Afbeelding
Photo by Ylanite Koppens
Photo by Ylanite Koppens
Iedere week zetten wij vijf ultrakorte verhalen in de schijnwerpers. Wil jij ook een ultrakort verhaal schrijven? Doe mee in onze Facebookgroep.
27 november
Bij het scheiden van de markt op de Albert Cuyp heeft ze al twee kilo tomaten voor een euro gescoord. Nel heeft zo haar vaste route, dus nu nog even langs de viskraam.
‘Heb ie nog een stukkie zalm voor me Nelis’ vraagt ze. ‘Spijt me wijffie, maar de laatste moot is me net door de vingers geglipt.’
‘Ach jessis,’ antwoordt Nel. ‘Heb ie dan wat vergelijkbaars voor me,’ waarop Nelis naar z’n maat achter de kraam roept: ‘Sjaak, hebben we nog wat vergelijkbaars voor Nel?’ Zonder zich te laten zien roept Sjaak: ‘snoekbaars, vergelijkbaars, alle baars is uitverkocht.’
29 november
Wat ik jammer vind, is dat mijn polsen achter mijn rug geboeid zijn. Nu rust het gewicht van mijn bovenlichaam op de v-vormige inkeping van de plank waar straks het gladde stalen mes langs zal suizen. Of geen suizen, het klieven van mijn nek zal de snelheid van de valbijl behoorlijk afremmen.
Ik begrijp niet waarom de inkeping niet halfrond is. Dan zou het drukkende gewicht meer verdeeld worden. Misschien was compassie bij het maken van dit apparaat geen overweging, ik maak me geen illusies.
Het gejoel voor mij stopt. Alles wordt stil. ‘Doeg’, hoor ik mezelf mompelen.
29 november
Denk maar niet dat je ons kent. Je ziet een rij bomen, neigend naar winterkaal. Wie wij werkelijk zijn, bevindt zich buiten jullie gezichtsveld. Mollen, paddenstoelen en andere onderkruipers weten er meer van. Jullie maken souvenirs om te delen via de lucht: kijk eens waar ik geweest ben! Maar het voornaamste hebben jullie niet gezien. Wij communiceren via netwerken die werkelijk leven. Hak ons om, wij zullen huilen, maar niet sterven. Wij leven door, tot lang nadat jullie zijn uitgestorven. Wíj zijn de ondergrondse kracht. Onderschat ons niet.
29 november
Mijn vader neemt mij op schoot.
Ik probeer mij groot te houden.
Moeder kijkt op de klok, bijt op haar nagels.
De klok verspringt.
Nog vijf minuten… Een deur gaat al open.
Boven de deur gaat een rood waarschuwingslicht langzaam uit. Mijn hart begint wild te bonken. Al doe ik net of ik niet bang ben. Meestal krijg ik na afloop dan nog iets lekkers.
‘Asko,’ klinkt de stem van de dokter met de lange nek. Hij heeft een grappige muts met olifanten erop. De vorige keer waren het nog giraffen.
29 november
‘Truus, ik zweer ’t je, ik laat ‘m eersdaags opberge, die gek van mijn.’
‘Hoezo dat dan Mien?’
‘Vraagt ie me niet of ik mijn lippe niet iets voller wil late make, je weet wel, met dat silieputie gebeure.’
‘En toen, wat zei jij?’
‘Ik hebt die guppekop ’n dajakker verkocht en gezegd dat ie die dikke lippe gratis van mijn gekrege heb.’
‘Nou Mien, stel je voor dat ie gevraagd had je voorgevel te vergrote?’
‘Neemt van mijn an Truus, dan had die halve zool voorlopig geen kindere meer kenne make, en zekers niet staand kenne plasse.’
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.
Door ervaren, professionele redacteuren. Goed én betaalbaar!
Abonnees profiteren van extra voordelen.