Afbeelding

Straatje in een dorp

Foto: Enric Cruz López via Pexels

UKV's van de week: Dagje Zeilen en Het Dorp

Iedere week zetten wij vijf ultrakorte verhalen in de schijnwerpers. Wil jij ook een ultrakort verhaal schrijven? Doe mee in onze Facebookgroep. 


Keesjan Roeland - Mening

10 september

Na het herzien van haar mening gebeurden dingen op een heel andere manier dan ze verwacht had. Overdag veranderde haar beleving intens (vermoeiend), ‘s nachts trok ze zich terug in de schaduwen, waar haar ouders verstoppertje spelen met hun broertjes en zusjes in tijdloze duisternis. Mensen die ze niet kende kwamen toch bekend voor. Vreemde gezichten keken haar vertrouwd aan, alsof zij ze vroeger dagelijks had gezien. Bekenden en onbekenden, levenden en doden, ze verschenen en verdwenen. 
Toen ze wakker werd was er niets dan leegte. Misschien is het de leegte waarin ze zijn verdwenen, dacht ze.

Marion Reeuwijk - Remmerswaal - Dagje zeilen
 

12 september


'Wil je ook eens zeilen?' vroeg Frank. Ik ging overstag en nam het roer en de touwtjes in handen. Dat was geen succes. We gingen met een kluitje in het riet. De zeilen werden gestreken en we tuften verder naar de sluis. De mannen draaiden het sluisje open. 
'Vaar jij de sluis uit?'
Liever niet, dacht ik, de beste stuurlui staan aan wal. Halverwege de vaart bleken de boeien nog overboord te hangen. 
'Jouw schuld,' grapte Frank. 
Lekker boeien, dacht ik. 
'We zitten met z'n allen in hetzelfde schuitje.'
Met de haven in zicht brak de storm los.

Remke Jansen - Glunder 

13 september

Mijn oma was een glundere vrouw, altijd in de weer met zeep en borstels. Ik weet er niet alles van, maar er was een bleekveld en een wasbord. Een linnenkast met gesteven tafellakens en een houten rekje voor de klompen. 
Mijn opa had grote handen, waarmee hij mijn oma, zijn glundere vrouw, op de schouder klopte. Letterlijk of figuurlijk, dat weet ik niet. Of het waar is eerlijk gezegd ook niet. 
'Beste meid,' zei hij dan misschien – hij was niet zo amoureus aangelegd, denk ik – 'dat heb je weer goed voor mekaar.' En wie weet, glunderde zij dan ook.

Rom Molemaker - Het dorp 

13 september

De stemming is gedaald tot onder het nulpunt. De virusmaatregelen van de overheid vergroten het chagrijn en de mistroostigheid in de winkelstraten.
Een bakfiets, voorzien van een forse geluidsinstallatie, rijdt het plein op.
'Kom op, mensen,' roept de man in het zadel. 'Laat je niet kisten, heb geduld, tel je zegeningen!'
Mensen kijken elkaar beschaamd aan.
'Misschien heeft hij gelijk,' mompelt iemand.
En een ander: 'Ja, we zijn slappelingen.'
'Kijk om je heen,' klinkt uit de luidsprekers. 'Besef in welk een prachtige plaats je woont. Proef de naam ervan!' roept de burgemeester van het pittoreske dorpje Glunder.

Nathalie Lemaitre - Glunderen 

13 september

'Hoezo, je moet nog buiten?' snauwt hij me toe. 'Weet je wel hoe hard het regent?'
'Nee,' antwoord ik sarcastisch. 'Ik dacht dat het gewoon ontdooide sneeuwvlokken waren die vielen. Wacht nu toch gewoon. Ik weet wat ik doe.'
'Het zal wel weer,' zucht hij, en trekt zijn doorweekte regenjas aan.
Daar gaan we dan, op naar de hondenweide, onder een stralende zon. 
'Brave meid,' zegt hij en aait me over mijn bol. Ik zie zijn ogen glunderen. 
De eerste keer dat je een tennisbal vangt, vergeet je nooit.