Afbeelding
Foto: Raul Neijhorst
Foto: Raul Neijhorst
Schrappen en schaven aan poëzie. Hoe doe je dat? Dichter Karin Lachmising geeft een inkijkje in haar werkwijze.
Waar haal je de inspiratie vandaan? Een vraag die mij vaak gesteld wordt. Die inspiratie vind ik zelf niet zo moeilijk. Er gebeurt genoeg om ons heen dat stof tot dichten geeft. Ik schrijf het op, spreek het in of schrijf een bron op waar ik iets uit haal. De volgende stap is veel spannender. Het vinden van de woorden. Woorden zijn naar mijn mening ontelbare pogingen om een verhaal vorm te geven en te duiden. Die de essentie proberen te vatten.
Die zoektocht naar ‘de inspiratie’ is waar ik het meest van geniet en waarmee ik het langst bezig ben. Zoals de uitdaging om de foto te schieten die het beeld is van wat je ziet, zo is het ook met het verwoorden van de inspiratie.
Woorden moet je een aantal keren zien, in zinnen lezen om uiteindelijk een gedicht te worden. Misschien bestaat er namelijk wel een ander woord dat beter voldoet. Een zin die overtollig is, een punt die nog niet geplaatst kan worden. Het is een heerlijk werk, om de taal te ontdekken, te duiken in de woorden die je tot je beschikking hebt, maar vooral de woorden die je nog kan ontdekken.
Het is ook een ingewikkelde klus! Zelf je werk herschrijven en daarna met de redacteur bespreken. Heel soms gebeurt het dat je volmaakte zinnen in één keer op de volmaakte plekken hebt. Maar meestal niet. Het zoeken naar het bouwen rondom de intentie die je wil overbrengen is het spannendste gedeelte van het schrijven. Het maakt dat je of afhaakt en het bij opschrijven houdt, of doorploetert tot het bittere eind, ook met je redacteur, totdat je het woordspel net als een wiskundig probleem hebt opgelost. Daar gaat tijd overheen. Daar gaan woorden overheen.
Toen ik Zeven rivieren ver schreef was ik blij dat het manuscript even was blijven liggen bij de redacteur. Een half jaar na het inleveren van mijn manuscript kwamen we erop terug en startte het fijnere werk. Het schrappen en schaven, herschrijven, terug in het gevoel, duiken in de woorden en zinnen, de overdenkingen van punten, komma’s en hoofdletters, ‘omdat alles spreekt, ook het niet geschrevene’. Soms voerden we een discussie over wat de redacteur eruit haalde, dat zo anders was dan wat ik bedoelde. Het is prettig om samen te lezen en je werk door de ogen van een ander ook weer terug te lezen. De discussie houdt je scherp, geeft je meerdere mogelijkheden die je kan gebruiken, maar versterkt je ook in de keuze van gedichten en de woorden die je daarvoor hebt gevonden. Ik geniet van het polijsten, het effect van verandering wanneer je een punt schrapt, een zin verschuift, een gedicht in zijn geheel herschrijft.
Je eigen werk keer op keer herlezen en herschrijven. Het is een deel van het schrijfproces dat misschien het minst tot de verbeelding spreekt, anders dan de schilder die schetsen maakt en zijn doek opnieuw beschildert. Maar een schrappende en schavende dichter?
Ik zit voorovergebogen over mijn werk en zet met een pijnlijk hoofd mijn laptop aan de kant. Ik heb meer dan een uur een zin die de redacteur heeft aangestipt wel en niet geplaatst: ‘Kijk hier nog een keer naar.’ Ik besluit dat het goed staat. Ik ga zin voor zin verder.
Ik haal een woord weg bij een andere zin, zoek naar een ander woord, plaats het woord weer terug. De opgave kan ik niet oplossen, lijkt het. Ik worstel met de kerngedachte van het gedicht: hoe verwoord je vertrek als je zowel het perspectief van degene die vertrekt als degene die blijft wil weergeven? Het ene perspectief (ik) voelt de afstand van loslaten, terwijl het andere perspectief (hij) dichter bij zichzelf komt door het vertrek.
Terwijl ik schreef merkte ik dat die twee perspectieven, alsof het een film was, ook twee verschillende scènes waren, het moment van afscheid en het besluit tot vertrek.
Ik besloot het gedicht als twee scènes te zien en op te splitsen in twee gedichten: ‘Zeven rivieren – Hij’ en ‘Zeven rivieren – Ik’. Een oplossing die meer ruimte kon geven aan de dynamiek van beide perspectieven.
Ze hield mijn hand vast
Zachtjes strelend, keer op keer
Rimpels in een warme lach
Zal je schoon water halen
Een boom planten die vruchten draagt
Zal je ervoor zorgen dat het vuur brandt
Opletten:
De bochten
De dieptes
En ondiepten
De woorden stroomden zeven rivieren ver.
Ik ga waar een rivier het andere land verbindt
om een zee te ontmoeten
waar vertrek
een brug slaat
tussen aankomen
misschien
zeven rivieren ver
om bij mij
te zijn
dichtbij
is niet altijd
ver weg
Karin Lachmising (1964) is een Surinaams-Nederlandse schrijfster van gedichten, theaterteksten, essays en columns. Lachmising: ‘Inclusie en diversiteit is meer dan een communicatieboodschap, er is meer nodig dan alleen woorden om betrokken te zijn. Mijn passie en missie ligt op dit gebied. Ik schrijf, bekrachtig, coach, creëer en communiceer. Ik vestig de aandacht op actuele sociale kwesties in mijn poëzie en toneelstukken; geef creatieve schrijfcursussen die kracht geven, creativiteit stimuleren en je helpen je verhaal te schrijven. Ik maak programma’s voor inclusie en diversiteit op het gebied van kunst & cultuur en het milieu.’
Dit artikel verscheen eerder in Schrijven Magazine.
Ervaren redacteur Maria Genova deed voor Schrijven Online meer dan dertig manuscriptbeoordelingen. Lees haar tips in het komende nummer!
Dit nummer niet missen? Neem vóór 24 januari 23:59 u. een abonnement dan ontvang je dit nummer!
Mariken Heitman geeft tips! Meld je aan en ontvang dit nummer.
Topauteur Herman Koch geeft naar aanleiding van het verschijnen van zijn nieuwe boek advies aan jonge schrijvers. Meld je aan!