Lid sinds

5 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker

#503 Akkefietje in het verleden? (aangepast)

Gewijzigde versie

 

Aan een tafeltje naast me zit een oudere man die ik schat op een jaar of zeventig. Zijn gezicht is gegroefd, zijn ogen liggen verscholen onder grijze, borstelige wenkbrauwen en ook de resterende haar- en baardgroei is van de kleur gedistingeerd grijs.
Hij tuurt afwisselend van links naar rechts en checkt om de zoveel tijd zijn horloge. De koffie die de ober hem tien minuten geleden bracht, is onaangeroerd. Telkens als een auto nadert, gaat hij rechtop zitten met in zijn ogen een verwachtingsvolle blik.

Op het moment dat hij zuchtend achterover leunt, stopt er een taxi voor het terras. De achterdeur opent en een eveneens grijzende, op leeftijd ogende man stapt uit en loopt naar het tafeltje. Hij lijkt even te aarzelen, maar schudt dan toch de hand die hem wordt toegestoken. ‘Dag, Karel.’
‘Dag, Jan,’ antwoordt de man van het tafeltje. ‘Je bent er niet jonger op geworden, broertje.’ Op zijn gezicht een geforceerde glimlach. ‘Waarom liet je nooit iets van je horen?’
Jan buigt zijn hoofd. ‘Ik durfde niet, bang dat het tussen ons voorgoed voorbij zou zijn. Door niet te reageren bleef het bij misschien. Laf, ik weet het.’
Karel schudt zijn hoofd. ‘Er waren momenten dat ik je de hel in wenste, dat geef ik toe, maar we zijn broers en het getuigt ook niet bepaald van moed dat ik je niet steunde nadat …, nou ja, toen Marie ...’

Nieuwsgierig verschuif ik iets in mijn stoel om het gesprek beter te kunnen volgen. De romanticus in mij vermoedt dat een vrouw de mannen uit elkaar dreef.
Jan antwoordt – ik zie zijn lippen bewegen – maar zijn woorden gaan verloren in het geronk van een voorbijtrekkende stoet motorrijders. De ondersteunende gebaren maken me niet veel wijzer, maar de goede afloop is overduidelijk als de mannen elkaar stevig vastpakken in een omhelzing die een eeuwigheid lijkt te duren, alsof ze bang zijn elkaar opnieuw te verliezen als ze loslaten.

Dan maakt Karel zich los en gebaart zijn broer plaats te nemen aan tafel. Zelf neemt hij de stoel ernaast en schuift de koude koffie opzij. ‘We zijn wel toe aan iets sterkers.’
Uit zijn jaszak pakt Jan een zakdoek en snuit zijn neus, wat hem een broederlijke klap op zijn schouder oplevert.
‘Geen spat veranderd. We hadden dit veel eerder moeten doen.’
Jan is nog niet bij machte iets te zeggen, maar zijn omhooggestoken duim zegt genoeg.

 

-------------------------------------------------

Eerste versie

Aan een tafeltje naast me zit een oudere man die ik schat op een jaar of zeventig. Zijn gezicht is gegroefd, zijn ogen liggen verscholen onder grijze, borstelige wenkbrauwen en ook de resterende haar- en baardgroei is van de kleur gedistingeerd grijs.
Hij tuurt afwisselend van links naar rechts en checkt om de zoveel tijd zijn horloge. De koffie die de ober hem tien minuten geleden bracht, is onaangeroerd. Telkens als een auto nadert, gaat hij rechtop zitten met in zijn ogen een verwachtingsvolle blik.

