Afbeelding

Zonnebloemen

Foto via Pexels

UKV's van de week: Geel en Plantbepaling

Iedere week zetten wij vijf ultrakorte verhalen in de schijnwerpers. Wil jij ook een ultrakort verhaal schrijven? Doe mee in onze Facebookgroep.


Elsbeth Boom – Geel

2 juni

Ze wordt door de vreemde vrouw in bed gestopt onder het gele dekbed. Na een 'welterusten' en een snelle aai over haar hoofd gaat het licht uit. Ze is bang, in het donker is er niets om aan te haken. Geen herkenning van vormen, geluiden klinken anders, ze is helemaal alleen. Ze verstopt zich onder haar dekbed voor de demonen.
Na een onrustige nacht kijkt ze naast zich.
'Waar is hij?', ze klampt de vrouw in de bloemetjesjurk aan die binnenkomt, 'waar is John?'
'Hoi mam, ik heb je lievelingsrozen, gele. Ik zet ze wel meteen in een vaas.'

Erik van der Velden – 191 jaar

2 juni

‘Gefeliciteerd met je verjaardag, schatje.’ Alle rimpels in haar tandeloze gezicht krullen vrolijk op.
Langzaam opent Ferdinand zijn kijkers. Glunderend gaat hij rechtop zitten terwijl zijn vrouw een dienblad over zijn schoot legt. Op de omelet en de koffie dansen dampspookjes. Zijn knokige vingers trillen wanneer hij het pakje naast het bord opent.
‘Een zilveren gulden uit 1820!’ jubelt hij. ‘Oh, mijn gouden meisje.’ Zijn kus op haar koontje golft door haar gebochelde lijf. Verliefd neemt ze de gulden over en maakt de piekenbuis vol met de honderdste munt.
‘Oh ja, morgen is hij jarig,’ glimlacht ze verheugd.

Trudy Pas – Plantbepaling

31 mei

Onze gezamenlijke appartementenhal is zonnig maar kaal. ‘Mag mijn grote ficus er staan?’
Buurvrouw Thea doet mee met een citroengeranium, die wil zij kwijt. Dat Greet ze verzorgt is ons niet opgevallen, wel dat de ficus opleeft en de geranium bloeit.
In week drie komt Greet, tot onze schrik, met een dieffenbachia en sanseveria aanzetten. Daar moet van ons camouflage omheen: een kamerlinde ervoor, klimop ertegen, een Suzanne-met-de-mooie-ogen erboven. Greet gromt met de gieter in aanslag; háár zorg!
Groot kabaal klinkt. Planten worden driftig uit potten gerukt. De grote plantenoorlog is begonnen; we kunnen ons huis niet meer in.

Cora van B – Mist

30 mei

Ik zoek maar zie tussen strand en horizon alleen een grijze deken. Ik licht een hoekje op: ‘Zee, ben je daar?’
‘Ssst, ik mist.’
‘Waarom?’
‘Hoezo waarom, mist jij nooit als je alles zat bent?’
O ja. ‘Zee, wil je een knuffel?’
‘Brrr.’
‘Zal ik voor je zingen?’
‘Alsjeblieft niet.’

Ik installeer me naast haar. Zwijgend ligt zij onder haar deken, ik op mijn handdoek. Soms gromt ze, dan brom ik instemmend. Tot ze haar deken wegduwt en bruisend verrijst.
‘Ga maar.’
Ik pak mijn spullen, vraag: ‘Zal ik nog eens langskomen?’
Ze golft: oké.
‘Dag zee.’
‘Dag mens.’

Kitty Van Zomeren – Oververhitte eitjes

28 mei

Ik sta met een blauw oog in de keuken. Overal ligt bestek, zo kwaad waren ze.
Met alle macht heb ik alles proberen te ontwijken. Er zit een theelepeltje in mijn knot en aan mijn trui hangt nog een vork, duidelijk tussen mijn ogen gemikt.
Ik heb het absoluut niet zo bedoeld, ik paste alleen toe wat mijn moeder me altijd verteld heeft. Ik veeg de pannenkoekenmix van mijn gezicht, het kartonnen pak is opengesprongen tegen mijn voorhoofd.
Beduusd bel ik mijn moeder.
“Mam?...”, vraag ik zacht… “Hoe hard mag je eieren na het koken eigenlijk laten schrikken?”