Deze 6 contaminaties gebruik je nooit meer

Woorden lijken op elkaar of betekenen hetzelfde. Kans is groot dat je de woorden verkeerd gaat gebruiken. Dat is een contaminatie: een combinatie van twee woorden of uitdrukkingen die vermengd worden en samen een nieuwe, foute taaluiting vormen. Misschien ken je wel overnieuw, een combinatie van opnieuw en iets overdoen. Deze 6 contaminaties gebruik je in ieder geval nooit meer!

---

1. Uitprinten

Deze contaminatie is vergelijkbaar met overnieuw. Deze woorden worden zo vaak foutief gebruikt, dat Van Dale ze heeft opgenomen in het woordenboek. De contaminaties zijn dus zo ingeburgerd in de Nederlandse taal dat ze meer fout zijn. Oorspronkelijk was uitprinten een foutieve combinatie van printen en uitdraaien.

2. Refereren naar

Refereren naar is een veel gebruikte contaminatie omdat het gebruikt wordt in rapporten en e-mails. Dat maakt de fout des te slordiger. Je kan zeggen: ik refereer aan mijn vorige mail of ik verwijs naar mijn vorige mail. De combinatie refereren naar is dus een foutieve samentrekking van de twee. 

3. Onderdeel uitmaken van 

De kans is groot dat je deze contaminatie vaker hebt gebruikt. Je vertelt over een groep vrienden en zegt: ik maak een onderdeel uit van deze groep. Het klinkt niet verkeerd, maar toch is het fout. Het is: ik ben onderdeel van de groep of ik maak deel uit van de groep. 

4. Als schrijver zijnde

Als schrijver zijnde, weet je vast alles van contaminaties. Ook deze zin is fout. We kunnen het op twee manieren herschrijven. Als schrijver weet je vast alles van contaminaties. De andere optie is: Je weet vast alles van contaminaties, schrijver zijnde. Je hebt de contaminatie vast wel eens gehoord of zelf gebruikt, maar als schrijver zijnde is dus fout.  

5. Rondcirculeren

Je personage wordt gepest op de werkvloer. Verhalen over hem of haar circuleren rond. Dat klopt niet. Rondcirculeren is niet alleen een contaminatie, maar ook een tautologie. Deze uitdrukking komt van rondgaan en circuleren, twee woorden die vrijwel hetzelfde betekenen. Dubbel fout dus!

6. Zich irriteren aan

Ik irriteer me aan hem. Irriteren is een werkwoord dat altijd met een lijdend voorwerp wordt gecombineerd. Iemand kan jou irriteren, maar je kan je niet aan iemand irriteren. Daarvoor kan je zeggen: ik erger me aan hem of hij irriteert mij.