Lid sinds

3 jaar 2 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

#340 Maiinnn

Versie 1

In de nazomer van dat jaar liepen er twee jongetjes over het strand dat bezaaid was met mossels, oesters, zeesterren en krabben. Het was heet voor die tijd van het jaar en de zon stond bijna op zijn hoogste punt. De jongetjes waren wel wat gewend. Hun bruinverbrande gezichten verrieden dat ze de zon vaak zagen. Ze liepen ver uit elkaar en hun blik was op de grond gericht. Er stak een licht briesje op en de zeilen van de bootjes bolde op door de wind net als de bloesjes van de jongetjes en de meeuwen maakte hoge vrolijke geluidjes, ze vlogen nu lager dan eerst.
‘Ik heb wat gevonden, geloof ik,’ zei het oudste jongetje.
‘Verrekt, je hebt nog gelijk ook.’
‘Natuurlijk heb ik gelijk, ik zou daarover niet liegen.’
‘Goed zo. We delen alles eerlijk.’
‘Dat doen we, wat zou het wezen?’
‘Geen idee, ik kan alleen het bovenste gedeelte zien maar het lijkt op een zwart geldkistje,’ zei het andere jongetje opgewonden.
De jongetjes groeven hard en hun handen deden pijn van het graven en werden wit van het plakkerige zand.
‘Het lijkt niet op een geldkistje.’ De oudste keek teleurgesteld naar het object.
‘Nee, maar het is misschien wel veel geld waard.’
‘Er zit een ringetje aan de bovenkant, ik ga een tang halen om het door te knippen zodat we het open kunnen maken.’
‘Tot zo Stefan.’
‘Dag.’
Hij haastte zich zo snel als zijn benen hem konden dragen naar huis. Eerst door de duinen waar hij nauwelijks vooruitkwam omdat het losse zand tot aan zijn knieën kwam en toen het smalle trapje af waar de sprietjes van helmgras zijn benen kietelde. Het achtergebleven jongetje rolde zich om totdat hij op zijn rug lag en keek naar de lucht. Hij fantaseerde dat ze rijk en beroemd zouden worden door deze vondst. Ze hoefden dan nooit meer te strandjutten.

Het jongetje dat Stefan heette was teruggekeerd met een rode tang en maakte aanstalten om het object open te breken. Maar voordat hij dat deed, veegde hij eerst voorzichtig wat zand van de bovenkant.
‘Wat is miene.’
‘Je spreekt dat uit als main,’ zei Stefan.
‘Maiinnn,’ herhaalde het jongetje.
‘Kijk er staat nog meer op de doos.’
‘Ja, 10 pound. Misschien zit er wel tien pound goud in.’
Stefans ogen begonnen te blinken. ‘Dat zou best wel eens kunnen, er staat immers mine op en in mijnen hakken ze zilver en goud.’
Hij klemde het tangetje om de ring en zette steeds meer kracht. ‘Dat verdomde vastgeroeste ding wil niet ope…’
Verder is hij nooit gekomen want een enorme knal verstoorde de stille nazomerdag. Het geluid weerkaatste tegen de raampjes van de huizen en de kapitein hoorde het ruitje van de kajuit trillen. Nadat al het stof was neergedaald kon hij vanaf zee zien dat de duinen vol waren met mensen. Alle zeilbootjes zetten koers naar de wal terwijl de meeuwen alsmaar hoger en verder weg vlogen. 

Versie 2

In de nazomer van dat jaar liepen er twee jongetjes over het strand dat bezaaid was met mossels, oesters, zeesterren en krabben. Het was heet voor die tijd van het jaar en de zon stond bijna op zijn hoogste punt. De jongetjes waren wel wat gewend. Hun bruinverbrande gezichten verrieden dat ze de zon vaak zagen. Ze liepen ver uit elkaar en hun blik was op de grond gericht. Er stak een licht briesje op en de zeilen van de bootjes bolde op door de wind net als de bloesjes van de jongetjes. De meeuwen maakten hoge vrolijke geluidjes, ze vlogen nu lager dan eerst.
‘Ik heb wat gevonden, geloof ik,’ zei Stefan.
‘Verrekt, je hebt nog gelijk ook.’
‘Natuurlijk heb ik gelijk, ik zou daarover niet liegen.’
‘Goed zo. We delen alles eerlijk.’
‘Dat doen we, wat zou het wezen?’
‘Geen idee, ik kan alleen het bovenste gedeelte zien maar het lijkt op een zwart geldkistje,’ zei Thomas opgewonden.
Thomas en Stefan groeven hard en hun handen deden pijn van het graven en werden wit van het plakkerige zand.
‘Het lijkt niet op een geldkistje.’ Stefan keek teleurgesteld naar het object.
‘Nee, maar het is misschien wel veel geld waard.’
‘Er zit een ringetje aan de bovenkant, ik ga een tang halen om het door te knippen zodat we het open kunnen maken.’
Thomas bleef achter en rolde zichzelf om totdat hij op zijn rug lag en keek naar de lucht. Hij fantaseerde dat ze rijk en beroemd zouden worden door deze vondst. Ze hoefden dan nooit meer te strandjutten.

