#564 Zout en peper
Hij had het niet zo lang geleden weer eens tegen An gezegd: "ik hoop dat ik als eerste ga." Bang die enorme zwaarte van het gemis te moeten dragen. Wakker te worden en geen warmte naast je te voelen, geen geur waarin je je kunt nestelen. Wachtend op het geluid van huid langs lakens, dat niet komt. Of zou de angst voor het alleen achterblijven, groter zijn dan de angst voor het gemis?
Willem schrikt op uit zijn gemijmer door een snerpende kreun van An. Hij kijkt op en ziet hoe ze de armleuningen omklemt, haar knokkels wit. Haar lippen op elkaar geperst. Ze vormen een harde streep. Het ontsiert haar gezicht. Ook haar ogen knijpt ze half dicht. Dit moet haar zoveel kracht kosten. Maar zijn An is een werkpaard. Die duw je niet zomaar even om.
Toch trekken de jaren sneller dan bij hem, een wissel op haar. In gedachte ziet Willem An in haar rode tuinbroek, achter een kruiwagen vol met stenen. Zijn vader had tussen zijn tanden door gefloten. "Goeie keus jongen. Die weet van aanpakken. En ze mag er wezen ook."
Haar donkerblonde haar van toen, is nu, wat ze zout en peper noemen. Maar de absoluutheid van die twee polen, doet het kleurenspel in de verwarde knot geen recht vindt Willem. Hij kijkt er vaak stiekem naar, vooral als het zonlicht erop valt. Dan voelt hij die tinteling onder zijn huid. En het dansen onder zijn navel. Dat je dat na zoveel jaar nog kon voelen.
"Gaat het Anneke?" Ja, natuurlijk antwoord ze en bijt op haar lip.
Wat zit ie nou al de hele tijd naar buiten te staren, denkt An. Hij is zo afwezig de laatste tijd. En ik moet hem alles nadragen. Als die verrekte breuk maar goed herstelt.
Het was nog steeds een raadsel hoe ze ten val gekomen was. Ze had die ladder toch echt stevig neergezet.
Een gebroken been en een gekneusde rib. Het had erger af kunnen aflopen. Stel je voor. Hoe moet Willem zich dan redden? Hij kan amper een ei koken en hij vergeet de laatste tijd zo veel.
"Blijf maar zitten lieverd, ik zet wel koffie," zegt Willem en loopt de kamer uit.
"An, waar ligt de nieuw Groene Amsterdammer? Heb je die al weer opgeruimd?" Het ongeduld in Willems stem doorboort de muur tussen keuken en huiskamer. Als hij iets niet kan vinden, heb ik het altijd gedaan, denkt An. "Hoe moet ik dat nou weten? Denk je nou werkelijk dat ik met die kapotte poot van me met jouw spullen ga sjouwen?"
"Het zou niet de eerste keer zijn dat je hem weggegooid hebt." "Je had hem zelf weggeven, Willem." Altijd weer komt dat verdomde tijdschrift terug dat hij zelf uitgeleend had omdat er een artikel over zijn werk in stond.
"Meer dan tien jaar geleden", Ans stemt schiet omhoog. Terwijl ze richting de gang strompelt roept ze: "En bedankt voor de kofiie". Met een knal valt de deur achter haar dicht.
Dag Ancenita, Mooi stukje…
Lid sinds
13 jaar 1 maandRol
Dag Ancenita,
Mooi stukje.
Ik zou je in overweging willen geven om de eerste alinea te schrappen. Het lijkt - voor mij - op de proloog van een toneelstuk.
Die is overbodig. Alles wat daarin wordt verteld aan de lezer, kan de goede lezer uit het vervolg vanaf de tweede alinea halen.
Een vervolg dat ik met plezier las.
Dan voelt hij die tinteling onder zijn huid. En het dansen onder zijn navel. Dat je dat na zoveel jaar nog kon voelen.
en
"Gaat het Anneke?" Ja, natuurlijk antwoord ze en bijt op haar lip.
Mooi!