Afbeelding

Bron Pexels

4 tips voor het schrijven van een thriller

Een bloedstollende thriller schrijven is niet voor iedereen weggelegd. Echt goed spanning beschrijven is best lastig. Wil jij aan de slag in het universum van moord, doodslag, kidnapping, detectives en cliffhangers? We geven je 4 tips om die thriller te schrijven!

1.      Korte hoofdstukken

In een thriller moet het tempo hoog liggen. Geen omgevingsbeschrijvingen van vijf pagina’s, maar actie. Houd je hoofdstukken dus kort en eindig ieder hoofdstuk met een cliffhanger, clou of ander dramatisch moment. Je moet de lezer helemaal meezuigen in je verhaal en ervoor zorgen dat hij pagina na pagina blijft omslaan. Wijk niet te veel af van je hoofdverhaal, iedere scène moet je plot vooruit stuwen.

2.      Baseer je verhaal op angst

Angst is een geweldige inspiratiebron voor thrillerschrijvers. Werk dus vanuit je eigen angsten: waar heb jij nachtmerries over? Als je bijvoorbeeld een dochter hebt, kun je waarschijnlijk goed schrijven over een personage wiens dochter ontvoerd wordt. De angst die je personage doormaakt, zijn gedachten en zijn handelingen kun je levensecht voor je zien. Dat helpt om je verhaal goed over te brengen en de lezer te laten meevoelen.

3.      De slechterik is niet alleen maar slecht

Het komt in thrillers bijna nooit voor dat de grote slechterik in het verhaal pure evil is. Hij is niet slecht omdat hij slecht is, maar heeft vaak (voor zichzelf) een goede reden om te doen wat hij doet. Volgens eigen redenatie is wat hij doet niet meer dan rationeel. Hoe komt dat? Verzin een achtergrondverhaal voor je tegenspeler. Als je aandurft, kun je zelfs zo ver gaan dat de slechterik zo’n complex personage is dat de lezer ook voor hem sympathie heeft.

4.      Meerdere perspectieven gebruiken

In thrillers kan het heel goed werken om meerdere perspectieven te gebruiken. Dit houdt de spanning hoog: jij weet informatie over personages die hun tegenspeler niet weten. Zo kun jij bijvoorbeeld in het ene hoofdstuk al lezen waar het de bloeddorstige moordenaar zich schuilhoudt, terwijl in het volgende hoofdstuk de detective nietsvermoedend diezelfde schuilplaats binnenwandelt. De boeken van Dan Brown zijn hier een goed voorbeeld van.