 

Stefan was snel terug met een rode tang en maakte aanstalten om het object open te breken. Maar voordat hij dat deed, veegde hij eerst voorzichtig wat zand van de bovenkant.
‘Wat is miene.’
‘Je spreekt dat uit als main,’ zei Stefan.
‘Maiinnn,’ herhaalde Thomas.
‘Kijk, er staat nog meer op de doos.’
‘Ja, 10 pound. Misschien zit er wel tien pound goud in.’
Stefans ogen begonnen te blinken. ‘Dat zou best wel eens kunnen, er staat immers mine op en in mijnen hakken ze zilver en goud.’
Hij klemde het tangetje om de ring en zette steeds meer kracht. ‘Dat verdomde vastgeroeste ding wil niet ope…’

 

 

Lid sinds

3 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Prachtig verhaal. Met plezier gelezen;

Persoonlijk had ik het mooier gevonden als je het laat eindigen met ‘Dat verdomde vastgeroeste ding wil niet o…’. De rest kun je overlaten aan onze fantasie.

Lid sinds

7 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Mooi, Le Grand Bleu. Het verhaal past helemaal bij jouw schrijversnaam. Je hebt het aantal woorden overschreden (van de 3 een 5 gemaakt?), maar daar gaat geen haan over kraaien en geen meeuw over krijsen.

Lid sinds

4 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Le Grand Bleu, een mooi, maar gruwelijk verhaal. 
Van mij had je de jongens van het begin af aan een naam mogen geven in plaats van het oudste jongetje en het jongste jongetje. Een naam leest fijner.

Je hebt inderdaad meer woorden gebruikt. Als je het verhaal iets minder uitschrijft, blijft de essentie over, leest het vlotter en blijf je binnen het aantal woorden. Musonius deed al een goede suggestie. 
De onderstaande zinnen voegen voor mij ook niets toe aan het verhaal. 

‘Tot zo Stefan.’
‘Dag.’
Hij haastte zich zo snel als zijn benen hem konden dragen naar huis. Eerst door de duinen waar hij nauwelijks vooruitkwam omdat het losse zand tot aan zijn knieën kwam en toen het smalle trapje af waar de sprietjes van helmgras zijn benen kietelde. 

Er stak een licht briesje op en de zeilen van de bootjes bolde op door de wind net als de bloesjes van de jongetjes en de meeuwen maakte hoge vrolijke geluidjes, ze vlogen nu lager dan eerst.  
Dit is een erg lange zin. Misschien kun je er twee zinnen van maken. 

Lid sinds

3 jaar 2 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Bedankt voor de complimenten Musionus, Gi en Fief! Ik heb het stuk aangepast en er een 2e versie bijgezet. Het woordenlimiet heb ik domweg ruim overschreden omdat ik de opdracht niet goed had gelezen, oeps. 

Lid sinds

4 jaar 2 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Ha Grote Blauwe, wat een goed verhaal. Heerlijk gruwelijk idee en leuk uitgewerkt.

Ik heb 2 feedbackpuntjes:

* Als je de jongens beiden vanaf het begin een naam geeft wordt het mogelijk wat persoonlijker, en gruwelijker als de mijn ontploft. Een genaamd personage heb je toch meer binding mee.

* Wanneer de mijn ontploft schrijf je: Verder is hij nooit gekomen want een enorme knal verstoorde de stille nazomerdag.

Die zin zou ik anders inrichten. Het stukje 'verder is hij nooit gekomen' haalde mij heel erg uit het verhaal. Ik denk zelfs dat het sterker is als je het helemaal weglaat: ‘Dat verdomde vastgeroeste ding wil niet ope…’
Een enorme knal verstoorde de stille nazomerdag. 

En heel misschien zou 'Een enorme knal verstoorde de stilte van de nazomerdag.' mooier overkomen. Het is tenslotte de stilte die verstoord wordt, niet de nazomerdag zelf. Maar het kan zijn dat ik ernaast zit.

Lid sinds

7 jaar 5 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Goed verhaalidee en fraaie, levendige dialogen, LGB. Fijne sfeer ook, mooi niets-aan-de-hand in de inleiding en knallend uiteinde.

