Lid sinds

11 jaar 8 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

#514 Waanzin

11 juli 2024 - 11:35

 

Fenna is verward. Ze wiedt onkruid in de voortuin. Alsof dat helpt. Om haar te beschermen loop ik naar buiten, langs haar heen, naar de straatkant. Ze slaat haar arm om mijn middel en houdt me staande. Om haar hangt de aardappelgeur van opengekrabde aarde.

‘Je medicijnen,’ zegt Fenna, ‘heb je die ingenomen?’

‘Niet nodig vandaag.’

‘Kom,’ zegt ze, en probeert me met een glimlach terug naar binnen te lokken. ‘Even slikken, en je ziet alles weer helder.’

De zon schijnt. Er is geen wolkje aan de hemel. De dag is al helder genoeg. Haar waandenkbeeld behoeft geen antwoord. Ik ruk me los.

In de verte klinkt gekrijs.

‘Hoor je dat? De demonen zijn weer bezig.’

‘Het is speelkwartier, schat. Over een minuutje beginnen de lessen. Dan is dat gejoel voorbij.’

Het gaat nooit voorbij. Op bevel van de schoolbel waaieren ze uit over de wijk. Nemen bezit van de pleinen en plantsoenen. Fenna heeft in haar ene hand nog steeds de schoffel, het blad nu werkeloos tussen de distels. Met haar andere hand drukt ze haar mobiel tegen haar oor. Het zal haar moeder wel zijn. Dat loeder fluistert haar in dat ik gevaarlijk ben. Terwijl ik als enige mijn vrouw bescherm tegen het echte gevaar.

Aan het eind van de straat ontwaar ik een voorpost. Een hele kleine, dat zijn de linkste. Ik ren eropaf en sleur het van zijn driewieler. Ik sla mijn arm om zijn keeltje en knijp het leven eruit. Fenna gilt in mijn nek, trekt mijn armen naar achteren. Ze is onder invloed van de demon. Zo’n kleine is heel goed in het manipuleren van vooral vrouwen, zodat die alles doen om het serpent in leven te houden.

Ik schud mijn bovenlichaam, draai om mijn as, en zwiep mijn vrouw ruggelings in een heg. Haar schoffel en telefoon liggen op de kasseien, midden op de weg. De demon gaat er vandoor maar ik krijg het te pakken. Zijn voetjes schoppen verwoed tegen mij aan. Het deert mij niet. Dit keer zal ik niet meer loslaten. Voordat Fenna mij kan verrassen draai ik mij om. Ze heeft haar mobiel opgeraapt.

‘Kom snel,’ huilt ze in het apparaat. ‘Laat los,’ krijst mijn arme eega* tegen mij. ‘Alsjeblieft.’ In de ban van die kleine demon probeert ze mijn armen los te trekken, maar ik ben erop voorbereid. Het lukt haar niet.

Fenna pakt haar schoffel van de grond. Ze kan nooit iets laten slingeren. Dat is één van haar vele stoornissen. Ik knijp uit alle macht. Moet mijn aandacht erbij houden. Mijn ogen laten niet meer los. Het loopt al blauw aan.

De wereld kantelt en kinderkopjes knallen tegen mijn slaap. De schoffel staat aan Fenna’s voeten. Het is mij nooit eerder opgevallen dat het blad rood is en naar koper ruikt. Mijn slaap is nat. Mijn vingers verkennen een kleverig gat in mijn hoofd. Dat doen die demonen. Ze zijn levensgevaarlijk.

‘Niet aankomen, schat. Hulp is onderweg.’

 

‘Eindelijk,’ snikt Fenna, ‘jullie zijn er. Godzijdank.’

Twee broeders, rollen mij op een brancard. Ik verzet me.

‘Laat me los! Ik moet de wereld redden,’ roep ik. Ze zijn doof. Een band klikt om mijn middel. Nog één om mijn borst, en één om mijn knieën. Ik blijf tegenstribbelen. Eén van de broeders prikt met een injectiespuit in mijn dij. Ik voel niets. Om me heen wordt het zwart, alleen ver weg is nog een cirkel van licht, met daarin het betraande gezicht van Fenna. Ze heeft de kleine demon in haar armen. Dan is alles zwart.

* vervanging van 'het arme wicht'

Lid sinds

7 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
11 juli 2024 - 13:36

Spannend verhaal! In het begin is het zoeken wie van de twee nou echt verward is, ik word er helemaal in meegenomen en heb het verhaal een tweede keer gelezen om alles goed te kunnen plaatsen. Mijn complimenten voor dit indringende verhaal.

Ik was wel even in de war toen het kind een meisje bleek te zijn omdat het eerder ging om 'zijn' fiets en 'zijn' keeltje. Misschien dat de demon mannelijk is en in een vrouwelijk kind kan zitten. Het leidde me wel even af van het verhaal. 

Lid sinds

11 jaar 8 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
11 juli 2024 - 18:28

Bedankt voor je reactie.

Het was mijn bedoeling om de lezer die niet de opdracht kent, of het vertrouwen mist in de auteur, de eerste twee zinnetjes in verwarring te laten. Ik realiseerde mij dat die bedoeling niet voor iedere lezer geslaagd zal zijn. Ik vond het te leuk om niet te doen, al heb ik misschien alleen mijzelf ermee vermaakt.

