Afbeelding

Pixabay

Tien manieren om op te vallen bij een uitgever

Uitgeverijen krijgen dagelijks vele manuscripten opgestuurd. Hoe zorg je er dan voor dat jouw manuscript opvalt en niet wegvalt in de slushpile? Willemijn Sterk vertelt haar tien manieren om op te vallen bij een uitgeverij. Een van die manieren is bijvoorbeeld het winnen van een schrijfwedstrijd, of het opsturen van je manuscript

1. Publiceer je beste werk bij een tijdschrift

Door jouw werk in een literaire tijdschrift gepubliceerd te krijgen, zullen uitgeverijen jouw naam zien. Veel uitgeverijen houden namelijk literaire tijdschriften bij, en zullen dat goede verhaal met jouw naam er onder ook zien staan. ’ Stuur daarom je verhaal, gedicht, essay of scenario naar de juiste bladen: de Revisor, Bunker Hill, De Gids, Tzum of Krakatau en hun collega’s. En daarna weer. En weer. Net zolang tot je dat ene briefje, mailtje of telefoontje krijgt. ‘Wij hebben uw werk gelezen en zijn zeer geïnteresseerd in uw verhalen. Heeft u er nog meer?’

2. Win een literaire prijs of een schrijfwedstrijd

Een andere manier om op te vallen is je werk in te sturen naar schrijfwedstrijden of literaire prijzen. Al is het alleen maar omdat je zo gedwongen wordt je beste beentje voor te zetten. En als je wint, heb je in ieder geval een literaire pluim die je op vele manieren kunt gebruiken – bijvoorbeeld om met een uitgever in contact te komen.

3. Probeer door te dringen in literaire kringen

Het lijkt een enorme omweg, en soms een beetje treurig, maar het werkt. Wie in de buurt verkeert van uitgeverijen, redacteuren en schrijvers, krijgt langzamerhand een voet tussen de deur. literaire kringen verkeren geeft je twee voordelen: je leert het vak, én je leert de mensen. Genoeg redacteuren, lectoren, correctoren die na verloop van tijd hun eigen literaire pad uit stippelden.

4. Bestudeer de uitgeverijen

Elke uitgeverij heeft een ander fonds, een andere signatuur, een andere manier van naar de wereld kijken. Voor nonfictie (reisboeken, essays) kun je beter bij Atlas terecht, voor poëzie bij Meulenhoff of De Bezige Bij. Kijk bij de boekhandel welke soort boeken en auteurs bij welke uitgeverijen horen. Maak zelf een analyse waar jij het beste bij zou horen. En laat dat de uitgeverij weten.

5. Stuur je manuscript op

Heus, het werkt. Nog altijd. Het kan heel lang duren voordat je een antwoord krijgt, maar als een uitgeverij een goed manuscript binnenkrijgt dat in hun fonds past, zullen ze je benaderen. Stuur je manuscript niet naar tientallen uitgevers, maar naar hoogstens twee of drie – degenen die bovenaan je lijstje staan. Bel niet op, zelfs niet als je na maanden niks anders hebt gezien dan het befaamde briefje ‘dank voor uw inzending’. Ga gewoon door met schrijven en blijf hopen.

6. Stuur niet je hele manuscript op

Een van de misverstanden die bij veel beginnende schrijvers leven: dat je een heel boek op moet sturen, het liefst in een prachtige ringband of zelfs ingebonden. Vooral dat laatste is voor de meeste uitgeverijen een gruwel, want dan moeten ze het hele manuscript weer lospeuteren om te kunnen kopiëren. Een heel manuscript is ook niet nodig: stuur een paar fragmenten, bijvoorbeeld het beginhoofdstuk, een geslaagd middendeel en het eind.

7. Stuur nooit alleen een bestand

Het lijkt zo eenvoudig: even een mailtje schrijven naar de uitgever, manuscript als attachment er aan vast en klaar is kees. Of een diskette in een envelop, ook lekker makkelijk. Natuurlijk zijn er her en der uitgevers die geen bezwaar hebben tegen deze moderne middelen, maar de meeste zullen je attachment of je diskette linea recta terugsturen. Een beetje inspanning van jouw kant is dan ook van groot belang. Druk je werk af en stuur het op.

8. Beschouw de uitgever als lezer

Een uitgever voelt zich vaak De Eerste Lezer: zijn oordeel is van belang voor al die andere lezers. Hij is geen familielid, geen vriend, maar een gewone neutrale onafhankelijke lezer, die het filter vormt naar de lezersmarkt. Allereerst zal hij kijken of het manuscript hem sowieso boeit: zowel de inhoud als de vorm. Dan stelt hij zichzelf de vragen: zouden anderen dit willen lezen? Maar het allerbelangrijkste: raakt dit werk je als lezer

9. Leer van je afwijzingen

Als je werk een paar keer is teruggekomen mét commentaar heb je in ieder geval een aanwijzing wat er eventueel schort aan je werk. Vraag er desnoods expliciet naar bij de uitgever: wat mist er, wat kan ik er aan doen? Luister en lees heel precies wat de redacteur of uitgever bedoelt. Herschrijf vervolgens niet meteen je hele boek, maar werk aan je tekortkomingen. Schrijf een sleutelscène drie, vijf, tien keer over, steeds met andere methodes, perspectieven, stijlen.

10. Schrijf een goed boek

Kwaliteit verloochent zich niet. Als je een steengoed boek hebt geschreven, zullen uitgevers het binnen een paar minuten als zodanig herkennen. Natuurlijk kan het zijn dat je werk niet helemaal bij het fonds past, maar in zo’n geval zullen ze je werk naar een bevriende uitgever doorsturen of je een tip geven (‘Ik zou het naar de Arbeiderspers sturen, als ik je was.’).

Bron foto: Pixabay