Een paar tips:

  • Er zit er veel 'versiering' in voor een verhaal van driehonderd woorden (de zeevruchten, de bootjes, de bloesjes, de meeuwen). Dat de meeuwen lager gaan vliegen heeft bijvoorbeeld geen gevolgen voor de verhaallijn, terwijl het best veel nadruk krijgt.
  • De vrolijke geluidjes van de meeuwen zijn denk ik eigenlijk van die schorre kreten. Dat zou mooi subtiel onheilspellend kunnen werken. Verkleinwoorden zijn vaak lastig te gebruiken.

Er stak een licht briesje op en de zeilen van de bootjes bolde op door de wind net als de bloesjes van de jongetjes en de meeuwen maakte hoge vrolijke geluidjes, ze vlogen nu lager dan eerst.

  • Deze zin is wat onoverzichtelijk door het ontbreken van komma's en punten. Een alternatief kan zijn: 'Er stak een licht briesje op. De zeilen van de bootjes boldeop, net als de bloesjes van de jongetjes. De meeuwen maakten hoge, vrolijke geluidjes. Ze vlogen nu lager dan eerst.'

 

Lid sinds

3 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Nou, ik vind de 2e versie niet beter. In beide versies staan teveel woorden, er kan heel wat geschrapt worden zodat je op 300 uitkomt. Ik denk dat het verhaal daarvan opknapt. "Verder is het nooit gekomen", zou ik juist weglaten, maar wat daarna komt laten staan. Tja, zo heeft ieder zijn voorkeuren.

Lid sinds

3 jaar 2 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Versie 2 knalt! 

Ik volg de commentaren dat je de inleiding misschien beter gebruikt om meer sympathie met de twee jongens te creëren in plaats van beeldend het strand te beschrijven. Hoe meer je ons kan doen houden van de boys, hoe harder het knalt.

(Bijvoorbeeld iets van "Thomas heeft net zijn moeder verloren en Stefan zijn hond is ziek, samen wandelen ze op het strand om hun zorgen te vergeten" ;))

Knappe vondst!

Lid sinds

7 jaar 2 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Grand Bleu, spannend verhaal met een explosieve climax. Je hebt heel treffend de onderzoekende jongetjes weergegeven, alleen jammer van dat einde; ik ben namelijk gek op een happy end.  😋
O ja, de kwesties van de twee versies: mijn voorkeur is de tweede versie, deze is strakker en leest vlotter. Maar uiteindelijk is het jouw tekst, dus jouw voorkeur telt!
Graag gelezen!

Lid sinds

3 jaar 2 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Bedankt Kruidnagel, Jac, Katja, Tony en Ton voor de  feedback. 

 

  • De vrolijke geluidjes van de meeuwen zijn denk ik eigenlijk van die schorre kreten. Dat zou mooi subtiel onheilspellend kunnen werken. Verkleinwoorden zijn vaak lastig te gebruiken.

 

Mooie toevoeging Kruidnagel, het zou een goede voorbode zijn voor de rest van het verhaal. Alleen, wilde ik juist een zorgeloze sfeer neerzetten.

Nou, ik vind de 2e versie niet beter. 

Jammer Katja :/ 

Versie 2 knalt! 

Ik volg de commentaren dat je de inleiding misschien beter gebruikt om meer sympathie met de twee jongens te creëren in plaats van beeldend het strand te beschrijven. Hoe meer je ons kan doen houden van de boys, hoe harder het knalt.

Bedankt Tony! Ik volg die commentaren ook maar door het limiet - wat ik per ongeluk ruim overschreden heb - moest ik kiezen wat belangrijker was. Ik vond het sfeertje belangrijker dan de jongens en hun problemen. Maar ik snap zeker wat je bedoelt, misschien herschrijf ik het nog een keer aangezien de jongens centraal staan in het verhaal.

Hoi Grand Bleu, spannend verhaal met een explosieve climax. Je hebt heel treffend de onderzoekende jongetjes weergegeven, alleen jammer van dat einde; ik ben namelijk gek op een happy end.  😋

Toen ik het verhaal zelf ging schrijven had ik ook niet echt een idee wat de uitkomst zou zijn haha. Ik liep met het idee dat de jongens het object niet open kreeg waardoor ze de vader zouden halen en het allemaal goed zou aflopen. Ik koos het andere. De dramatische afloop omdat ik me bedacht dat dat misschien wel origineel zou zijn aangezien de meeste verhalen gaan over een leuk object op het strand.

 

 

 

 

 

 

Lid sinds

5 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

dag Le Grand Bleu

Dit is echt vlot en fijn geschreven. Ik vind de beide versies goed, de tweede eindigt met meer suspense en dat geeft meer spanning.

Het moment dat de ene jongen een tang gaat halen, vind ik persoonlijk wat overbodig en het remt de vaart van je verhaal onnodig af. Je had hen aan de kist kunnen laten trekken, sleuren en peuteren tot er beweging in kwam.

Vlot en goed hoor.

Coach Johanna