Opdracht 249 Frans
Frans opende de voordeur van zijn huis. De deur van de hal stond open.
‘Dat is gek,’ dacht hij. ‘Ik durf zweren dat ik die deur had dichtgedaan, toen ik vertrok.’
Hij zette zijn pistolets op tafel. De lamp boven de tafel zwaaide nog een beetje. Hij moest er toch maar eens voor zorgen dat het ding netjes opgesloten was in een fraaie lampenkap. Maar uitstelgedrag was Frans’ tweede natuur. Tenzij hij het uitstelde tot zijn derde of vierde natuur.
Er hing een vreemde sfeer in zijn woonkamer. Die ook tegelijkertijd keuken en eetkamer was. Frans keek rond maar zag niets vreemds. De djembés stonden mooi waar hij ze had gezet toen hij het huis had gekocht en zelfs de stoelen waren, voor de verandering, netjes in harmonie met de tafel. En toch.
‘Wat is me…’ dacht hij, toen hij enkele draadjes aan de muur zag hangen, vastgepind met punaises. Precies die griezelige marionetten van bij zijn ouders thuis, die marionetten waar hij eigenlijk nooit erg op gesteld was. Ze zagen er uit alsof ze waren gemaakt door een oude Duitse houtsnijwerker en ze hadden allemaal last van verschrikkelijke acne. Hun puisten waren vaak groter dan hun neus. En ze staarden naar hem. Met hun verschrikkelijk levensecht geschilderde grimassen. Dat dacht hij toch, toen hij kind was.
Had moeder hem misschien zo’n marionet cadeau gedaan? Ze wist nochtans dat hij geen fan was van de vreemde creaturen en dat hij ze het liefst zo ver mogelijk uit zijn buurt had.
Maar de draadjes waren er wel. Al hing er geen marionet aan.
‘Frans…’
Frans keek om.
‘Frahaaaans…’
Nu kwam het uit de andere richting.
‘Je dacht toch niet door te verhuizen dat je van ons af zou raken, Frans?’
Een messenlemmet blonk in de vroege ochtendzon.
Hoi Tim, de nieuwe
Lid sinds
8 jaar 9 maandenRol
Hallo Marie Er zijn nog
Lid sinds
5 jaar 9 maandenRol
Tim La Grange schreef: Hallo
Lid sinds
8 jaar 9 maandenRol