Lid sinds

9 maanden 1 week

Rol

  • Gewone gebruiker

#472 Kamercollege

We vormden dat jaar een klein clubje, de vier masterstudenten "Natuurlijk gedrag van de Afrikaanse grondprimaten". Daarom gaf Dinkelberg zijn college regelmatig in zijn kamer en niet in gebouw D. Zijn kamercolleges waren beroemd en geliefd onder studenten. Het licht viel daar door de hoge ramen op zijn idioot grote bureau en de opgezette dieren die hij voor elk college uit het depot haalde en de kamer een atmosfeer van kamfer, natuurhistorie en academische grootheid gaven.

Dinkelberg geloofde nog in de taxidermische producten uit de vroege vorige eeuw, terwijl sommige exemplaren al bizar veel door motten waren aangevreten. "Geen beter college dan een hand door een vacht of vingers langs een rij tanden", had hij tijdens het eerste werkcollege al gezegd. En zo stonden daar ook op een dag de drie oelings die het depot rijk was.

Zoals altijd wees Dinkelberg ons op kleine details waaraan we de ondersoorten konden herkennen: de haren midden op de kop, de lengte van de hoektanden, de grootte van de neusgaten en nog een aantal kleinere kenmerken.

De eerste was eenvoudig. De afk-oeling heeft de grootste neusgaten, wisten we. Ze waren al uitgebreid beschreven in de negentiende-eeuwse studies van dr. Nijvering. De tweede bleek al snel een kri-oeling. We twijfelden over de derde. Was dat de verk-oeling of de doorsp-oeling? Twee van ons dachten de verk-oeling vanwege de hoektanden, de andere twee wezen op de witte kruin pal op de kop, hét kenmerk van een doorsp-oeling. Dinkelberg haalde zijn eigen determinatiegids erbij, een absurd doorwrocht werkje, maar zelfs dat bracht geen uitsluitsel. Er waren gewoon te veel variabelen om een besluit op te kunnen nemen.

Al pratend en denkend en discussiërend zagen we de schaduwen van rechts naar links over het grote bureau bewegen en aan het einde van het college waren we het over één ding eens: dat dit niet de bed-oeling was. Maar die derde heeft ons nog weken bezig gehouden.

Lid sinds

7 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Een vooral grappig verhaaltje. Als jij, als befaamd voorlezer, telkens de nadruk op -oeling legt, dan wordt het op een podium een nog gekkere bed-oening.  GG. 

Lid sinds

9 maanden 1 week

Rol

  • Gewone gebruiker

Bij gebrek aan betere inspiratie deze week (er moet weer een artikel afgerond) is het dan ook niet meer dan een grappig verhaaltje, dames, zonder veel v-oeling deze keer. Toch ben ik blij om deze grondprimaat even onder jullie aandacht te brengen, want van David Attenborough moeten we het niet hebben in deze.

Lid sinds

7 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Mooi verwoord, Raymond! De oelingen namen me mee naar Marten Toonder c.s. en ik waan me al meteen in alinea 1 in het bruine, stoffige licht van dat kantoor door die details. Wel jammer dat de beestjes daarna meer een woordgrap blijven dan een inhoudelijk thema. Graag gelezen desalniettemin.

Lid sinds

3 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Raymond,

Je woordspeling met -oeling is leuk bedacht, maar hij leidt voor mij net iets te veel af. In de alinea's daarvóór weet je me mee in het verhaal te nemen met rake beschrijvingen over de (atmo)sfeer van de kamercolleges. Maar in plaats van daar verder van te kunnen genieten, ben ik mijn hersens aan het kraken over een woordspeling die aan de ene kant een knipoogje hoort te zijn van geschreven/ gesproken taal en tegelijkertijd ook visueel lijkt te zijn voor de studenten(?). 

Ik kan niet zoveel met die mix: voor mij 'rijmt' hij niet genoeg om echt te werken. Dat gezegd hebbende: ik heb wel genoten van je creativiteit. 

Groet, 

Nadine

Lid sinds

9 maanden 1 week

Rol

  • Gewone gebruiker

Nadine en Kruidnagel, wat een fijn commentaar. Ik zie opeens dat de "exposito" (die ik heerlijk vond om te schrijven) waarde heeft op zichzelf en niet alleen dient om de woordspeling in te leiden. Zo schreef ik dit wel. Ik heb erg veel plezier beleefd aan het zoeken naar een paar goede "oelings" (die op zich geen enkele betekenis hebben, Nadine) en geen moment beseft dat die woordspeling af zou kunnen leiden van de fijne beschrijvingen ervoor. Afijn, zo zie je maar. Dank!

Lid sinds

3 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Prachtig geschreven, ik zag scènes voor me uit Inspector Morse en Lewis met professoren en studenten in  kamertjes van de Oxford-universiteit.

Het melige woordspelige is echter niet aan mij besteed.