Lid sinds

3 jaar 4 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

#378 Paardenkastanjes zoeken

‘Kom, jongens, hier liggen er veel!’
Daar komen ze aangerend. Twee meisjes en twee jongens. Ze hebben tassen mee. Ik hoop dat ze mij zien liggen. Alleen de allermooiste verdwijnen natuurlijk in hun tas.
Nu de middagzon schijnt, lig ik op mijn mooist te glimmen. Zien ze het dan niet?
Toegegeven, misschien lig ik iets te veel verstopt achter deze graspol. Ik wilde dat ik mezelf kon omrollen, en naar een opener plekje kon gaan. Een, twee, hup…. het lukt niet, hoe ik ook mijn best doe. Daar verder ligt een kleine kastanje op een goede plek. Hij is niet zo mooi als ik.
Er komen twee benen aan. Een hand gaat naar beneden, mag ik mee? Hè nee, die kleine van verderop wordt wel gepakt. En ik lig hier gewoon super te glimmen en niemand ziet me.
Nu begint het nog te waaien ook. De bruine kastanjebladeren bewegen om me heen en, nee hè, pffff, pffff, een blad ligt over me heen. Het kriebelt, maar ik kan het niet wegblazen. Nu ziet niemand me meer.
Slof, slof, slof, daar komen weer voeten aan, ik kan ze horen. Ze schoppen tegen alles aan wat op de grond ligt. Ook tegen 'mijn' blad en mij. O, een hand pakt me. Ik ben heel hoog en dan plof ik in de tas. Het is donker hier. En een boel gemopper: 'ga eens opzij, u ligt op mijn lijf, hallo kijk eens uit, au, u prikt,' en ga zo maar door.
Gezellig is het niet, maar ik ben in elk geval uitgekozen. Iemand zag hoe mooi ik lag te glimmen, met mijn bruinrode lijf. Met zijn allen worden we meegenomen. Maar waar naartoe?
Ik hoor zeggen: ‘We gaan naar huis, het wordt donker.’ En dan schommelen we een hele tijd met elkaar in de tas. Totdat het stopt. Opeens vallen we weer uit de tas en liggen we op een hoopje.
Ik denk dat we in het huis zijn. Het is er licht en niet meer zo koud. Ik krijg het warm. De kinderen gaan bij ons zitten en kiezen de mooiste kastanjes uit. Er liggen lucifers op tafel en ook een ding met een scherpe punt. Ik krijg het nog warmer. Wat is dat? Ik word opgepakt en de punt prikt in mij, AU! AU! Niet één keer, maar wel zes keer. Ik krijg zes lucifers in mijn lijf geprikt, en de bovenste, daar komt een kleine kastanje op. ‘Kijk, een paard,’ zegt een meisje. En ze zet me in de vensterbank. Een paard? Waar dan?

 

Lid sinds

6 jaar 5 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

@ Maria Fransisca. Nu snap ik je beter. Ja,  twee zielen een gedachte. Dat heb ik hier vaker. Jij hebt je alleen  wel keurig aan de opdracht gehouden. 

Als ik er iets over mag zeggen: Ik vind het verhaal echt vanuit de kastanje geschreven. Hij wil wel heel vaak glimmen en is af en toe een beetje lang van stof, waardoor ik deze kastanje tegen het omvallen van de rest van het poppetje zou gebruiken.  

Lid sinds

3 jaar 4 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Hihi, Carneli, ja, je hebt gelijk. Het is een beetje een opschepperig type. Al die aandacht voor het glimmen. Hij kan ook niet zoveel anders, denk ik. Ik vind het heel leuk om zo vanuit een 'dood' ding te schrijven. De sprookjes van Hans Christian Andersen zitten daar vol mee. De mooiste vind ik "De dennenboom" uit 1844. Vaak verlangen die dode dingen naar een beter leven, en als ze het dan krijgen blijkt het juist minder fijn te zijn dan ze dachten. Waren ze nou maar gewoon tevreden geweest met wat ze hadden. Niets menselijks is ze vreemd...

Lid sinds

5 jaar 4 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

dag Maria Fransisca

Fijne insteek en een gezellig verhaal om te lezen. Je vertrekt vanuit et perspectief van de kastanje en houdt dat consequent aan en dat vind ik goed gedaan.`

Ik begrijp dat je de kastanje wil laten glimmen en dat hij ijdel is, maar hier zou je het soms anders kunnen verwoorden, dat het niet altijd glimmen is (hij kan schitteren, blinken, ...). Je zou het ook kunnen oplossen door de commentaren die hij nu geeft op de anderen, nog wat te accentueren ook.

Dat zijn puntjes waarmee je voor een volgende tekst misschien rekening kan houden?

Johanna

   

Lid sinds

5 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Maria, je hebt een leuk verhaaltje geschreven. Ik mis iets meer diepgang en beleving. Verder graag gelezen.

Ze schoppen tegen alles aan wat op de grond ligt. Ook tegen mijn blad en mij. O, een hand pakt me. Ik ben heel hoog en dan plof ik in de tas.  ---> ik mis hier het gevoel van de kastanje. Wat doet het met hem? Doet het zeer als ze tegen hem/haar schoppen? Vind hij het eng van zo'n hoogte in de tas te ploffen? 
Mijn blad moet, denk ik, het blad zijn. 

En een boel gemopper: ga eens opzij, u ligt op mijn lijf, hallo kijk eens uit, au, u prikt, en ga zo maar door.  ---> volgens mij hoort het gemopper tussen ah-tekens te staan. Het is iets wat je hoort zeggen. 
En een boel gemopper: "Ga eens opzij, u ligt op mijn lijf, hallo kijk eens uit, au, u prikt", en ga zo maar door.

Ik wordt opgepakt  ---> Ik word

 

Lid sinds

2 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Ik vind het een schattig verhaal, Maria Fransisca. En het slot vind ik heel leuk gevonden. Glimlach, check!

Lid sinds

7 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Hey MF, ik vind het ook echt zo'n glimlachverhaal, met al die geluidjes. Een beetje kinder-tv-verteltoon (dat is een compliment). En die melige verbaasde slotzin.

Het streven naar een beter leven en ontsnapping aan het lot leidt tot idealisering en zwart-witdenken; Nergens is al het gras groener en nostalgie is sterk rotspul. Wel is brood met tevredenheid erg voedzaam, met risico op middelmatigheid. Geluk is natuurlijk een vlinder.

Graag gelezen!