Lid sinds

4 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker

Opdracht #286 - Verloren

Waar ben je?

Er staat een stevige wind. Boven me drijven donkere wolken. Wat doe ik hier? Ik hoor allang binnen te zijn. Ik spits mijn oren. De kale takken zwiepen heen-en-weer. Verder blijft het stil. Zelfs de schelle stem van Daphne is verdwenen.

Wacht eens, ik hoor iets. In de plas vlak naast me verschijnt een kringetje. Dan nog één, en nog één. Oei, regen. Ik moet hier weg, voordat het te laat is. Ik probeer me te bewegen. Naar voren, naar achteren, het lukt me niet.

In de verte blaft een hond. Onmiddellijk duik ik in elkaar. De buurjongen heeft sinds kort ook zo’n luidruchtig beest, Oscar heet hij. Een pikzwarte Labradorpup die altijd wil spelen. Laatst hapte hij naar me. Gelukkig zag de papa van Daphne het net op tijd, tilde me op en bracht me naar mijn slaapplek. Waar zal hij nu zijn? Hij was er toch ook bij vanmiddag?

Een paar uur geleden rende ik nog met Daphne door de deken van gekleurde bladeren. Ze trok me mee aan het touw dat vastzit aan mijn buik. Razendsnel reed ik achter haar aan. Ik hobbelde over boomstronken, door modderpoeltjes, langs de eindeloze bospaden. En nu ben ik hier, alleen. Ik kijk naar de grond. Mijn prachtige, blauwe wielen zijn weggezakt in de blubber. Natte druppels sijpelen via mijn wangen naar beneden.

‘Wil je nog naar de speeltuin?’ had haar papa gevraagd.

Huppelend liep ze met haar vader mee. Ik keek hen na, tot ze uit het zicht verdwenen waren. Ze zouden terugkomen, dat wist ik zeker. Inmiddels is de zon achter de horizon verdwenen, het begint zelfs al te schemeren.

Ik verstijf als ik iets nats voel bij mijn staart. Wat is dat? Voetstappen komen dichterbij, ze blijven staan. Ademloos luister ik naar de geluiden achter me, totdat twee grote handen me uit de zwarte derrie halen.

‘Wat is dit nou, Lobbes?’

Hij tilt me hoog in de lucht. Verschrikt knijp ik mijn ogen dicht. Een doffe dreun galmt na in mijn hoofd, dan is het stil.

Voorzichtig open ik mijn ogen. In de verte verschijnt een oranje gloed, de nacht is voorbij. Met mijn snavel wil ik de druppels van me af poetsen. Auw! De gele verf op mijn rug is beschadigd, het geeft een zeurende pijn. Aarzelend kijk ik om me heen. Mijn wielen, schoon gewassen door de forse regenbuien, staan tegen de schors van een boom. Het touw aan mijn buik is om een knoest geknoopt.

‘Ja, daar is hij!’

Ik herken die stem, de vlugge passen die mijn kant op komen, de warme handen op mijn buik, de zoete geur. Daphne? Ik durf haast niet te kijken.

‘Ik was je kwijt, maar nu heb ik je weer gevonden.’

Plaatje: https://mijneersteboekdesign.files.wordpress.com/2020/02/20191212_155702.jpg

Lid sinds

8 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker

Elly, ik zie dat je nieuw bent, welkom hier op het forum.

Leuk verhaal, ik gok op een papagaai met wielen, als speelgoed van Daphne?

Ben benieuwd of ik het bij het goed einde heb.

Je voerde me makkelijk mee met je tekst.

 

In deze zin de p van Daphne weggevallen:  Als vanzelf zie ik opnieuw hoe Dahne 

Ik kom graag weer lezen, fijne avond.

 

 

Lid sinds

5 jaar 4 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

 

dag Ellyschrijft

Mooi, mooi, alleen ik ben nu even niet mee over welk voorwerp het gaat? Een speelgoedauto? Want je spreekt over wielen en beschadigde verf? Maar wat is dat dan met die staart?

Ik vind het mooi, maar hier en daar zinnen verfijnen. Zoals In de verte klinkt het blaffen van een hond.  dat kan je scherper stellen, of een regendruppel die een  plons veroorzaakt? Is dat zo?

Probeer het hier en daar nog wat aan te scherpen en je verhaal wordt dan nog sterker.

 

   

Lid sinds

4 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker

Bedankt voor de feedback. Ik zal er één dezer dagen nog eens doorheen lopen. 

Het gaat over een eend op wielen (de link naar het plaatje vind je onderaan de tekst.).

 

Lid sinds

6 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Ellyschrijft! Beeldend verhaal, ook leuk omdat het een soort puzzel is in wat voor persoon / voorwerp ik me nou aan het inleven ben (met plaatje als oplossing aan het einde :D ).

Wat voor mij enigzins verwarrend was, was de zin "Ik sluit mijn ogen om het heerlijke gevoel van de herfstwandeling weer op te roepen.". Hier ga je als het ware in een soort van verbeelding van het voorwerp, terug naar de verleden tijd. Dus dan kijk ik vanuit het voorwerp naar het verleden. Ik vraag me af of misschien direct door naar: "Een paar uur geleden rende ik en Daphne nog door de deken van gekleurde bladeren. Ze trok mij mee aan het touw dat vastzit aan mijn buik." het geheel strakker zou kunnen maken. In ieder geval leuk verhaal, dank :)!