Los van de opdracht is pas bij de derde zin het perspectief duidelijk, en kan de lezer concluderen dat het om een verward persoon gaat die van mening is dat anderen verward zijn, en niet hij. Een opvatting die je geregeld aantreft bij verwarde personen in de werkelijkheid.

Het kind is geen meisje. Voor de waanzinnige in dit verhaaltje heeft het geslacht van de demon geen betekenis. ik vermoed dat het misverstand veroorzaakt wordt door de woorden 'het arme wicht'. Zo noemt hij zijn vrouw die volgens hem door de demon is misleid. Het kind kan met dichtgesnoerde keel niet praten. Ik had al een niet specifieke twijfel bij het woord 'wicht'. Jouw conclusie had ik niet voorzien, en overtuigt mij dat mijn twijfel terecht was. Zo ver in het verhaal wil ik geen verwarring meer scheppen bij de lezer. Ik overweeg een andere omschrijving te gebruiken, of op een andere manier duidelijk te maken dat zijn vrouw zich van de telefoon tot hem richt.

 

Lid sinds

4 jaar 5 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
16 juli 2024 - 10:00

 

Dag Uruguru,

Bedankt voor je verhaal. Wat een mooie insteek van het verhaal waardoor je even na gaat denken over wie de verwarde persoon nou is. Het fascinerende is dat het ook in de werkelijkheid er nog wel eens zo aan toe gaat.

Ik vind de vondst over de demonen die weer bezig zijn en het speelkwartier echt buitengewoon goed. Dat ligt voornamelijk aan het contrast dat wordt geschept (kinderen = goed, demonen = slecht). Dus dat is een heel ‘mooi’ waanbeeld.

Ook andere gedachten zijn heel typerend aan psychotische gedachten, die vind ik heel goed en aannemlijk weergegeven.

Het einde zou je kunnen heroverwegen: zou je de hoofdpersoon nog iets kunnen laten zeggen in de trant van: ‘eindelijk zijn jullie er’? Ik ben de schrijver niet, dus die keuze is natuurlijk volledig aan jou.

Ik vind het een heel goed verhaal, met name door de insteek dat de ander in de ogen van de hoofdpersoon gek is. Zo krijg je symphatie voor allebei de personages. Goed gedaan!

 

Lid sinds

11 jaar 8 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
17 juli 2024 - 3:06

 

Anna, bedankt voor je commentaar. Ik ben er blij mee.

Het einde van dit verhaaltje berust op een eigen ervaring onder heel andere omstandigheden, die ik na al die jaren een keer onder woorden wilde brengen. Helemaal geslaagd is dat niet. Verassend vond ik destijds dat ik het fameuze licht aan het eind van de tunnel echt had gezien.

Het is een opluchting dat je het psychotische karakter van de gedachten van de hp herkent. Ik had verschillende mentale mechanismen in de tekst gestopt en vroeg me af of het niet te veel was.

 

Naast de wanen en de veronderstelde defecten bij anderen:

  • onlogische gevolgtrekkingen op grond van een onjuiste overeenkomst in betekenis (helder in je hoofd - heldere dag)
  • interpretatie van gebeurtenissen zodat die passen in het narratief van de waan (de demon heeft het gat in zijn hoofd veroorzaakt in plaats van zijn vrouw die hem met de schoffel heeft geslagen)
  • afwezigheid van pijn bij fysieke verwondingen gedurende aanvallen van razernij (hij voelt de klap met de schoffel niet, voelt niet dat hij tegen het wegdek knalt, hij ziet de injectiespuit maar voelt de prik niet) Overigens kan dit ook het geval zijn bij mentaal gezonde personen, vooral tijdens gevechten op leven en dood. Uit eigen ervaring: de pezen, spieren, en zenuwen in mijn rechteronderarm waren volledig door gesneden, wat ik pas merkte doordat mijn wapen uit mijn hand viel.
  • objectivering van personen door het vermijden van persoonlijke voornaamwoorden, en over personen te denken als onzijdige voorwerpen. Ook dit komt veelvuldig voor bij niet verwarde misdadigers, militairen en anderen, die om één of andere reden onheil veroorzaken. Inlichtingendiensten praten bijvoorbeeld over een subject, en recherche diensten over een object van observatie.

 

In thrillers en literatuur tref ik niet zelden een brij van psychopathieën, psychotische wanen, paranoia, borderline (voorheen manisch depressieve), en persoonlijkheids stoornissen aan, zonder interne samenhang. Terwijl een onderliggende structuur in ogenschijnlijk onsamenhangende uitingen en gedragingen van verwarde personen, mij op diverse momenten heeft getroffen. Ik vermoed dat verward gedrag altijd berust op verborgen verbanden dat ons soms ontgaan.

Een waan ervaar ik als een narratief dat bezit kan nemen van zowel het denken als de zintuigen. Een narratief met een reden van bestaan, omgeven door mentale mechanismen die het voortbestaan van de interne samenhang beschermen. Kortom, ik ben wanen, net als (geestelijke) verslavingen, gaan zien als mentale entiteiten die zichzelf in stand willen houden.