En de winnaar van de schrijfwedstrijd 'De Grens' is...

Janine Geerling heeft met haar verhaal Een Europese winter de schrijfwedstrijd De Grens gewonnen. Drie verhalen maakten kans om de hoofdprijs van een schrijfopleiding naar keuze aan de Schrijversacademie te volgen.

De tweede prijs, een masterclass aan de Querido Academie (ter waarde van 600 euro) ging naar Theo Danes  (EUROPA) en de derde prijs, dat bestond uit een boekenpakket van Singel Uitgevers werd door Sami Kalaï (Ulysse 31) in ontvangst genomen. Verder krijgen alle prijswinnaars een jaarabonnement op Schrijven Magazine (voor zichzelf of om cadeau te doen).

Grote hoeveelheid inzendingen

Voor de schrijfwedstrijd De Grens zijn 646 inzendingen binnen gekomen. Daaronder heel veel korte verhalen, maar ook essays, gedichten en minder makkelijk te rubriceren bijdragen. Het aandeel gedichten is in vergelijking met eerdere edities van deze schrijfwedstrijd bijzonder hoog, wat wellicht samenhangt met de opdracht. Bij de grote thema’s van het leven lijkt poëzie een duidelijke plaats te hebben, wat ons een positief signaal lijkt te zijn voor de vitaliteit van de poëzie.

Net als voorgaande jaren liep het niveau van de inzendingen heel erg uiteen. Rijp en groen, absolute beginner en professional, origineel en cliché: het zat allemaal bij de grote hoeveelheid inzendingen. Die diversiteit maakt het de jury extra leuk om de bijdragen te lezen.

De jury over het winnende drietal

De jury die bestond uit Hanca Leppink, Jasmijn Kam, Amir Chitzan en Frank Noë heeft een toelichting gegeven bij de winnende verhalen.

Over Kalaï’s Ulysse 31:

Ulysse 31 is een gedicht dat ouder lijkt dan het eigenlijk is. Een gedicht dat je in een stoffig boek kan vinden, nog eens herleest, waar je je dan nog steeds over verbaast. Dat het zo relevant kan blijven. ‘Van alle mooie dingen onthou ik de trieste/van alle pleinen, die in de herfst’ is een ontzettend mooie openingszin. De schrijver van dit gedicht is niet bang om grote woorden te gebruiken, over liefde, vuur en dood te praten. Soms schiet hij daarbij net uit de bocht, maar wanneer het goed gebeurt, is het ook echt goed. We kwamen niet helemaal uit de cijfers in de titel. 31. Een landcode? Het einde van het gedicht is even sterk als het begin: ‘maar van alle tragedies onthoud ik alleen/de minst tragische’.

Over Danes‘ EUROPA:

Mensen die advies geven over stijl zeggen vaak: ‘Doe voor je de deur uitgaat één sierraad of accessoire af.’ Wat mij betreft is dat een advies dat ook op schrijven toegepast kan worden. Veel verhalen hebben onnodige tierelantijtjes, versiersels die mooi zouden zijn als ze in hun eentje op de pagina zouden staan. Een prachtig detail moet niet verdrinken in een zee van andere details.

EUROPA, het gedicht van Theo Danes is zo sterk omdat het alle tierelantijntjes achter zich laat. In heldere en duidelijke taal (Zelfs in volrijm!) doet hij zijn woord. Een gedicht dat, juist omdat het zo simpel oogt, de kans heeft om je stiekem toch te raken, onder je huid te kruipen. Het enige wat jammer is, is het gebruik van we en je door elkaar.

Over Geerlings Een Europese winter:

Mooi opgebouwde en afgeronde vertelling over een vluchteling die in een in-grijze Hollandse winter op straat loopt – hij heeft ooit gehoord dat het hier zo mooi kon sneeuwen, maar sneeuw heeft hij  hier nog niet mogen zien.

Hij heeft een gekregen jas aan, die na twee weken nog naar een ander ruikt: ‘nog altijd zit er een vreemde in de voering, in de kraag, de versleten randen… Wellicht dat het op den duur zijn eigen geur zal verdringen, gelijk zijn naam. Dat hij op een dag geen Hassan is maar Hans. En dat hij hier altijd al heeft gewoond. Een vreemde voor zichzelf misschien, maar geen vreemde in dit land.”

En dan ziet hij een vrolijk klein meisje dat in de plassen springt. Haar moeder roept haar, met paniek in haar stem. “Maar er is geen naderend onheil te bespeuren.” De vrouw loopt langs hem zonder op te kijken, en hij loopt langzaam terug naar waar hij vandaan komt, “hopend dat de regen op een dag in sneeuw verandert.”

Het knappe van dit beeldende, subtiele verhaal is dat het de lezer in heel kort bestek laat zien hoe de vluchteling zich in zijn nieuwe land voelt: je gaat mee in zijn zintuiglijke reactie op de omgeving: je voelt de waterkou, je ruikt  de afgedragen jas; je ziet het vrolijke kind en hoort de paniek in de stem van de vrouw. En je beseft hoe vervreemd de vluchteling zich moet voelen.

Het toont ook heel goed de kracht van het korte verhaal: het is eigenlijk een hele roman in miniformaat. Knap!

Wil je het winnende verhaal lezen? Klik dan hier.