Lid sinds

11 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
  • Pluslid

#232 Herkenbaar

Herkenbaar Terwijl mijn vrouw haar slag sloeg in de kledingzaken van de voor mij onbekende stad, dreef de lichte neerslag mij naar één van de cafés aan het plein. De ruit met de krullende witte letters Marktzicht, was beslagen. Binnen lagen de kleedjes uitnodigend over de tafel. Een veilige haven voor een man in den vreemde. De vochtige kleding van het weinige clienteel vulde de lucht met de geur van regen vermengd met zweet. ‘Hier Dotje!’ sprak een vrouw het hondje vermanend toe, dat opgewekt tegen mij opsprong. ‘Ach, mevrouw,’ zei ik meer richting de viervoeter dan tegen de bazin, ‘het geeft niets hoor.’ ‘Hij doet dat anders nooit meneer. Hij zal u wel aardig vinden.’ ‘Dat moet het wezen, mevrouw.’ Ze lachte luid. Het opgestoken haar deinde met haar lachen mee. Een Coupe Soleil zag ik. In de wachtkamer van mijn huisarts, las ik bladerend door de damesbladen hoe de loftrompet werd gestoken over dit kapsel van de zon. Strengetjes haar, die uit een badmuts steken en te lijf worden gegaan met een bleekmiddel. Dit zonnetje in deze ruimte, had vroeger vast en zeker feller geschenen. Dikke lagen make up konden niet verhullen, dat het leven diepe groeven had achtergelaten. Ze zat alleen aan een tafel. Dotje was haar enige gezelschap. Inmiddels tot enige rust gekomen, lag hij aan haar voeten. Telkens als ik naar hem keek kwispelde zijn afgeknotte staart opgewekt heen en weer, waarbij hij zijn natte hondengeur mijn richting op leidde. ‘Doet u mij maar een oude klare,’ zei ik tegen het jonge meisje dat net iets te snel aan mijn tafel verscheen. ‘Meneer,’ zei mevrouw Dotje, ‘heeft u misschien een vuurtje voor mij?’ ‘Welzeker.’ De dokter heeft me aangeraden niet meer te roken. En te matigen met alcohol. Maar tja, we zijn een weekendje weg en zelfs mijn vrouw vindt dat je dat mag vieren. Ik overhandigde haar het pakje lucifers. ‘Weet u, u lijkt op iemand.’ ‘Is het werkelijk?’ ‘Jawel. Bianca,’ richtte ze zich tot de serveerster, ‘lijkt meneer niet op een bekende persoon?’ Bianca schudde langzaam haar hoofd heen en weer ter ontkenning. De mannen aan de andere tafels sloegen geen acht op het tafereel. ‘Misschien vergis ik me, maar u doet me denken aan die schrijver.’ ‘Nou, nou, mevrouw, u vlijt me,’ antwoordde ik met mijn vriendelijkste lach. ‘Die Kronkel.’ De week ervoor had ik mijn nieuwe bril ontvangen. Inmiddels was ik al wat gewend aan het montuur en de sterkte van de glazen. Een mens kan blij zijn met een nieuwe bril. Dit was zo’n moment. ‘Van die cursiefjes bedoelt u, mevrouw? Ik zou willen dat ik zo kon schrijven.’ ‘Ach, weet u, ik denk wel vaker dat ik bekende mensen zie. Weet u … Bianca, zet dat drankje van meneer maar op mijn rekening.’ Vanzelfsprekend aanvaarde ik dit gebaar in volle dank. Ik dronk mijn glas verder ongestoord leeg. Bij het vertrek groette ik haar met een knik. Toen ik de deur opende zag ik hoe de zon in dunne draadjes door de bewolking heen probeerde te breken. Misschien zou zo’n Coupe Soleil mijn vrouw ook wel staan, bedacht ik me, terwijl ik naar haar op zoek ging.

Lid sinds

13 jaar 2 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Hadeke, complimenten! Ik vind het een bovenbeste kronkel! 'Dit zonnetje in deze ruimte, had vroeger vast en zeker feller geschenen.' : heel mooi! Ook leuk hoe het baasje van het hondje heel natuurlijk ineens mevrouw Dotje heet. En zo zitten er nog meer fijne vondsten in je verhaal. En dan die coupe soleil; helemaal jaren tachtig, vooral met die badmuts. Door de zon aan het einde van je verhaal ook nog even in dunne draadjes te laten verschijnen, maak je het verhaal helemaal rond. 'Markzicht': moet dat niet toevallig 'Marktzicht' zijn? En ik krijg gelijk een beeld van Maastricht voor ogen, maar misschien zit ik er helemaal naast :)

Lid sinds

6 jaar 4 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Ik vind zelfs de titel goed. Helemaal in stijl. En dat het er dan net iets te dik op ligt. En dat het een lookalike is in plaats van de echte. Of niet. En dat aanstellerige over de zon. En die coupe soleil. O, je mag blij zijn met jezelf, vriend. Ik zie geen betere invulling mogelijk.

