Afbeelding

Duomo Milaan

Foto: Unsplash

UKV's van de week: Audiëntie en Terug naar Milaan

Iedere week zetten we vijf ultrakorte verhalen in de spotlights. Lees hier de verhalen van deze week. Ook een ultrakort verhaal schrijven? Word lid van onze Facebookgroep en schrijf mee.


Marion Reeuwijk – Remmerswaal - Rommel

5 februari

'Bah, ook niet eetbaar.’ De zwarte kauw mikt het witte papieren handdoekje op de grond. Waarom zijn die afvalbakken zo vol, vraagt hij zich af. Hij ruikt iets lekkers, maar kan het niet vinden. Hoppa, het volgende papieren handdoekje valt op de grond. Wat een troep, denkt hij. Het volgende ding dat hij op de grond mikt, is een mondkapje. Daarvan zitten er meer in. Met zijn kraaloogjes kijkt hij om zich heen. Een vrouw in een rode jas komt met haar winkelkar de Lidl uitrijden. Ze kijkt misprijzend naar de rommel naast de afvalbak. Hij kijkt boos terug.

Suzanna Esther – Op Weg

6 februari

Waar ter wereld ik nu zou zijn, ik besef dat zelfs in een authentiek steegje in Lissabon, op een berg in Tibet of op een ijsbreker in Antarctica de stilte indrukwekkend is, de leegte leeg, mijn hoofd zwaar, mijn amygdala vol met oude pijn. Schoonheid verblindt en dekt af terwijl onder die schoonheid de pijn van het beschadigd zijn ligt. De rauwheid van het hier en nu, de grauwheid van ochtenden, het dagelijks besef dat het leven geen eeuwigdurend hoogtepunt is, gaat me elders slecht af. Vijfenvijftig jaar en nog niet helemaal thuis maar ik ben op weg.

Chantal van Aken – Audiëntie

7 februari

Ik kan niet stilzitten. Van de zenuwen, maar ook vanwege mijn koude billen. Maar ja, als je op audiëntie mag bij Koning Winter, klaag je niet.
Ondertussen oefen ik mijn vraag. Er is mij er eentje gegund, dus die moet er vlekkeloos uitrollen. 
Plots steekt de wind op. Sneeuwvlokken jagen door de lucht en dan staat hij voor me; één en al majestueuze ijzigheid.
'Wat is je vraag, kind.' Zijn stem dondert. In zijn ogen schittert het noorderlicht. Een poolvos jaagt in zijn baard.
Ik sta als bevroren. Er komt geen woord over mijn lippen; enkel wolkjes ijskristallen.

Ema Sindelarova - Nieuwe sport

8 februari

Het waren stressvolle jaren. Mijn schattige dochter haalde op haar achttiende haar motorrijbewijs. Ik keek uit het raam hoe ze op de achterwiel wegreed. Later ging ze kickboksen. Ik durfde niet te kijken. Bont en blauw kwam ze uit de wedstrijden, die ze meestal won. Ik heb haar laatste wedstrijd gezien en gilde mijn stembanden stuk. Ze won. Daarna stopte ze, want op je 33ste ben je oud in de ring. Wat een opluchting, ze is nog heel. Nu op zoek naar een nieuwe sport. Ik dacht aan tennis of volleybal. 
‘Mam, ik ben er uit. American football! Fantastisch!’

Luc Vos – Terug naar Milaan

9 februari

‘Twee wijntjes graag.’
De dienster brengt ze, ik raak ze niet aan. Ik loer naar de Duomo die schittert in de ondergaande zon. Jij loopt over het grote plein naar mij. Je lacht, wuift. Zo blij mij te zien. De heldere zon strooit warme stralen over mijn lijf, mijn hart schreeuwt binnen een muur van ijs.
‘Nog iets, meneer?’
Ik schud nee en kijk over het plein. Weer loop je naar mij toe. Je wuift en lacht. Opnieuw ben je blij.
De waarheid ontploft als jouw beeld steeds meer vervaagt.
Nee, ik zie jou nog! Ik zie jou nog!