Lid sinds

5 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

#412 Dag lieve oude woning

 

Mijn ouders waren de uitbaters van een hotel in het centrum van ons dorp. Halverwege de huurtermijn kochten zij een huis, een paar straten verderop. Ik was vier toen we er half en half gingen wonen. Mijn jongste zus werd een jaar later in dat huis geboren.
Meestal woonden we in het hotel, maar in rustigere periodes waren we veel in het “nieuwe huis”, zoals we het steevast noemden. Door de wisselingen vergiste mijn moeder zich wel eens, dan was ze vergeten dat ze ons in het nieuwe huis op bed had gelegd. Paniek brak uit als ze zag dat onze bedden in het hotel leeg waren.

Toen de huurtermijn verstreek en mijn ouders besloten het niet meer te verlengen, verhuisden we definitief naar het “nieuwe huis”. Een heerlijke tweekapper met voor iedereen een ruime slaapkamer. Een enorme luxe; de eerste tien jaar van mijn leven sliepen we met zijn vijven op één kamer of we kregen een hotelkamer die toevallig vrij was.

De rollen in ons huishouden waren omgedraaid. Mijn vader regelde het huishouden, terwijl mijn moeder werkte. Als we thuiskwamen van school stond er altijd thee met iets lekkers klaar. En maandverband kopen, dat deden wij als pubers niet. Hartstikke voor schut natuurlijk; mijn vader draaide er zijn hand niet voor om. Zonder enige vorm van schroom fietste hij door het dorp met vier pakken maandverband onder de snelbinders. Hij had wat te stellen met vier dames in huis.

We groeiden op, overleefden de pubertijd, gingen studeren en kregen vriendjes. Altijd was ons “nieuwe huis” de thuisbasis.
Ik kreeg verkering met mijn buurjongen, we trouwden en kochten ons eerste huis niet ver van mijn ouders. Even binnenvallen voor een bakkie was de normaalste zaak en we konden altijd mee-eten. De traditie van zuurkoolstamp met worst op zaterdag hebben we er nog lang ingehouden.

Nadat ook mijn zussen waren uitgevlogen, werd het huis voor mijn ouders te groot. Ze vonden een kleiner huis aan de rand van het dorp. Mijn man en ik hadden de mogelijkheid het “nieuwe huis” van hen te kopen en we maakten het tot ons huis. Het verwelkomde een nieuwe generatie met de komst van onze dochter en zoon.

Geboren en getogen in ons dorp dachten mijn man en ik er niet aan naar een andere plaats te verhuizen. Wel fantaseerden we hoe het zou zijn om in het centrum te wonen, met uitzicht over de rivier. Zolang onze kinderen nog thuis woonden, bleef het bij dromen. Tot drie jaar geleden.
In het centrum zouden twee appartementencomplexen gerealiseerd gaan worden. Onze dochter was inmiddels afgestudeerd en had plannen om te gaan samenwonen. Onze zoon woonde al op zichzelf. We schreven ons in en werden na een eerste teleurstelling alsnog ingeloot. Onze droom kwam uit: wonen in een appartement midden in het centrum van ons geliefde dorp, met uitzicht over het water, op steenworpafstand van het hotel waar ik en mijn jongere zus geboren werden. De cirkel bijna rond.

Na drie jaar het proces van de bouw met spanning gevolgd te hebben, volgde het moment waarop we ons huis verkochten. Dat was in deze tijd niet zo moeilijk. Het deed me goed dat het opnieuw een jong gezin zou verwelkomen.
De dag van de overdracht kwam dichterbij en we moesten onze spullen gaan inpakken. Onbewust had ik het voor me uitgeschoven, maar onverbiddelijk kwam het moment waarop ik geen keuze meer had. Elke kast die ik leeghaalde voelde als een afscheid. Van elke kamer maakte ik een foto, bang dat ik later zou vergeten hoe het er ooit uit had gezien.
Toch keek ik ernaar uit ons nieuwe appartement te betrekken. Het oude huis werd nog maar half bewoond en had zorg nodig, zorg die ik het niet meer kon en wilde geven. De nieuwe eigenaren hadden grootste plannen en dat verdiende het.

