Lid sinds

6 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker

#199 Op jacht...

De wolf was jong , sterk en snel. Hij was een prachtig exemplaar van twee jaar met een brede kop, stevige poten en een mooie dikke staart. Een paar dagen geleden had hij besloten het roedel te verlaten en zijn geluk elders te gaan beproeven. Het territorium wat ze hadden uitgezet leek uitgeput en hij wist dat zijn zussen en broers ook moesten eten. Nadat ze twee dagen hadden gezocht naar eten zonder iets te vinden wist hij het zeker. Die nacht, toen zijn broers en zussen lagen te slapen en zijn ouders ruzie maakten ging hij er zachtjes vandoor. Hij wist dat hij niet kon blijven, elders zou hij wel een vrouwtje vinden om zelf een roedel te stichten. Acht dagen later was hij moe, hongerig en uit zijn humeur. Honderden kilometers had hij gelopen door de bossen en weilanden,angstvallig mensen vermeden. Instinctief wist hij dat hij die wezens die alleen op hun achterpoten liepen moest mijden. Op zijn reis had hij wel een paar kleine prooidieren kunnen verschalken maar het kon zijn honger niet stillen. Hij ging liggen en probeerde geen aandacht aan zijn rammelende maag te besteden toen opeens zijn gevoelige reukorgaan een geur opving. Snel kwam hij overeind en rende door de donkere nacht naar de plek waar hij prooi had geroken. Hij moest eten om zichzelf in leven te houden. Opeens was hij uit de bossen en wierp de maan een zacht schijnsel over een grote kooi midden op een weiland. Langs het weiland liep een hekwerk. Het was misschien goed om de schapen op het weiland te houden, maar niet om hem weg te houden. Na een aanloop liet hij het hek achter zich en sloop naar het lage houten gebouw toe. In de schaapskooi werden een paar schapen onrustig toen ze iets roken wat ze niet zo snel thuis konden brengen. Ze waarschuwden elkaar en begonnen onrustig te blaten. Een van de schapen keek naar buiten en zag iets bewegen in de duisternis. Het beest kreeg het gevoel dat er iets naar hem staarde...daar buiten was iets dat op het punt stond hen te verslinden. Een briesje stak op en de geur van de onvermijdelijke vijand joeg nu in de neusgaten van de schapen. Er brak paniek uit en op dat zelfde moment sprong de wolf over de afzetting en beet zich vast in een schaap. In de paniek die uitbrak probeerden de schapen weg te komen en vertrapten elkaar. Een uur later lag hij met een volle maag onder de bomen en geeuwde luid. Tevreden liet hij zijn zware kop op zijn poten rusten. Het was een goede beslissing geweest om weg te gaan.

Lid sinds

9 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
John: met plezier je vlotte, ingeleefde verhaal gelezen ik bleef even hangen bij: Hij ging liggen en probeerde geen aandacht aan zijn rammelende maag te besteden toen opeens zijn gevoelige reukorgaan een geur opving. weet die wolf veel... dat hij een gevoelig reukorgaan heeft is onze kennis hij ving gewoon een interessante geur op mooi dat je een gelijke hoeveelheid tekst aan de schapen besteedde

Lid sinds

13 jaar 2 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
'Tevreden liet hij zijn zware kop op zijn poten rusten': Die zware kop maakt voor mij het beeld compleet. Ik ben het met Levina eens; predator vind ik niet zo goed in je verhaal passen. En die schapen... stiekem vind ik het wel zielig voor het slachtoffer.

Lid sinds

8 jaar 2 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
John ik vind dat je het beeld van de wolf, die zijn eigen leven zoekt goed hebt neergezet. Ook ik vind jagen maar niets, ik gun die wolf echt zijn eten wel, maar ja die schapen, die geen kant op kunnen, naar beeld. Je beschrijft het goed, ik heb in die alinea het gveoel dat het meer het schapenperspectief is dan dat van de wolf. Ik kan niet beoordelen of dat nu wel of niet handig is de pespectiefwisseling. Het valt me op. Het geeft wel heel duidelijk een beeld van het angstige van de schapen. Paar dingetjes: derde regel: het roedel: de roedel? Het territorium wat ze hadden uitgezet dat ipv wat? Fijne avond.