Op het moment dat hij zuchtend achterover leunt, stopt er een taxi voor het terras. De achterdeur opent en een eveneens grijzende, op leeftijd ogende man stapt uit; het evenbeeld van de man die nu uit zijn stoel omhoog komt en een hand opsteekt ter begroeting.
De taxipassagier komt dichterbij en blijft bij het tafeltje staan. Hij lijkt even te aarzelen, maar schudt dan toch de hand die hem wordt toegestoken. ‘Dag, Karel.’
‘Dag, Jan,’ antwoordt de man van het tafeltje. ‘Je bent er niet jonger op geworden, broertje.’
Nietszeggende beleefdheden worden uitgewisseld tot Karel uit het niets zegt: ‘Wat hield je tegen?’
Jan buigt zijn hoofd. ‘De angst dat je me de rug zou toekeren.’
Karel knikt. ‘Er zijn momenten geweest dat ik je de hel in wenste, dat geef ik toe, maar je bent en blijft mijn broer. Daar had niets of niemand tussen mogen komen.’
Deze opmerking intrigeert me en ik verschuif iets in mijn stoel om het gesprek beter te kunnen volgen. De romanticus in mij vermoedt dat het om een vrouw gaat.
Jan antwoordt – ik zie zijn lippen bewegen – maar zijn woorden gaan verloren in het geronk van een voorbijtrekkende stoet motorrijders. De ondersteunende gebaren maken me niet veel wijzer, maar de goede afloop is overduidelijk als de mannen elkaar stevig vastpakken in een omhelzing die een eeuwigheid lijkt te duren, alsof ze bang zijn elkaar opnieuw te verliezen als ze loslaten.

Dan maakt Karel zich los en gebaart zijn broer plaats te nemen aan tafel. Zelf neemt hij de stoel ernaast en schuift de koude koffie opzij. ‘We zijn wel toe aan iets sterkers.’
Uit zijn jaszak pakt Jan een zakdoek en snuit zijn neus, wat hem een broederlijke klap op zijn schouder oplevert.
‘Geen spat veranderd. We hadden dit veel eerder moeten doen.’
Jan is nog niet bij machte iets te zeggen, maar zijn omhooggestoken duim zegt genoeg.

 

 

Lid sinds

3 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Fief, 

Een mooi verhaal met een goede introductie van de sfeer, setting en de wachtende broer. Ik heb een beetje moeite met de woorden die de broers uitwisselen. Gezien hun onuitgesproken geschiedenis moeten ze ergens beginnen, maar hun eerste uitwisseling voelt voor mij net iets te cliché, te personageachtig, in plaats van menselijk (in de 'van vlees en bloed' zin van het woord). 
Wat hield je tegen?’
Jan buigt zijn hoofd. ‘De angst dat je me de rug zou toekeren.’

Het is me nét iets te poëtisch. 'Wat hield je tegen?' zou ik vervangen door eenvoudigweg 'Waarom?' of 'Waarom zei je nooit meer iets?' 'de angst dat...' zou ik vervangen door 'ik was bang dat...' 

Dit klinkt misschien erg pietluttig, ik twijfel zelfs aan mijn eigen oordeel hierover. Maar ik schat in dat jouw dialoog - voor mij persoonlijk, dan-  wel/ beter zou werken als je net iets meer aandacht aan het moment ervóór zou besteden, zodat het net wat meer gewicht krijgt. Nu schrijf je alleen over een groet, maar wat minder over hoe de broers elkaar aankijken, of de spanning die tussen hen in de lucht blijft hangen.  Met dat 'extra gewicht' zou de dialoog voor mij denk ik zoals hij nu is, net iets meer kloppen. 

Mooi hoe de ik-figuur het gesproken woord mist en uiteindelijk op de gebaren afgaat.  Zo gun je de broers het privémoment dat ze verdienen en geef je tegelijkertijd voldoende informatie mee om de lezer te garanderen dat de afloop wel degelijk positief is. 

Goed gedaan. 

Groet, 

Nadine

Lid sinds

11 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
  • Pluslid

Ik begrijp ook wel wat Nadine aangeeft. Een goed verhaal dat nog net wat beter kan. Ik kijk uit naar je herschrijf.

Lid sinds

5 maanden 1 week

Rol

  • Gewone gebruiker

Ik stoorde mij niet aan de poetische bewoording. Ik interpreteerde de woorden uit de eerste versie als afgewogen. De heren hebben waarschijnlijk dit gesprek al duizenden keren in hun hoofd gevoerd, ieder woord afgewogen enz enz, dus ik vond wel bij deze beladen ontmoeting passen. 

