#268 Dakloos 'De Duivel
Waarom ook al weer, waarom lig ik hier? Mijn lichaam werkt vandaag weer niet mee, de kou van de nacht is mijn boten ingegaan, spieren, gewrichten alles sputtert tegen. En dan die blijvende zeurende knor in mijn maag. Zo pijnlijk… ik heb zo’n honger, en koud zo ontzettend koud.
Ik zou willen dat ik kon zeggen: dit alles is me aangedaan. Met een wijzend vingertje porren en alle schuld bij andere in de schoenen schuiven. Maar dat kan niet dat zou niet eerlijk zijn. Alleen ikzelf ben verantwoordelijk voor de gruwel waarin ik verkeer. Ik de machtige zakenman, tenminste zo voelde ik me vroeger, ik dacht lange tijd dat ik van alles wat kon maken. Tot… ik al mijn privileges verspeelde, wat me bracht naar de afgrond, platzak, dakloos.
‘Rustig rustig hij is braaf, ja jongen ik begrijp het jij hebt ook honger.’ Kwispelend en likkend maakt Boy, mijn goede vriend en toeverlaat, me ongeduldig wakker. Boy is een zwerfhond die op een dag mijn leven binnen kwam wandelden. Ik gaf hem wat te eten en te drinken, en sindsdien zijn we onafscheidelijk. Soms heel soms kunnen we een nachtje doorbrengen bij een crisisopvang, maar ouderen en kinderen hebben voorrang. Dat vind ik ook wel logisch hoor. Er zijn daklozen die er echt niks aan kunnen doen dat ze dat zijn. Vaak mensen onderaan de ladder van de maatschappij, geen goede opleiding, geen hoog IQ of gewoon: geen geluk gehad in het leven.
Tjee ik kan mezelf wel voor de kop slaan. Wat had ik het goed voor elkaar. Goede opleiding prachtige baan, prachtige vrouw en kinderen, gaaf huis. Maar onuitputtelijke ambitie. Het moest zo nodig meer, meer en meer. En ik de machtige zakenman kreeg meer. Ik zie hem nog voor me staan, een vriend van mijn vrouw... de Duivel, alleen wist ik dat toen nog niet. ‘Ik maak van jou een groot machtig man,’ hij had een prachtig zakelijk voorstel ik zag er geen kwaad in. Ik ging met hem in zee, de kleine lettertjes had ik natuurlijk niet gelezen. Het vermogen groeide maar ik werd zijn bezit zijn eigendom en niet alleen ik ook mijn vrouw, hij liet haar niet met rust. Ik kon er niet onderuit, hogere machten hadden me in bedwang. Er was één manier om onder deze schuld uit te komen en mijn vrouw en kinderen weer een normaal leven te laten lijden. Ik moest daarvoor al mijn bezittingen schenken aan De Duivel. Dat ik daardoor een dakloos leven moest lijden kon me niet schelen. Zo kon ik wel mijn vrouw en kinderen redden. Ik deed het voor hun.
Dagelijks slenter ik door de straat waar ik vroeger woonden. Een mooie laan met grote kavels waar kasten van huizen op staan. Steeds hoop ik een glimp op te vangen van mijn vrouw en kinderen. Heel soms zie ik ze door de omheining van het huis, zij zien mij nooit. De Duivel heeft zich niet helemaal aan de afspraak gehouden. Hij heeft mij mijn vrijheid terug gegeven, maar niet de vrijheid van mijn vrouw en mijn kinderen. Hij woont als een soort waakhond in mijn oude huis, zit in mijn tuin omhelst mijn vrouw, knuffelt mijn kinderen. Hij zou de Duivel niet zijn als hij dat niet voor elkaar zou krijgen, en er ook nog eens voor te zorgen dat ze het fijn vinden. Hij denkt dat ik hem niet doorheb, dat ik een of andere debiel ben, nou mooi niet.
‘Ja ja Boy, we halen zo wat uit de container, ik heb ook reuze honger. Oh heerlijk! Ik was haast vergeten hoe goddelijk de stamppot van mijn vrouw was, jammer dat ze de worst zelf op hebben.’
Lucie, wat leuk je hier weer
Lid sinds
8 jaar 8 maandenRol
Hoi Lucie, goed verhaal en zo
Lid sinds
5 jaar 7 maandenRol
@mw.Marie, ik heb een paar
Lid sinds
7 jaar 10 maandenRol
Je verhaal was fijn om te
Lid sinds
5 jaar 10 maandenRol