Afbeelding
Foto: Pexels
Foto: Pexels
Beide mogelijkheden zijn goed. Eigenlijk is dat vreemd, want het woord keer is een de-woord. Je zegt bijvoorbeeld:
de eerste keer
niet: het eerste keer
Bij de-woorden horen als aanwijzende voornaamwoorden: deze en die. De aanwijzende voornaamwoorden dit en dat horen bij het-woorden:
het huis
dit huis
dat huis
Toch is dit keer correct Nederlands. Maar dat geldt vreemd genoeg niet voor dat keer. Dan moet je toch echt zeggen: die keer.
Ook als je een bijvoeglijk naamwoord of telwoord tussen het lidwoord en keer zet, moet je keer als de-woord behandelen.
dit was de eerste, enige en laatste keer
Een heel goede reden is er niet voor dat je dit keer mag zeggen ondanks dat keer een de-woord is. Feit is dat dit keer al eeuwenlang voorkomt in onze taal. We vinden dit keer dus simpelweg goed omdat het al heel lang zo wordt gezegd en geschreven.
Log in op Dikke Van Dale Online en/of Hedendaags Nederlands en krijg binnen no time het juiste antwoord op je taalvraag. Je vindt de betekenis van elk woord in het Nederlands, de juiste spelling, morfologie en (hoorbare!) uitspraak. Ook heb je automatisch toegang tot Synoniemen Online en de Van Dale App voor mobiel en tablet.
Altijd en overal je onlinewoordenboek bij de hand!
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.
Door ervaren, professionele redacteuren. Goed én betaalbaar!
Abonnees profiteren van extra voordelen.
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!