Lid sinds

4 jaar 2 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Planetaire Storm - Wekelijkse schrijfopdracht #280 - het meest bizarre scenario

 

Verhaal: Planetaire Regen

 

En daar zitten we met ons drieën nabij de bosrand van het Mastbos van Breda.
Het waait hard. De frietkraam sluit haar deuren. Mijn moeder en ik eten gezamenlijk een patatje terwijl een wielrenner ons vergezelt.
Het gesprek gaat over waarom wij hier zijn: een winderige dag, wie zou nu nog het bos willen bezoeken? De frietverkoper seint naar de lucht terwijl hij de auto in stapt. Ik babbel nog even door terwijl mijn moeder verbaasd naar boven kijkt. Wind begint harder te waaien.
''Ik denk dat we moeten gaan." mompelt ze terwijl zij met haar hand de patatzak wil pakken. 
Patatjes vliegen de lucht in evenals mijn haar voor mijn ogen schiet. Ik sta op en kijk omhoog. De lucht is donker blauw, een vage kleur blauw. De wolken zijn aanwezig, een soort grijze blauwe massa dat boven het bos en Breda hangt. 
Ondertussen zie ik mijn moeder het patatzakje weggooien. Het waait uit haar handen. 
In een fractie van seconden rukt de wind op. Een suizend geluid is rechts uit het Mastbos te horen. Met een harde windstoot valt een parasol om, een stuk verder valt er een verkeersbord. 
Voordat ik het door heb raakt een takje mijn gezicht, nee, het is iets scherps. 

 

Hard en... Hagel? 
Ik weet het niet. 

 

Mijn moeder roept naar mij dat ik de auto in moet stappen. Ik ren haar kant op met de wind in mijn rug. Scherpe kleine objecten raken mij van achteren. Wanneer ik de auto instap kijkt mijn moeder mij verward aan. Met haar hand gaat zij langs mijn gezicht. Ik bloed.
Voorzichtig leun ik naar voren. Met mijn hand strijk ik lang mijn rug en haal het kleine scherpe object eruit. Het is doorzichtig en hard. 

Glas. 

Ik kijk direct naar buiten, ik zie de wielrenner onhandig stuntelen. Mijn moeder heeft het over hem helpen. De windstoten zijn te voelen tegen de auto aan. Door het raam kijk ik naar boven. Ik zie te weinig. In een poging toch uit te stappen en de arme wielrenner naar binnen te roepen, zie ik wat er op ons afkomt. Ik wordt naar binnen getrokken en ze rijdt weg.

Maar stel, stel  dat ik blijf staan. De situatie die ik zou zien zou mij binnen enkele momenten  doden. Tenzij ik een soort superheld ben, voor nu ben ik dat even. Wat ik dan zie is een pure manifestatie van terreur. 
Een helse storm raakt de bomen, bladeren en takken vallen naar binnen. Afgebroken en afgehakt. De frietkraam wordt waarschijnlijk bewogen, raakt flink beschadigd en uiteindelijk verdeelt in parten. De wind rukt op wat zeven keer de snelheid van geluid zou moeten zijn. Geluid reist op 343 meter per seconde. Bomen vliegen om mijn oren heen. Bladeren worden verscheurd. Huizen, als die er zijn, worden langzaam toegetakeld. De grond vult zich met iets wat op hagelsplinters lijkt, het smelt niet. 
Ik vermoed dat de wielrenner het niet overleeft en zijn fiets in mootjes is gehakt. 

De snelste storm op aarde ooit was in Oklohama in 1999. De storm raakte op zijn piek 30 meter per seconde. Nu regent er glas.

De situatie hierboven zou praktisch niet kunnen, al sta ik hypothetisch in de storm met mijn superhelden krachten. De blauwe gaswolk in de lucht is gevuld zijn met silicium, een metaalsoort dat ergens in het heelal te vinden is. Deze situatie zou niet kunnen op aarde, al sta ik hypothetisch in de storm met mijn superhelden krachten. 

Mocht ik genoeg krachten of verbeelding hebben om te zien waar de metaalwolk vandaan komt: dan is dat op een vreemde planeet. Een verre plek in een ander universum, een ander sterrestelsel. Ik zie dan een blauwe planeet. Een stuk groter dan de aarde, ten grote van Jupiter. De planeet lijkt rijk aan water, behalve dat de planeet een gasgigant is. Wat ook vergelijkbaar is met Jupiter. Het regent er glas op een windsnelheid van zeven keer de snelheid van geluid. Op Planeet HD189733 is het 930 graden, iets dat op aarde nooit mogelijk zou kunnen zijn.