Ik vind het leuk dat de woorden verloren gaan in het geronk en ook dat het onduidelijk blijf wat er precies is gebeurd. 

 

Lid sinds

5 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker

@ Sandra: Grappig hoe ieder het verhaal op zijn/haar manier leest.

@ John: dank je wel.

@ Hadeke: blij dat je dat vindt.

Lid sinds

2 jaar 2 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Prachtige beschrijving van de personages en de sfeer rondom het weerzien van de broers, maar ik blijf als lezer wat verweesd achter omdat ik zelf moet invullen wat er is voorgevallen met Marie. 

Lid sinds

5 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker

Dank je, Schmetterling. Jammer dat het je wat verweesd achterlaat, maar ik denk dat je het wel kunt invullen. Ik laat de fantasie aan de lezer over. 

Lid sinds

2 maanden 2 weken

Rol

  • Gewone gebruiker

Zeker ook een beeld en de mogelijkheden zijn eindeloos. Juist leuk dat die interpretatie overgelaten wordt aan de fantasie van de lezer. Zo verbrak mijn opa ooit het contact met zijn zus vanwege nooit teruggebrachte geleende lijmklemmen. Met dat soort achtergrondverhalen in het achterhoofd is het des te fijner te lezen dat deze twee broers op leeftijd elkaar na al die tijd weer hebben weten te vinden. Arme Marie. Ik heb zomaar het idee dat zij er in dit verhaal het bekaaist vanaf gekomen is.

Lid sinds

5 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker

Mijn vader en mijn oom spraken ook jarenlang niet met elkaar. Nog altijd een raadsel wat er precies tussen hen instond. Gelukkig hebben ze het (ook op latere leeftijd) weer bijgelegd. 

Lid sinds

5 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker

Goedemorgen, Musonius. Dank je wel voor het lezen en je reactie op dit vroege (of late) tijdstip. Met het "prachtig" ben ik uiteraard heel blij, maar ik ga nog broeden hoe het natuurlijker kan. Ik zag het eigenlijk wel zo gebeuren.

Lid sinds

3 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Tja, Fief, jij schrijft langer en meer (proza) dan ik, dus wie ben ik om het te duiden, maar ik zal proberen uit te leggen waarom het op mij onnatuurlijk overkomt.
Het verhaal is prachtig, het gaat mij alleen om het stuk dat begint met de dialoog tot aan de witregel waar ik moeite mee heb.
Op het gevaar af voor seksistisch te worden versleten, wil ik zeggen dat twee ouwe ... twee heren op leeftijd in een emotioneel beladen moment en die elkaar lang niet hebben gezien, er op los kakelen als twee schoolvriendinnen die de dag doornemen.
Ik hoor ook veel te veel de auteur in de dialoog spreken: 'broertje' klinkt als infodump. Beter is het te wijzen op familietrekjes, zoals Hadeke dit bijvoorbeeld doet in 'Voortstruikelen'.
Ook is het allemaal te netjes al die volzinnen. Alleen bij 'nadat …, nou ja, toen Marie ...' wordt het spreektaal en dit klinkt ook meteen spannender en overtuigender.
Mijns inziens moet de dialoog veel minder woorden bevatten, meer lichaamstaal en vooral veel stiltes. Stiltes voor de storm, zogezegd. Meng dit met handelingen: koffie bestellen, langer dan nodig roeren, elkaar niet aan durven kijken, zwijgend een slokje nemen, etc. Dit gedeelte, het ongemak, de gespannen sfeer, een stroef verloop van het gesprek tot het hoge woord er uitkomt, zou het spannendste gedeelte van je verhaal moeten zijn, maar je banjert er een beetje met zevenmijlslaarzen doorheen en dat vind ik toch een gemiste kans.

Lid sinds

5 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker

@Musonius: uiteindelijk toch niet zo prachtig, als ik het goed begrijp. Ik bewaar je aanwijzingen voor een volgend verhaal. Zoals altijd bedankt voor je eerlijke en zeer gewaardeerde mening.