Afbeelding

context, schrijfwoordenboek, lezen, schrijven, schrijver

pixabay

Context: hoe informatie een situatie kan veranderen

Het woord ‘context’ wordt veel gebruikt in onze samenleving. Zo spreken veel kwaliteitskranten vaak over het leveren van context bij het nieuws. Maar wat is context nu precies en waarom is het belangrijk? Vorige week bespraken we bij het Schrijfwoordenboek het begrip ‘frames’, deze week bespreken we het begrip ‘context’.


Het woordenboek Van Dale definieert context als “samenhang: het woord ontleent zijn betekenis aan de context aan het overige deel van de zin”. Nu is deze definitie een stuk breder dan dat op het oog lijkt. Zo kan context ten eerste gaan over letterlijke tekst, de taalkundige betekenis. Laten we als voorbeeld het woord ‘varken’ nemen. In de zin “Een varken houdt van lekker spelen in de modder”, wordt er met het woord varken de diersoort bedoeld. Echter is dit niet het geval in de volgende zin: ‘”Ik zal dit varkentje eens wassen!”, zegt moeder terwijl zij haar kind onder de douche zet’. In dit geval wordt er met ‘varken’ een mens bedoeld. In het gezegde “dat slaat als een tang op een varken” wordt er niet eens een varken of een mens bedoelt, maar wordt het woord wel gebruikt!

Ook is er sprake van context als we het over situaties en gebeurtenissen hebben. Hierbij kunnen we als voorbeeld de woordencombinatie “lekker bruin worden” gebruiken. Een chef die in de keuken staat zal hiermee bedoelen dat het eten nog even in de oven moet blijven. Een stel vrienden op het strand zal hiermee bedoelen dat ze samen in de zon willen bakken. Een legercommandant kan hiermee op een satirische manier bedoelen dat zijn troepen door de modder moeten kruipen. Zo krijgt dezelfde woordencombinatie telkens een andere betekenis.

Naast dat het woord context een taalkundige betekenis heeft, is vooral de tweede vorm van context interessant voor een schrijver: die van situaties en gebeurtenissen. Stel je voor dat je graag een detective wilt schrijven. Wat je kan doen is eerst een extreme situatie noemen, waarna je later steeds meer informatie geeft waardoor het verhaal telkens verandert. Een voorbeeld: “Willem was rustig aan het werk in de tuin. Als hij geritsel hoort in de struiken, kijkt hij op. Plots voelt hij een scherpe pijn en wordt alles zwart”. Vanaf hier kan je beginnen met het toevoegen van informatie waardoor de eerste situatie veranderd. “Als Sarah net de autodeur wil dichtslaan, hoort ze plotseling de kille pijnkreten van een oude man. Ze ziet nog net in haar ooghoek hoe een zwartgekleed figuur een steeg in rent, een spoor van bloed volgt hem”. Wow! Waar Willem eerst nog een hartaanval had kunnen krijgen, wordt nu ineens duidelijk dat hij waarschijnlijk is vermoord. Door op deze manier steeds meer informatie toe te voegen, plaats je informatie in een context, een samenhang met elkaar.