heb haar alles vergeven, maar ze wou niet terugkomen.
Ik weet niet waar ze nu is. Daar heb ik ook geen behoefte aan. Maar ik weet wel dat het nooit winter is geweest.
In deze serie geven we je aan de hand van schrijfadviezen van ervaren auteurs en heel veel oefeningen een goede basis. Meld je nu aan om alle afleveringen in deze serie te lezen!
Wanneer moet je een actiescène inzetten en hoe doe je dat? Martijn Lindenboom geeft een spoedcursus in het komende nummer van Schrijven Magazine!
Wil je je eigen verhaal op papier zetten? Dan kan je deze workshop niet missen! Kathy Mathys deelt veel tip + oefeningen.
Veel aspirant-schrijvers vergeten het: de enter-toets. Redacteur Rob Steijger legt het belang van juist alineagebruik uit.