Als ik mijn ogen open zit ik weer aan tafel. Mijn moeder loopt inderdaad naar de prullenbak om het patatje weg te gooien nadat er door een windstoot patat tegen haar jas is gekomen. De wielrenner glimlacht en geeft aan dat hij de komende storm wel naar huis toe kan fietsen. 
Gelukkig voor de wielrenner en ons zal de Planetaire Storm van gasgigant HD189733 nooit op mysterieuze wijze naar de aarde toe kunnen teleporteren.

 

 

 

 

 

 

 

Lid sinds

8 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

Welkom Lor op dit forum, dit is je eerste bijdrage hier.

Bij jouw intro lees ik dat je graag fantasy schrijft.

Je zet hier een tekst neer, waar de overgangen op mij wat vreemd overkomen.

Bijv. De snelste storm op aarde ooit was in Oklohama in 1999. De storm raakte op zijn piek 30 meter per seconde. 

Dan de regel: Nu regent er glas. Nu regent het glas, is naar mijn gevoel prettiger lezen.

Deze zin: Wat ik dan zie is een pure manifestatie van terreur. Kan je weglaten, want daarna beschrijf je de helse situatie.

En deze: De frietkraam wordt waarschijnlijk bewogen, als je het ironisch bedoelt kan het, maar bij een helse storm, die in dezelfde zin de frietkraam in parten laat breken? Mss De frietkraam schudt wild heen en weer of zoiets. Let wel ik ben zeker geen alwetende hoor!

Ik vind het een interessante inkijk in je schrijven, we lezen hier met elkaar mee en proberen daarvan te leren.

Het leuke is dat je me een wereld laat zien, die ik niet ken, fijn via jou daar kennismeegemaakt te hebben.

Fijne zondag.

Lid sinds

6 jaar 2 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Lor, ik zie dat het je eerste bijdrage is op het forum, welkom!

Even een klein dingetje, voor de volgende keer. Bij de opdracht staat dat de verhalen het liefst maximaal 300 woorden mogen bedragen. Dat komt doordat de coaches niet de tijd hebben om wat langere verhalen van feedback te voorzien. Zou je het de volgende keer bij het maximum willen houden? Omdat het je eerste post is zul je het vast over het hoofd hebben gezien, dus ik zie het door de vingers ;)

Het is een interessant stuk, alleen er zitten hier en daar wat elementen in je verhaal die het verzwakken. Zo kun je sommige omschrijvingen wat kernachtiger neerschrijven. Vaak komt het dan sterker over en het scheelt ook woorden. Ik geef een voorbeeld: 

De lucht is donker blauw, een vage kleur blauw. De wolken zijn aanwezig, een soort grijze blauwe massa dat boven het bos en Breda hangt.

Hier zeg je eerst dat de lucht blauw is, maar even later hangen er allemaal wolken boven het bos. Het is een klein dingetje, maar je kunt zoiets bijvoorbeeld ook zo opschrijven: 'De hemel wordt bedekt door een donkergrijze massa van wolken.' 

In het tweede gedeelte van je verhaal stapt het personage als het ware uit zichzelf en beschrijft als buitenstaander de storm. Dat is jammer, omdat het ook de lezer een beetje uit het verhaal rukt. Het is misschien interessanter om de storm vanuit de hard rijdende auto te beschrijven, dat zorgt ook weer voor spanning.

Persoonlijk vind ik het jammer dat het achteraf een droom blijkt te zijn, omdat het de spanning en de dreiging van de stom teniet doet. 

Ik hoop dat je iets kunt met de feedback. Graag gelezen!

Lid sinds

4 jaar 2 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Als antwoord op door mw.Marie

Bedankt Marie voor het lezen en feedback! Het klopt dat ik graag fantasy schrijf. Hier kan ik wat van leren, fijne tips betreft de overgang van zinnen. Daar kan ik de volgende keer rekening mee houden.

Graag gedaan, ik hoop meerdere werelden te laten zien. En anders jou verhalen te lezen. 

 

Lid sinds

4 jaar 2 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Als antwoord op door Schrijfcoach M…

Hoi Mike, dankjewel! Ik zal mij de volgende keer aan de wordquote houden :).

Bedankt voor je feedback. Het voorbeeld van de wolken is duidelijk. Als ik het teruglees is de beschrijving van de wolken dubbel. 

Om de storm achter de auto plaats te laten vinden, heb ik overwogen. Ik koos voor deze vorm omdat mij tijdens het schrijven mij interessant leek om hiermee te spelen. Ik begrijp dat het de lezer uit het verhaal haalt. 

Ik worstelde met het einde, ik zal de droom de volgende keer weg laten haha. 

 

Bedankt!