Afbeelding
Photo by Tatiana Аzatskaya
Photo by Tatiana Аzatskaya
Iedere week zetten wij vijf ultrakorte verhalen in de schijnwerpers. Wil jij ook een ultrakort verhaal schrijven? Doe mee in onze Facebookgroep.
8 januari
Hij geloofde niet bij leven en ook in het aanzien van zijn eigen dood blijft hij volhardend.
‘Ik zal toch voor je bidden,’ zegt zijn moeder, ‘God is barmhartig.’
‘Hou me liever vast, ma.’
Ze omarmt haar zoon en fluistert psalmen. Hij laat het, het is ook haar afscheid.
‘Ik ben er klaar voor.’
De thiopental doet meteen zijn werk.
Maar er komt geen diepzwart. Hij is er nog steeds, zou ze dan toch gelijk hebben? Hij wacht op het licht, iets.
Zijn moeder huilt en hij voelt hoe ze hem kust.
Hij ruikt het laken op zijn gezicht.
8 januari
Ik zie twee mensen tussen de bloeiende bollen. De hoofden gebogen, handen op de rug. Ze gaan langzaam gelijk op. Af en toe stopt het duo en bukt een van de twee om een bloem, met bol en al, uit de grond te trekken. De bol die het bukken waard is, is de dwaling: een ander soort dan de 10.000 bollen die om hem heen staan. Hij is ergens in het teeltproces in de verkeerde partij beland en verraadt zich, nu hij kleur heeft bekend.
De telers rechten hun rug en lopen bedachtzaam verder door het bontgekleurde tapijt.
9 januari
‘We gaan voor een volle kaart.’
Ze moet er nog zeven. Ze heeft een kans.
‘Nummertje negenentwintig.’
Tinie heeft negenentwintig ziet ze, maar Tinie kruist ‘m niet af. Tinie zit niet op te letten.
‘Twaalf.’
Ja, die heeft ze. En ook tweeënvijftig kan ze markeren met haar bingostift.
Een aantal getallen later staat alleen nummer zevenendertig nog open.
‘Zevenen…veertig.’
‘Bingo!’ klinkt het van achter uit de zaal.
Nee!?
Vlak daarna de bevestiging: ‘Een correcte bingo, Irene wint de cursus Zen met Yoga.’
Het gaat vanzelf: als Irene met haar waardebon voorbij loopt, strekt ze haar been.
9 januari
Genietend van het uitzicht van de buiten zijn oevers getreden Drentsche Aa, hoor ik op het bevroren fietspad achter mij een noodkreet en krakend ijs. Als ik me omdraai, ligt een onfortuinlijke fietser languit in de halfbevroren greppel naast het fietspad.
Kreunend en hulpeloos kijkt hij me aan en tegelijkertijd begrijp ik, dat hij niet op eigen kracht uit zijn benarde positie overeind kan komen. Samen met een nog een te hulp geschoten passant slepen we de man op het droge. Dan zien we tot onze verbijstering een onderbeen in de greppel liggen.
‘Potverdorie,’ jammert de ongelukkige. ‘Mijn prothese …’
10 januari
Was ik te gevoelig voor deze wereld? Mijn denken bracht me in een spiraal van angst. Angst die zich wortelde en voedde en groeide tot buitenproportionele afmetingen. Die zich vertakte en nestelde in alle kiertjes en gangetjes van mijn brein.
Dat ik alle zeilen bij moest zetten om met mezelf te leven was één ding. Dat anderen me gingen mijden, was erger. Mijn geliefden zouden wanhopig worden als ze de uitzichtloosheid van mijn angst kenden. Het laatste wat ik wilde was hen pijn doen. Zo restte me maar één weg: me verstoppen in de krochten van mijn hel.
Door ervaren, professionele redacteuren. Goed én betaalbaar!
Abonnees profiteren van extra voordelen.
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.