#247a : Er zat nog een brief in het kistje
Voor mijn liefste Archibald.
Wij begrijpen elkaar in een oogopslag. Zodra ik je vraag mee uit te gaan, antwoord je steevast: ja. We zijn ontelbare jaren samen geweest, het zijn de mooiste van mijn leven.
Archibald jij weet als geen ander wat het voor mij betekent met jou door de heuvels te galopperen. Ik laat jou de weg kiezen en wat ga je graag naar het oude bos met de omgevallen bomen. Ook al ben je bijna dertig, springen gaat je gemakkelijk af. Ik geniet van je orenspel, geen vogel ontgaat je, verkeer maakt jou niet bang.
Het bosgras bij de vijver is jouw favoriet. De kwakende padden en kikkers, de wuivende rietpluimen, de bijen zoemen over de velden witte bloemetjes, jouw hoofd spiegelend in het water, terwijl je drinkt zonder geluid te maken. Hazen en konijnen rennen voorbij, reeën die verbaasd naar ons kijken.
De keer dat je een meisje van vier wegduwde met je hoofd, zodat ze niet geraakt werd door een auto.
Het concours hippique dat je, ondanks mijn verzwikte enkel, won. Je keek me aan en zei: ‘Marie, dit gaan we winnen, hou je goed vast.’ Je eerste rondgang foutloos in een tijd van 86 seconden. Daarna de barrage en weer was jij zo snel als de wind.
Wat keek je trots met de oranje rozet aan je hoofdstel, ik hoor je nòg zeggen: ‘Zo Charles, heb je goed opgelet. Zò moet het.’ Ik zag het wit in de ogen van het paard naast ons. Wist ik veel dat je hem kende!
Als ik woorden had met mijn ouders luisterde je heel aandachtig. Je zei: ‘Marie, geduld, jouw tijd komt wel. Bedenk dat je ouders alleen het goede voor je willen. Door zo tegen ze in te gaan, maak je ze ongerust. Wees wat meegaander.’
Later toen mijn kinderen met je wilde spelen, ging je liggen, zodat ze tegen je aan konden kruipen. Je knipoogde traag in het zonnetje en liet de jongste van twee slapen tegen je flank.
Met mijn eigen opgroeiende kinderen legde je me uit: ‘Marie niet zo ongeduldig, geef ze de ruimte, ze lopen echt niet in alle sloten tegelijk.’ En je snuffelde dan achter mijn oor met je zachte lippen.
Wat waren we verbaasd toen de sla weg was, die we gewassen klaar gezet hadden in het vergiet bij het keukenraam. Op de ontbijttafel beschuitjes en aardbeien wegpakken. De kinderen schaterden het uit. Wat keek je onschuldig!
Het einde voelde je aankomen en zei: ‘Wat heb je goed geluisterd naar me, dag lieve meid,’ tranen liepen over die enorme wangen van je. Ik droogde ze met mijn zakdoek. Uiteindelijk drukte je je zachte lippen tegen mijn natte wangen en zeeg je door je benen: zachtjes, elegant, maar oh zo definitief.
Voor jou mijn liefste Archibald, gaat deze brief in een ijzeren kistje in de schouw aan de linkerzijde, het zijn mijn laatste uren in dit heerlijke huis, zo zal ooit eens een vinder weten dat het echt bestaan heeft: een pratende Friese hengst.
Beste schrijfcoach zeer
Lid sinds
8 jaar 9 maandenRol
Dat kan al eens gebeuren,
Lid sinds
10 jaar 11 maandenRol
N.D.D. schreef: Dat kan
Lid sinds
8 jaar 9 maandenRol
Dag mw.Marie, Wat een
Lid sinds
16 jaar 6 maandenRol
Hallo mw.Marie, … wat een
Lid sinds
11 jaar 7 maandenRol
Coach Marijcke Cauwe
Lid sinds
8 jaar 9 maandenRol
Riny schreef: Hallo
Lid sinds
8 jaar 9 maandenRol