#179 - Vol verhalen
‘Op een middag ontmoetten persoon A en persoon B elkaar op de brink van een dorp in het oosten van het land. Was het toeval, of hadden ze het afgesproken? Persoon A had een tas bij zich, van een opvallend rode kleur en het was duidelijk dat er iets zwaars in zat.’
Ik stop en kijk de klas rond. Twintig paar kinderogen staren me vol verwachting aan, maar ik blijf stil. Yara steekt haar vinger op. Ik knik.
‘Meester, ga verder, wat zit er in die tas?’ Ook Max houdt het niet meer.
‘Toe meester, vertel nou. Is het iets engs?’
‘Ja, iets van een hoofd of zo.’ Renze doet er graag een schepje bovenop. Hij praat met een lage stem om het extra spannend te maken. Een aantal meisjes kijkt mij verschrikt aan. Ik glimlach geruststellend naar ze. Max kan zich wel vinden in het verhaal.
‘Hij was een huurmoordenaar en had een moord gepleegd voor die andere man en nu moest hij het hoofd als bewijs geven.’
‘Het hoofd van een drugsbaron.’ De kinderen praten nu door elkaar heen. Ik zie dat Yara haar vinger weer opsteekt.
‘Yara, zeg het maar.’
‘Wie zegt dat het mannen zijn? Misschien zijn het wel vrouwen. Een rode tas lijkt me meer iets voor een vrouw.’ Er wordt gegniffeld.
‘Vrouwen plegen toch geen moorden,’ zegt Max dan.
‘Wie zegt dat er een hoofd in die tas zit?’ Yara laat zich niet van haar stuk brengen. ‘Misschien zijn het wel zussen en zit er een urn in de tas met de as van hun moeder.’
‘O, en wat gaan ze daar dan mee doen?’ vraagt Renze uitdagend. Yara kijkt onzeker om zich heen.
‘Ze gaan de as uitstrooien op het lievelingsplekje van hun moeder. Zodat ze daar altijd naar toe kunnen gaan als ze aan haar willen denken,’ zegt ze dan. Renze haalt zijn schouders op. Hij vindt het duidelijk maar een stom idee. Afwachtend kijken ze mij weer aan.
‘Meester, wat zat er nou in die tas?’
‘Het was een tas vol verhalen,’ zeg ik en kijk geamuseerd de klas rond.
‘Hoezo, verhalen?’ vraagt Tijs. Hij klinkt gepikeerd. ‘Dat slaat nergens op. Wat is het nou echt?’ Op dat moment gaat de schoolbel.
‘Toe meester, zeg het.’
‘Oké, als jullie het echt willen weten,’ verzucht ik. ‘Het was een bowlingbal. De mannen hadden afgesproken om te gaan bowlen.’ Het blijft even stil in de klas. Dan zegt Max:
‘Nou, ik vond het hoofd leuker.’ Er wordt instemmend geknikt. Met veel lawaai staat iedereen op en pakt zijn spullen bij elkaar.
‘Zelfs de urn was nog beter,’ hoor ik Renze zeggen als hij de klas uitloopt.
Ik glimlach.
Levendig
Lid sinds
9 jaar 2 maandenRol
Leuk gevonden om het thema
Lid sinds
9 jaar 7 maandenRol
Ik heb genoten van deze
Lid sinds
6 jaar 10 maandenRol
Dank voor jullie reacties!
Lid sinds
7 jaar 8 maandenRol