Lid sinds

10 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Helemaal eens met bovenstaande commentaren. :thumbsup: Net als Tilma vroeg ik me af of je HP de echte was of toch een lookalike. Maar dat geeft nog een plus aan je verhaal, vind ik. Graag gelezen. :)

Lid sinds

12 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Heel mooi in stijl Hadeke. Die opgestoken, met haar lachen meedeinende coupe soleil, zo af! :) :thumbsup:

Lid sinds

8 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker
Hadeke ik ga helemaal mee met alle reacties hierboven. Je vlijmsterke punten zijn al aangegeven. De slotzin is heerlijk. Wat een oude klare met een man kan doen, lookalike of niet :thumbsup: Graag gelezen en fijne avond.

Lid sinds

11 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
  • Pluslid
Dank jullie wel voor de mooie reacties. Tja, zou hij het nu echt zijn of niet, dat blijft de vraag. :-) Chantal: Inderdaad een 't' vergeten. Maastricht had ik niet voor ogen, eigenlijk geen enkele specifieke plaats, daarom mag het van mij wel Maastricht zijn voor de lezer. Zo ben ik dan ook wel weer.

Lid sinds

11 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
  • Pluslid
Lees ik net in de Volkskrant -Sir Edmund- een bespreking van de verstripping van een aantal Kronkels door Dick Matena, staat er op het eind over de Kronkels uit Carmiggelts laatst en postuum verschenen bundel : 'Het laatste stukje heet Herkennen ...' en ja hoor gaat over een man die Carmiggelt op Carmiggelt vindt lijken. Toeval bestaat niet. :-)

Lid sinds

9 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Hadeke inderdaad toeval bestaat niet, maar wat heb je een enig stuk geschreven. Ik sluit me helemaal bij de bovenstaande reacties aan. Fijn weekend

Lid sinds

11 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
  • Pluslid
Dank Thea. Stiekem baalde ik er wel een beetje van, dat er een soortgelijke echte Kronkel bestaat met een titel die bijna dezelfde is. Maar goed, mijn insteek was dan weer anders. :-)

