Lid sinds

5 jaar 5 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

#245 - Klein Pinkje

In het midden van een jungle van beton, in een aftands flatgebouw met een kapotte lift, leefden eens een vader en een moeder die samen zeven zonen hadden. Allebei combineerden ze een fulltime job met een bijverdienste in het weekend. Dan nog bleef het een dagelijkse strijd om al die mondjes te voeden. De jongste zoon was hun grootste zorg. Hij was klein geboren en sindsdien niet meer gegroeid. Hij was niet groter dan een pink en werd daarom Klein Pinkje genoemd. ‘Zo kan het toch niet verder,’ zei de vader op een avond, ‘Er zit niets anders op dan ons van de kinderen te ontdoen.’ De moeder weende bittere tranen, maar zag dat er geen andere mogelijkheid was. Zo kon het inderdaad niet verder. ‘We nemen hen mee naar het grote winkelcentrum,' stelde de vader voor, 'en we laten hen achter in de speelgoedafdeling. Ze vinden nooit de weg naar huis terug.’ Dat was echter buiten Klein Pinkje gerekend. Hij was wel klein, maar niet dom. Hij had het hele gesprek gehoord. Hij ging naar de trieste, stenen daktuin van het flatgebouw en vulde er een zak witte, ronde keien. Die nam hij de volgende ochtend mee toen zijn ouders hem en zijn zes broers op een uitstapje naar het winkelcentrum trakteerden. Onderweg liet hij met een zekere regelmaat een steentje vallen. Terwijl zijn broers zich vergaapten aan het vele speelgoed dat hun ouders nooit konden betalen, zag Klein Pinkje hoe vader en moeder ervanonder muisden. Hij sloeg niet meteen alarm. Hij wilde het kortstondige genot dat zijn broers beleefden aan deze onverwachte uitstap niet vergallen. Pas toen ze met z’n allen honger begonnen te krijgen, zei hij: ‘Zouden we niet stilaan naar huis gaan? Mama en papa zijn alvast voorop gegaan. Volg mij, ik weet de weg.’ De moeder was dolgelukkig haar zonen terug te zien. Ze had zo’n spijt dat ze hen in de steek had gelaten. De vader gromde chagrijnig. Hij snapte niet hoe zijn kroost erin geslaagd was in zo’n drukke stad hun kleine appartementje terug te vinden. Hij wist niet af van de witte keitjes. Maanden gingen voorbij zonder dat er veel beterschap kwam voor het gezin. Integendeel, op Klein Pinkje na bleven de jongens groeien; elke dag hadden ze meer honger. Opnieuw voerde de vader een moeilijk gesprek met de moeder. ‘We moeten echt van de kinderen af,’ zei hij, ‘Hoe pijnlijk dat ook is.’ De moeder huilde nogmaals bittere tranen, maar wist dat haar man gelijk had. ‘Dit keer brengen we hen naar de kermis,’ zei de vader, ‘Kom we maken hen wakker en we geven hen een grote zak snoep zodat ze er niet te veel bij nadenken.’ Ook dit gesprek had Klein Pinkje gehoord, maar hij had geen tijd om witte steentjes te verzamelen. Hij moest vlug een ander plan bedenken. Toen hij zag hoe zijn broers zich op de zak snoep wierpen, kreeg hij een lumineus idee: in plaats van keitjes te laten vallen, zou hij een spoor van snoepwikkels achterlaten. Zo vond hij vast de weg terug. Op de kermis aangekomen, speelde zich hetzelfde scenario af als voorheen. Op een onbewaakt moment knepen vader en moeder ertussenuit. Klein Pinkje liet hen begaan. Pas toen zijn broers opnieuw honger kregen, zei hij opnieuw: ‘Zouden we niet stilaan naar huis gaan? Mama en papa zijn alvast voorop gegaan. Volg mij, ik weet de weg.’ Helaas, toen hij op de grond speurde naar snoepwikkels, wist hij niet waar hij het had. Het kermisplein, de straat, de stoep: overal lagen lege verpakkingen en wikkels. Niemand gebruikte de talrijke vuilniscontainers die de stad in de buurt geplaatst had om de straten proper te houden. Iedereen smeet zijn afval gewoon op de grond. Het was onmogelijk tussen al die troep de eigen snoepwikkels te herkennen. Overmand door gemis, verdriet en berouw keerden Klein Pinkjes vader en moeder de volgende dag naar de kermis terug. Zeven mijlen in het rond hebben ze naar hun kinderen gezocht, zonder resultaat. Klein Pinkje werd opgegeten door een vogeltje dat dacht dat hij een magere worm was. Zijn broers dwalen waarschijnlijk nog altijd rond.

Lid sinds

8 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker
Mooie combi Bruno van meerdere sprookjes: Hans en Grietje, het getal zeven, de kat in de zevenmijlslaarzen. Graag gelezen en vooral door je Vlaamse humor: ervanonder muisden :D Fijne dag.

Lid sinds

5 jaar 5 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Mooie combi Bruno van meerdere sprookjes: Hans en Grietje, het getal zeven, de kat in de zevenmijlslaarzen.
Eigenlijk heb ik niet aan Hans en Grietje gedacht, noch aan de kat in de zevensmijlslaarzen, enkel aan het verhaal van Klein Duimpje en de reus: https://nl.wikipedia.org/wiki/Klein_Duimpje#Klein… Die witte steentjes en de broodkruimels (in mijn versie: snoepwikkels), alsook de zevensmijlslaarzen komen allebei in dat verhaal uit de "Sprookjes van Moeder de Gans" van Charles Perrault voor. Is Perrault minder gekend in Nederland dan de gebroeders Grimm en Hans Christian Andersen? (Ik heb daar eigenlijk nooit bij stilgestaan.) Ik heb van het duimpje een pinkje gemaakt omdat een mager pinkje makkelijker te verorberen is door een vogeltje dan een dikke duim.
Graag gelezen en vooral door je Vlaamse humor: ervanonder muisden :D
Ja, de opdracht vermeldt expliciet dat je de taal zelf mag kiezen. Ik hoef dit keer dus niet op mijn hoede te zijn voor mijn Vlaams :D
Fijne dag.
Bij ons is het pas vandaag bevrijdingsdag.

Lid sinds

14 jaar 8 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Wat een sneu einde! Ik had nog wel even door willen lezen, maar toen zat je vast aan de woordenlimiet. We zullen nooit weten hoe het eindigt met de broers. Ik heb met plezier gelezen. Ik heb gekozen voor Hans en Grietje, maar probeer maar eens binnen 500 woorden te blijven :rolleyes:

Lid sinds

10 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
"Klein Pinkje werd opgegeten door een vogeltje dat dacht dat hij een magere worm was." :crybaby: :) Hilarisch, niettegenstaande dit trieste gebeuren. :thumbsup: (Was Klein Pinkje maar Klein Duimpje geweest...)

Lid sinds

6 jaar 5 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Hoi Bruno, Wat een treurig einde, ik had nog een sprankje hoop dat de ouders ze nog terug zou vinden. Maar helaas mocht dat niet zo zijn Mooi en beeldend geschreven. Graag gelezen!