Afbeelding

verschillende boeken in een rek

Stephanie LeBlanc, Unsplash

'Nederland is een nuchter uitgeefvolkje'

Nadat het bekend werd dat de teksten van Roald Dahl en Agatha Christie zouden worden herschreven zodat deze “vandaag de dag door iedereen kunnen worden gelezen”, ontstond er een tweestrijd: er waren mensen die het er mee eens waren, maar er kwam al snel een tegengeluid van zowel lezers als anderen in het uitgeversvak.

Maken uitgeverijen eigenlijk wel gebruik van sensitivity readers? Wij zijn op onderzoek uitgegaan.

Sensitivity Readers

“Wij werken niet met sensitivity readers zoals ze dat veel in Engeland en Amerika doen,” aldus Joris van de Leur, directeur-uitgever bij De Fontein. “Onze vertalers zijn van onbetwiste kwaliteit en kijken de teksten van de auteur na. Als er bijvoorbeeld bepaalde woorden in de tekst staan die overbodig zijn of vervangen kunnen worden, gaan we in gesprek met de auteur, of het woordgebruik functioneel is. Op basis daarvan maken we een keuze.”

Ook bij Meridiaan Uitgevers wordt er (nog) geen gebruikt gemaakt van sensitivity readers. “We hebben bij één boek van een Colombiaanse auteur aan een ex-correspondent gevraagd: ‘is het in sommige sociale strata normaal om elkaar in Colombia aan te spreken met het woord ‘negro’? Jij hebt jaren in die contreien gewoond, wil jij daar eens even naar kijken?’, vertelt Nelleke Geel, uitgever en een van de twee eigenaren van Meridiaan Uitgevers. “Bovendien, als je het cursief laat staan, dan maak je ook duidelijk dat het buitenlands taalgebruik betreft, dus dat hebben we gedaan. Vervolgens heeft de correspondent het gelezen en een nawoord geschreven ter verduidelijking van een aantal zaken. Dingen kunnen beter verhelderd worden in plaats van resoluut veranderd of geschrapt zonder uitleg.”

De teksten van Roald Dahl

“Wat er gebeurt met een auteur zoals Roald Dahl ligt ook wel ingewikkeld,” zegt Geel. “Dat zijn teksten die in het verleden liggen en nu vinden we dat het aangepast moet worden omdat het niet langer kan. Ik denk dat het heel onwenselijk is om allerlei dingen uit het verleden te schrappen en te wissen. Omdat we dan ook voor de toekomst helemaal niet meer weten hoe het geweest is en we er dus ook niets van opsteken.”

Van de Leur liet weten dat de hele ophef over de teksten van Dahl is ontstaan in Engeland, en nadat The Guardian er ook over schreef, bij hen de telefoon dan ook roodgloeiend stond ‘over wat ons standpunt als uitgeverij is om de teksten in het origineel uit te geven.’”

Toch vindt Geel dat het goed is dat er een bewustwordingsproces aan de gang is. “Het is ook niet zo dat we met z’n allen nostalgisch naar het verleden moeten blijven turen zo van: ‘ach, leuk, toen kon je nog alles zeggen!’ In zo’n lang en rommelig proces is het gevaar van een dogmatische houding levensgroot aanwezig. Een punt dat goed in de gaten gehouden moet worden.”

Grenzen

“Zou jij exact kunnen definiëren waar je de grens legt bij aanstootgevende teksten?” vraagt Geel. “Dat is het moeilijke van deze hele discussie. Het is heel goed dat het gesprek gevoerd wordt, maar er zitten nog geen heldere definities aan vast. Het is geen natuurkunde. En ook mét definities begeef je je bij zoiets veelvormigs als literatuur al te gemakkelijk op het hellende vlak van do’s en don’ts als je zaken gaat verbieden. Dat dogmatische is zomaar weer van de partij.”

Lolita

Een boek zoals Lolita van Vladimir Nabokov, over een literatuurprofessor van middelbare leeftijd die geobsedeerd is met een 12-jarig meisje, zouden de uitgevers daar nu nog hun vingers aan durven branden? Volgens Van de Leur is een boek over liefde universeel. “Nu voelt dat misschien anders, maar waar ligt de grens? Ik vind dat erg lastig om te zeggen, maar wij zouden het boek misschien wel uitgeven ja. Mensen moeten kunnen schrijven wat ze willen. Iedereen is daar vrij in. Dat geldt ook voor de discussie die er ontstond rond Pim Lammers, die doodsbedreigingen ontving vanwege zijn verhaal over een relatie tussen een minderjarige voetballer en zijn trainer. Iedere schrijver is vrij om te schrijven wat zij of hij wil.”

Geel is het met Van de Leur eens dat het een lastige kwestie is. “Maar bovendien, kan je de vraag niet beantwoorden, waarom, omdat we de roman Lolita al decennia kennen. Dus als je het nu nieuw zou tegenkomen, dan zou je misschien denken: ‘misschien niet meer mee aankomen,’ maar het blijft heel hypothetisch omdat zowel Lolita als Nabokov al zo lang een gegeven zijn in de literatuur.”

“Ik denk wel dat je kan theoretiseren over hoe moeilijk het publiceren van dit boek nu zou zijn, afgezien van literaire kwaliteiten,” aldus Geel. “Het zou wel evident op heel veel meer weerstand stuiten dan destijds het geval was.”

Van de Leur vindt het pretentieus om nu aanpassingen te doen, want je tast een kunstwerk aan en gaan we dat dan over twintig jaar weer doen? Twintig jaar geleden was het namelijk ook geen probleem, zegt hij. Maar eigenlijk is het, volgens Geel, veel interessanter om op deze kwesties over 50 jaar terug te kijken om te zien hoe zich dat heeft uitgekristalliseerd. “Dan hebben we er veel meer zicht op dan nu. Nu zitten wij er nog middenin en ligt het allemaal gevoelig. Zo’n proces verloopt rommelig, stap vooruit, twee stappen terug enzovoorts, maar als we een al te dogmatische houding maar buiten de deur weten te houden, niet schrappen maar context geven, is er al veel gewonnen.”