Afbeelding
Foto via Unsplash
Foto via Unsplash
Iedere week zetten wij vijf ultrakorte verhalen in de schijnwerpers. Wil jij ook een ultrakort verhaal schrijven? Doe mee in onze Facebookgroep.
Steevast elke Koningsdag steekt hij de vlag uit, met Dodenherdenking zakt het doek een haak en op Bevrijdingsdag hangt de driekleur weer in top.
‘Je bent vandaag de wimpel vergeten,’ merk ik op.
‘Een lastige kwestie,’ mompelt hij. Ik wil weten waarom. ‘De kleur oranje hoort natuurlijk bij het Koningshuis en is ideaal om ons te onderscheiden in, bijvoorbeeld, stadions. Maar dat staat inmiddels geheel los van de kleur van de vorst zelf, die almaar verder vervaagt.’
‘Dus je twijfelt of je een statement wilt maken?’
Hij antwoordt niet. Later die dag zie ik de wimpel toch hangen. Halfstok.
‘Joden beest, joden beest.’
Langs de ring stampen SS- officieren met hun laarzen. Klappen in hun handen. Heffen hun gestrekte armen ten hemel. ‘Sieg Heil, Sieg Heil.’
Onder luid applaus wordt de eerste jood knock- out geslagen. Twee uitgemergelde gestaltes in de ring bevechten elkaar om de hoogste plaats in de rangorde. De verliezer wordt met een pistoolschot uit zijn lijden verlost. Één bokser blijft staan, altijd staan. De officieren juichen hem toe.
‘ Joden beest, Joden beest,’
Zijn ziel en zaligheid zou hij geven, om de oorlog te overleven...
Hij werd bekend als de bokser van Auschwitz.
Herinneringen vullen mijn woonkamer. Tijd rommelt aan de setting. Oma vraagt wat ik op de boterham wil. Ik knipper; ze drukt een gulden voor de kermis in mijn hand, na mijn dankjewel is het december. Snoepend van mijn chocoladesigaretten, draai ik om een herinnering die niet van mij is. Mijn vader en opa fluisteren in het halfdonker over wat staat te gebeuren. Tabaksrook drijft mee op woorden over hoe het vuur van fascisme te doven. De molen stopt, ze knipogen naar me.
Het tijdsgewricht stond op pauze, het programma is hervat terwijl wij sliepen.
De zon hangt nog laag. Ik neem mijn thee mee de tuin in. Lekker, zo rustig buiten. Ik plof in een stoel en door iets - de verplaatsing van de lucht misschien - ruik ik mijn vroegste kindertijd in onze tuin in Amsterdam. De zon op de muur, de dauw op de aarde. De geur van veiligheid en onschuld. Ik was een kind in de zestiger jaren.
Ook in de oorlog was er zon en is er dauw.
Ik was er toen niet bij en ik ben er nu niet bij. Wat weet ík er nou van?
Voorjaar 1945. Leunend tegen het aanrecht staart ze naar buiten. De ontluikende natuur trekt zich niks aan van de oorlog die gaande is.
Haar gemijmer stopt abrupt. Er komen twee jonge soldaten aanlopen. Eentje houdt een dode haas vast, kop en voorpootjes bungelen omlaag. Behoedzaam opent ze de voordeur. In het Duits vragen de jongens of ze de haas wil klaarmaken.
Ze hebben gewoon honger, beseft ze.
Ze pakt haar mes, vilt het dier en bereidt het. Met gevulde magen vertrekken de soldaten weer. Ze gaat opgelucht zitten. Dan schrikt ze op. Twee knallen.
Het bleek hun laatste maaltijd.
Topauteur Herman Koch geeft naar aanleiding van het verschijnen van zijn nieuwe boek advies aan jonge schrijvers. Meld je aan!
Ervaren redacteur Maria Genova deed voor Schrijven Online meer dan dertig manuscriptbeoordelingen. Lees haar tips in het komende nummer!
Mariken Heitman geeft tips! Meld je aan en ontvang dit nummer.
Dit nummer niet missen? Neem vóór 24 januari 23:59 u. een abonnement dan ontvang je dit nummer!