Afbeelding

schrijfoefening voor personages

pixabay

Schrijfoefening: Personages

In veel schrijfboeken staat dat je je personage helemaal moet uittekenen. Dat je moet weten wat ze denken en voelen. Hoe ze eruitzien, en wat ze eten, drinken, hoe ze praten etc. Allemaal heel nuttig maar zelden is dat het hele verhaal. De meeste schrijvers hebben helemaal geen volledig beeld van hun personage als ze beginnen. Vaak ontwikkelt je personage zich tijdens het verhaal door reacties op de gebeurtenissen in het verhaal. Stephen King, bijvoorbeeld, laat zijn personages spartelen en ziet gaandeweg hoe ze zich ontwikkelen. Plot beïnvloedt personage. In deze oefening gaan we aan de slag met personages.

Opdracht 1

Praat in gedachten met je personage. Ga met hem of haar om zoals je omgaat met andere intimi.

Opdracht 2

Wat wil je personage? Waar streeft hij of zij naar? Schrijf dat op in een korte zin. Wil je personage zijn ex terug? Wil hij een bootje? Wil ze goedkeuring van haar dementerende moeder? Wil ze een patiënt redden op een overvolle intensive care redden?

Opdracht 3

Waarom krijgt je personage niet wat hij of zij wil? We willen allemaal ons doel bereiken met minimale inspanning. Maar zowel in het echte leven als in een verhaal werkt het nooit zo. Als je iets wil kost het veel moeite om dat te krijgen. Heel veel moeite. En er zijn obstakels en tegenkrachten. Dat is goud voor je verhaal want zonder tegenkracht zou je personage onmiddelijk krijgen waar het naar streeft en dan was het direct: einde verhaal.

Opdracht 4

Schrijf nu een fragment over je personage dat begint met de zin: ‘Laat me je vertellen wie ik ben…’