Tot de dag kwam dat we daadwerkelijk de sleutels moesten overhandigen. Het bleek nog een hele kluif het huis op tijd leeg te hebben. Terwijl we met de laatste rommeltjes bezig waren, werd voor het huis een grote afvalcontainer geplaatst. Ik wist van de verbouwplannen, maar toen pas drong het daadwerkelijk tot me door dat het huis nu echt aan een ander behoorde. Dat het niet langer meer mijn huis, mijn thuis was. Een volgend bezoek zou via de voordeur zijn en niet meer achterom. Voor de laatste keer luisterde ik naar de vertrouwde geluiden.

Heel af en toe fiets ik er nog eens langs. In gedachten hoor ik dan het lied van Willeke Alberti: ‘Dag huis, dag lieve oude woning.’ Dan slik ik hard en fiets snel door.
Nee, ik heb geen spijt van onze beslissing. Wij waren toe aan een volgende stap en het “nieuwe huis” verdient een jong gezin en mag weer tot de nok toe bewoond worden.

 

Lid sinds

7 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Fief, het verhaal kabbelt rustig voort, maar spannend is het niet. De nostalgie die Elrie voelt, blijft bij mij weg.
Zeurtjes:
we maakte ---> maakten
de onze ---> het onze (tweemaal het, tja)

Lid sinds

5 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

@Elrie: dank je wel voor je compliment. 

@Gi: het was ook niet de bedoeling dat het spannend was. Het gaat om het besef. Bedankt voor je scherpe blik. Ik heb het aangepast.

Lid sinds

7 jaar 5 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Fief, veel terugdenken, nostaligisch gevoel aan een huis, en nog een ander huis, en hoe het was en hoe het zal zijn. Zoals Gi zegt, weinig spannend. Ik mis het verhaal, concrete situaties met mensen die in dit huis wonen. Show don't tell, je kent de regel wel.

Lid sinds

3 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Fief,

Je verhaal is in de basis erg mooi en nostalgisch, maar ik mis de personages. Dat heeft de oorzaak in de mate waarin je 'blijft opbouwen'. 
Je hebt de opdracht goed begrepen en toepast als het gaat om het besef: je draagt momenten en plaatsen aan die langzaam maar zeker dat nostalgische gevoel (lees: besef) moeten bewerkstelligen. En dat leest heel mooi. Maar het jammere is dat het daarbij blijft. Daar wordt het verhaal op den duur traag van. 

Als je dit verhaal opnieuw zou willen of moeten schrijven, dan zou ik je het volgende aanraden: 
Kijk eerst bij welke alinea je moet stoppen met de aandacht aan het hotel(gebouw) te geven. Ik zou zelf zeggen: na de vierde alinea, maar dat zou ook aan jou zijn.
De rest van de tekst zou je dan kunnen besteden aan de karateruitwerkingen van je personages. Wat zijn die zussen voor mensen? Wat houdt manlief bezig?

Als je verder schrijft over een chagrijnige zus die maar doorzeurt over hoe de wereld van ellende uit elkaar valt, een andere zus de roddeltante is die de hele gezinsdynamiek op zijn kop het en de volgende zus... (vul maar in). Dan kan je toewerken naar (bijvoorbeeld) een laatste ontmoeting in het hotel waar die herinneringen samenkomen en daarmee afsluiten. Dan is die nostalgie levendiger voor de lezer en dan zal zowel de nostalgie als dat besef de lezer ook wat meer raken. 

Het verhaal zelf is goed op weg om iets moois te worden! 

Groet,

Nadine

Lid sinds

5 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Nadine, ik begrijp wat je bedoelt, maar de personages hebben naar mijn idee geen rol in het besef dat het huis niet meer van mij is. Het gaat om het gevoel wat ik had met het huis. Maar goed, ik ga nadenken over hoe het anders kan.

Lid sinds

6 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Fief, herkenbaar verhaal, maar ik kan me vinden in de kritiek van mijn voorgangers. Je kan je wel goed in het personage verplaatsen en dat heb je mooi gedaan.

Groeten Jurrit