Lid sinds

5 jaar 4 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Een erg vermakelijk stukje! En het zit zeker heel dicht op Carmiggelt. Dat ‘mevrouw Dotje’ inderdaad bijvoorbeeld, en de natuurlijke habitat van Carmiggelt, het café, waar hij ook in een vreemde omgeving direct op afstevent. En zeer passende elementen als ‘Een veilige haven voor een man in den vreemde’, ‘clienteel’, en zo kan ik nog wel even doorgaan. Ik vermoed dat Carmiggelt niet zo happig was op weekendjes weg, maar ooit zal hij zich toch wel buiten Amsterdam (en vooruit, Den Haag) hebben begeven. En het thema van ‘lijken op die ene schrijver’ is ook heel geloofwaardig, zoals inmiddels ook al is gebleken dankzij de vermelde ‘echte’ kronkel met dat thema. In mijn lezing is het wel degelijk Carmiggelt, die maar al te dankbaar meespeelt dat hij er alleen maar op lijkt (hij krijgt er vast al vaak genoeg gezeur over). Maar ook heel goed dat je je daar als schrijver van deze 'kronkel’ niet nader over uitlaat. Lekker de lezer er dingen in laten zien die hij of zij er in wil zien of denkt te zien. Een beetje schilder van abstracte kunst doet dat immers ook zo. Ondanks de overtuigingskracht van het stuk heb ik gelukkig tot nog wat puntjes ter verbetering weten te vinden (anders zou ik me nog gaan vervelen hier!): ‘Binnen lagen de kleedjes uitnodigend over de tafel.’: meerdere kleedjes, dan ook graag meerdere tafel(tje) vermelden. ‘‘Hier Dotje!’ sprak een vrouw het hondje vermanend toe, dat opgewekt tegen mij opsprong.’: als het even kan, kun je beter vermijden dat een bijvoeglijke bijzin wordt gescheiden van zijn antecedent (zo heet dat nu eenmaal, maar het is gewoon het zelfstandig naamwoord waar die bijzin bij hoort). En hier kun je dat best makkelijk vermijden, bijvoorbeeld met '’Hier Dotje! Sprak een vrouw vermanend tot het hondje dat opgewekt tegen mij opsprong.’ ‘Het opgestoken haar deinde met haar lachen mee. Een Coupe Soleil zag ik. In de wachtkamer van mijn huisarts, las ik bladerend door de damesbladen hoe de loftrompet werd gestoken over dit kapsel van de zon.’: Het is niet handig om hier overal de onvoltooid verleden tijd te gebruiken. Het wachtkamergebeuren heeft duidelijk enige tijd eerder plaatsgevonden. Dus daarom liever 'In de wachtkamer van mijn huisarts HAD ik GELEZEN.. En er hoort geen komma na huisarts (de gewoonte om na plaats- of tijdsbepalingen aan het begin van een zin een komma te plaatsen hebben we nog niet van de Engelssprekenden overgenomen). ‘Dit zonnetje in deze ruimte, had vroeger vast en zeker feller geschenen.’: en een komma na het onderwerp van een zin (waarin geen bijzin of iets dergelijks is verwerkt) is echt niet op zijn plek. Weg met de komma na ‘’ruimte’ dus. ‘Dikke lagen make up konden niet verhullen, dat het leven diepe groeven had achtergelaten.’: ‘make up’ moet ‘make-up’ zijn en ook deze zin heeft echt geen komma nodig. ‘Inmiddels tot enige rust gekomen, lag hij aan haar voeten. ‘: hier mág de komma wel, maar hij is niet bepaald nodig. ‘Telkens als ik naar hem keek kwispelde zijn afgeknotte staart opgewekt heen en weer, waarbij hij zijn natte hondengeur mijn richting op leidde.’: hier had een extra komma na ‘keek’ dan juist weer best gemogen. ‘mijn richting op’ is een contaminatie van ‘mijn kant op’ en ‘in mijn richting’. Beide opties kunnen, maar liever dus niet allebei tegelijk  De zin kan trouwens denk ik nog mooier: 'Telkens als ik naar hem keek, kwispelde hij zijn nattehondengeur (helemaal aan elkaar, want de hond is nat, niet de geur) met zijn afgeknotte staart mijn kant op.’ ‘… het jonge meisje dat net iets te snel aan mijn tafel verscheen.’ : hoezo te snel? Als daar iets mee geïmpliceerd moet worden, ontgaat het mij in ieder geval. ‘ De mannen aan de andere tafels sloegen geen acht op het tafereel.’: ik vind ‘tafereel’ wel een ‘groot’ woord voor wat zich hier afspeelt. ‘Een mens kan blij zijn met een nieuwe bril. Dit was zo’n moment.’: ook weer heel Carmiggelterig! ‘Vanzelfsprekend aanvaarde ik dit gebaar in volle dank.’: oeps, ‘aanvaardde' met dubbel 'd’ natuurlijk. ‘Bij het vertrek groette ik haar met een knik.’: Liever ‘mijn vertrek’ of gewoon ‘vertrek’. En in plaats van haar toch liever de vrouw wat specifieker aanstippen. Er zijn inmiddels alweer een paar zinnen voorbij gekomen waarin ze niet is genoemd, dus dan is de verwijzing inmiddels een beetje twijfelachtig. ‘Toen ik de deur opende zag ik hoe de zon in dunne draadjes door de bewolking heen probeerde te breken. Misschien zou zo’n Coupe Soleil mijn vrouw ook wel staan.: fantastische vergelijking, fantastische uitsmijter. Alleen moet ‘coupe soleil’ wel zonder hoofdletters (geldt natuurlijk ook al eerder in de tekst).

Lid sinds

6 jaar 5 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Hoi Hadeke, Ik heb genoten van je verhaal, mooi geschreven. Carmiggelt was voor mij onbekend, na het lezen van jouw verhaal leer ik hem steeds beter kennen. Graag gelezen!

Lid sinds

11 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
  • Pluslid
Dankjewel Anke, fijn dat je Carmiggelt wat beter hebt leren kennen. In de link bij de opdrachten is een hele bundel van hem te lezen. @schrijfcoachKatja Dank voor je uitgebreide reactie. Leerzaam ook. Ik ga me nog maar -onder andere- eens wat meer verdiepen in het kommagebruik. Wat betreft het jonge meisje dat te snel aan de tael kwam: Dat leek me zo'n typische observatie: een wat onervaren serveerster, die het de klant bijna niet gunt om rustig aan tafel te gaan zitten, maar er meteen bovenop springt.

Lid sinds

5 jaar 4 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Aha ik snap het. Bij mij was dat dus niet helemaal goed binnengekomen. Misschien had je het iets minder 'subtiel' neer kunnen zetten, ik denk dan aan iets als: 'Ik zat nog maarzaten amper of daar kwam het jonge dienstertje al aangesneld.' (dienstertje is toch ook wel een leuk Carmiggelt-woord). Het 'te snel' dat er nu staat neigt voor mij ook bijna naar: 'als ze nou vijf minuten langer had gewacht, had ik vast mijn slag in de tussentijd al kunnen slaan bij die vrouw, en zo heb je het dus niet bedoeld. Maar uiteraard is dat allemaal ontzettend subjectief - ik kan nu eenmaal ook alleen maar vanuit mijn eigen beleving schrijven.