#254 bestemming onbekend
“Zo, dus u houdt wel van verrassingen.”
Witte tanden, een schittering in haar ogen. Voordat ik antwoord heb kunnen geven, vervolgt ze: “U moet direct boarden, ik loop met u mee.” Ik heb geen tijd om me af te vragen waar ik aan begonnen ben.
“Voor het instappen, driemaal ronddraaien.”
“Eh ...”
“Draaien. Pirouettes. Driemaal.” Zijn vinger draait door de lucht. “Nieuwe veiligheidsvoorschriften, hè. We moeten tegenwoordig overal op voorbereid zijn.”
Ik twijfel, draai. Hij knikt bemoedigend. Nog tweemaal draai ik.
“Mooi. En dan nu een plié.”
Als het riemen-vast-lampje uitfloept, komt de fanfare tevoorschijn. Ze marcheren door de cabine en spelen La Cucaracha, eerst heen en dan achterwaards terug. Kakkerlakken maken salto's over de rugleuningen. Eerst heen en dan achterwaards terug, op de maat van de muziek. “Rustig blijven ademen,” fluistert de stewardess in mijn oor. “Rustig blijven ademen.”
De piloot meldt dat we op de plaats van bestemming zijn waar we niet zullen landen. Ik kijk uit het raam. Niets dan zee. “Rustig blijven ademen,” begint ze weer. De vloer scheurt open en ik stort met stoel en al naar beneden. De stewardess zwaait vrolijk.
Vlak voor ik het water raak, slaat de stoel zijn vleugels uit. We scheren over de golven. Ik schreeuw naar de meeuwen en die lachen luid terug. De stoel stuurt naar een troep spelende dolfijnen. Zodra ze me zien, springen ze in de houding. “Excuses, excuses,” mompelt de oudste, terwijl hij op zijn knieën valt. “Dolfijnen hebben geen knieën,” protesteer ik. “Excuses,” riposteert hij vlot.
Ik word wakker in de armen van een inktvis. Alle acht. Ariël glimlacht als ik haar aankijk en helpt de tentakels opzij te leggen. Bij de laatste kan ze zich niet langer inhouden en kietelt onder een zuignap.
De inktvis giechelt in zijn slaap en verschiet van kleur. Ariël bloost ook. “Wil je toast voor het ontbijt of geroosterde boterhammen?” vraagt ze.
Het is rond het middaguur als ik uit mijn schelp stap, een beetje zeeziek. Een jongetje met een schep in zijn hand staart me aan. Hij komt op mij niet bijster snugger over. Langzaam draait hij zich om en loopt weg, een spoor in het zand trekkend, dat zich vult met champagne. Een ranke dame in minitieuze bikini reikt mij een glas.
“Vond je het een leuke verrassing?”
“Wat?”
“Dat je je koffer niet hoefde te dragen.”
Wat een heerlijk verhaal! Het
Lid sinds
13 jaar 9 maandenRol
Wonderlijk verhaal
Lid sinds
10 jaarRol
hahahaha, sorry even hardop
Lid sinds
7 jaar 9 maandenRol
@ Annette en
Lid sinds
10 jaar 8 maandenRol
Ja, het was ook een beetje
Lid sinds
7 jaar 9 maandenRol
Annette Rijsdam schreef: Maar
Lid sinds
6 jaarRol
Schrijvenmaar, Ik heb geen
Lid sinds
16 jaar 8 maandenRol
Ook Bruno en Willemina
Lid sinds
10 jaar 8 maandenRol