#242 De trein
Een vlak klinkende mannenstem vertelt dat we in Roosendaal kunnen overstappen in de richting van Breda of Antwerpen. Zijn stem mist intonatie, zoals mensen ongeïnteresseerd kunnen vragen hoe het met je gaat.
Ze reageren niet, allebei niet. De afgelopen drie kwartier zat ik bij hen in de coupé, schuin voor ze. Een man en een vrouw op weg naar, wie zal het zeggen. Ze zwijgen, de hele tijd al. De manier waarop ze naar elkaar kijken, lijkt te verraden dat het om een stel gaat. Er spreekt weliswaar geen liefde uit, eerder een gedeeld verleden. Dat ze geen broer en zus zijn leid ik af uit haar hand die vaker dan gemiddeld op het been van de man terechtkomt.
Het stel blijft zitten, net als ik. Zij schuift heen en weer op haar stoel, waarbij haar t-shirt iets omhoog komt en ik, en anderen, mochten ze met hetzelfde spel bezig zijn, een vetrol vanonder het shirt zie komen. Hij zet zijn pet af, krabt op zijn kale schedel en zet de pet weer op. Dit alles met een blik die niet verandert. Stuurs, serieus, geconcentreerd. Alles is nog mogelijk.
Daar is de mannenstem weer. Met iets meer enthousiasme meldt hij dat we in Rotterdam Blaak zijn. Ik rits mijn tas dicht, trek mijn broek omhoog en sta op. Nog eenmaal kruist mijn blik die van het stel. Inmiddels hebben ze een kleine anderhalf uur gezwegen. Ik benijd de vorm van geluk die je met zwijgen kunt bereiken. Ruzies ontstaan niet door liefde, maar in veel gevallen door ongelukkige opmerkingen, die gevoed worden door een emotie die helemaal niet op die plek had moeten zijn. In stilte liefhebben, zij kunnen het.
Ik neem me voor haar toe te knikken in het voorbijgaan, als vorm van respect. Pas dan zie ik haar gehoorapparaat.
Martijn deze scene in een
Lid sinds
8 jaar 9 maandenRol
Een verhaal over invullen
Lid sinds
18 jaar 3 maandenRol
Dank voor jullie
Lid sinds
7 jaar 2 maandenRol
Hi Martijn, … leuk je weer te
Lid sinds
11 jaar 7 maandenRol
Hoi Riny. Tijd geleden
Lid sinds
7 jaar 2 maandenRol
Hi Martijn, … dank voor het
Lid sinds
11 jaar 7 maandenRol